zondag 19 februari 2017

Evaluaties en Kwaliteitsstandaarden: hypes, hopes, hobbels

Donderdag 16 februari 2017
Groepsgesprek tussen presentatie en terugkoppeling














Dialoog over onderwijskwaliteit
Met het nieuwe - inmiddels huidige - accreditatiestelsel krijgen hoger onderwijsinstellingen, en in het bijzonder hun docenten en studenten, meer ruimte om het eigenaarschap over de onderwijskwaliteit en de kwaliteitszorg op te pakken, aldus de huidige strategische agenda voor het hoger onderwijs. In het nieuwe beoordelingskader van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO, 2016) staat meer eigenaarschap voor medewerkers en studenten en duurzame kwaliteitsontwikkeling voorop. De medewerkers en studenten krijgen een centrale rol in de manier waarop de opleiding haar kwaliteit aantoont en daarmee in de inrichting van de kwaliteitszorg en in de wijze van evalueren. De instelling kan daar een eigen invulling aan geven, maar dit gaat niet vanzelf. 

  • Stellen de docenten en hun partners de goede vragen aan studenten? 
  • Hoe draagt dit alles bij aan de dialoog over kwaliteitsstandaarden?

Hierover gaan wij vandaag in het cursus- en vergadercentrum Domstad te Utrecht in gesprek tijdens de netwerkbijeenkomst van ons Nederlands Netwerk voor Kwaliteitsmanagement (NNK).

Opening
De netwerkbijeenkomst wordt geopend door Paul Nieuwenhuis, voorzitter van ons HBO-sectie van het NNK.
We zien vandaag een goede opkomst van zo’n 45 deelnemers, en beginnen met een heel kort kennismakingsrondje.
Josefien Lansbergen verzorgt als dagvoorzitter de inhoudelijke opening van deze middag, handelend over zogenoemde ‘verdraaide organisaties’.
Josefien nodigt dan Margreet de Roover en Saar Wisman uit om de eerste presentatie te verzorgen.

Saar Wisman & Margreet de Roover
Meet & discuss where the magic happens
Margreet de Roover en Saar Wisman (senior-adviseurs onderwijs) van Christelijke Hogeschool Windesheim (CHW) vertellen over hoe het eigenaarschap van kwaliteitszorg binnen hun eigen instelling is vormgegeven. Ze vertellen hoe de CHW-kwaliteitszorgmedewerkers de dialoog tussen studenten en docenten (stakeholders) op gang brengen over kwaliteitsstandaarden en over de manier van evalueren. En wat betekent dit voor de rol van de stakeholders, voor de werkwijze en voor de documenten?
Als iemand gaat duwen, ga je niet lopen.
Intrinsieke motivatie is van doorslaggevende betekenis.
Ze gaan binnen Windesheim op zoek naar ‘where the magic happens’, naar de plaatsen binnen de hogeschool en binnen de opleiding waar het echt gebeurt, en daar constateren ze dat ze in complexe werkpraktijken komen. Margreet en Saar willen (zich) daar verwonderen, verbinden, loslaten, vertrouwen en fun beleven. Bij de gesprekken met collega’s van opleidingen zit het hem in hun benadering niet zozeer in het wàt, maar veel meer in het hóe. Ze willen zich waarderend opstellen in het auditen, in dialoog met de opleiding, en geven na afloop van evaluatiegesprekken aan de opleidingen wel een  terugkoppeling, maar geen beoordeling.
De voorbereiding van de visitatie start binnen Windesheim met het eigen verhaal van de opleiding en daagt uit met de waarom-vraag. Samen met alle stakeholders wordt daarmee gezocht naar eigen opvattingen en specifieke behoeften van opleidingen.
Daarna bespreken Saar en Margreet tijdens hun presentatie de voor hen geldende, leidende principes, gericht op vooral ‘minder systeem en meer cultuur’.
Uit de reacties uit de zaal blijkt hier en nu ook wel dat waarderend auditen deuren opent, en dat je collega’s zich daarin open stellen om zichzelf kritisch te bekijken. Zodra je echter (weer) afrekenend gaat auditen, zie je dat de auditees een meer gesloten en verdedigende positie innemen, waardoor de auditee minder kritisch naar zichzelf gaat kijken, omdat de focus dan (weer) ligt op verantwoorden en verdedigen.
Door deze verschuiving naar (waarderend) auditen is het verantwoordelijkheidsgevoel aan de zijde van de opleiding toegenomen.

