vrijdag 18 november 2016

Fan St.-Jabik na St.-Jabik

Vrijdag 18 november 2016
De cover van het reisverhaal

2700 kilometer fietsen
Op 31 juli 1993 stapten Truida & Klaas Dankert in Sint-Jacobiparochie op de fiets voor hun fietstocht naar Santiago de Compostela, waar ze een maand later op 30 augustus 1993 arriveerden, na een fietstocht van 2.700 kilometer.
In 1996 publiceerde de Stichting Ons Bildt hun reisverslag in de vorm van een dagboek, geïllustreerd met een groot aantal zwart-wit-foto's, die zij onderweg maakten. Op de omslag van dit boek met als titel 'Fan St-Jabik na St.-Jabik' staat de majestueuze kathedraal van Santiago de Compostela, waarin pelgrims na hun lange pelgrimage een bezoek brengen aan het graf van de heilige Jacobus (Sint Jacob, Sant Iago, Sint Jabik), die hier volgens de legende in dit bedevaartsoord ligt begraven.

Van Santiago naar Santiago
Dit boeiende reisverslag is in de Bildtse taal - mijn moedertaal - geschreven door Klaas Dankert, voorheen burgemeester van de Noord-Friese gemeente Het Bildt, voorheen ook voorzitter van de Stichting Jabikspaad Fryslân, de stichting die het Friese pelgrimspad beheert, waarvan ik ook enkele jaren bestuursvoorzitter ben geweest.
De foto's in dit boek zijn gemaakt door Klaas & Truida Dankert, en de twee foto's voorin  het boek waar ze samen op staan, zijn door Jan Bonefaas gemaakt tijdens de start van hun 2.700 kilometer lange fietspelgrimage.
Santiago en St.-Jabik (Bildts voor Sint-Jacobiparochie) zijn het begin- en eindpunt van de Fries-Nederlandse pelgrimsroute naar Santiago de