Petra Szczerba
Dialoog met studenten en met docenten
De tweede presentatie wordt verzorgd door Petra Szczerba, consultant kwaliteitszorg van Fontys Hogescholen. Ze wil vooral in gaan op de Studentendialoog en op de Docentendialoog. Ze neemt ons in haar presentatie mee vanuit het Fontys-beleid voor kwaliteitszorg. Specifiek gaat zij in op de uitkomsten van een dialoog met studenten en docenten over onderwijskwaliteit. Daar vanuit schetst ze een beeld van welke mogelijke kwaliteitsstandaarden studenten en docenten belangrijk vinden. Deze standaarden zouden een plek moeten hebben – of krijgen - in de huidige evaluatiepraktijk. Het doel is om evaluatieresultaten te genereren, die aansluiten op de van toepassing zijnde kwaliteitsstandaarden van de docenten en studenten.
Zaken die in dezen van belang zijn, worden door Petra genoemd, zoals: eigen visie, eigenaarschap, eigen verantwoordelijkheid, maar ook jezelf en elkaar de maat nemen, hoort hierbij.
Na de gesprekken met docenten is men ook in gesprek gegaan me de studenten, met vragen, zoals: wanneer is er sprake van goede onderwijskwaliteit en hoe draagt het onderwijs bij aan talentontwikkeling (studenten zeiden: laat ons vooral oefenen).
Studenten zien en merken dat docenten vaak ook dingen moeten doen die niet in het verlengde van de passie van hun docenten liggen. Docenten doen het dan plichtmatig, omdat het van (het management van) hun organisatie moet.
Aan het eind van haar presentatie laat Petra zien wat in grote lijnen inhoudelijk de resultaten van de dialoogsessies binnen Fontys zijn geweest.
De dialoogsessies hebben een aantal zaken binnen Fontys opnieuw en positief op scherp gezet, en bovendien zorgt zo’n dialoog ook weer eens voor een frisse blik.  

Arline Reijn
Onderwijs evalueren tijdens en na afloop 
Derde en laatste spreker vandaag is Arline Reijn, kwaliteitsmanager van NCOI. Zij licht vanuit het integraal kwaliteitsmanagement (handelend over normstelling, controle, beheersing en borging) de aanpak van evalueren binnen NCOI toe. Men gaat bij NCOI uit van rollenscheiding en van integraal kwaliteitsmanagement. In haar presentatie komen aan de bod: de rol van de kwaliteitsmanagers, de opleidingsmanagers, de docenten, de studenten, alsook het werkveld. Systematisch evalueren is een essentieel borgingsinstrument dat een plek moet hebben in de PDCA-cycli (Plan, Do, Check, Act) van de opleiding.
Al na de eerste twee lessen (in een moduul) van een docent worden de lessen geëvalueerd met studenten, want dan kun je nog in de lopende onderwijsperiode de gewenste zaken aanpassen en verbeteren. Na afloop van een onderwijsperiode wordt dan nog een keer geëvalueerd. Ook de docenten evalueren hun eigen lessen.
Daarna gaat Arline verder met haar presentatie, over trendanalyses, bijvoorbeeld over hoe hun studenten volgtijdelijk scoren, of het verloop van de studententevredenheid over de jaren heen. De trendrapportages leveren heel veel gegevens op om - over bijvoorbeeld tevredenheid en resultatenscores - met elkaar in gesprek te gaan, zoals met studenten, docenten en met het management.
Doel van NCOI is om met al die onderzoeksgegevens op een gegeven moment ook een goed studentenprofiel op te stellen, waar je dan in later instantie op kunt sturen. Gezocht wordt naar voorspellende waarden.

Halen en brengen
Aan ons allen is vooraf gevraagd een praktijkcasus voor te bereiden, die illustreert dat medewerkers en studenten eigenaar zijn van de manier waarop de opleiding de kwaliteit aantoont, en daarmee in de inrichting van de kwaliteitszorg en in de wijze van evalueren. En wat is er al veranderd ten opzichte van het verleden?
Het laatste deel van deze netwerkbijeenkomst begint in enkele subgroepen. Naar aanleiding van de ingebrachte hogeschoolcases gaan we met elkaar in groepsgesprek over evalueren, over de rol van studenten en docenten daarin, over hun tevredenheid over de gekozen evaluatiemanier, en over wat er nu eigenlijk is veranderd na zoveel jaren van kwaliteitszorg.
Deze groepsgesprekken monden uit in een plenaire terugkoppeling vanuit de afzonderlijke subgroepen. Daarbij wordt bijvoorbeeld gesproken over zaken als evaluatiemoeheid, terugkoppeling van evaluatieresultaten en evaluatiewijzen zoals schriftelijk, mondeling in panels, en digitaal met bijvoorbeeld computer of smartphone.

Geen opmerkingen: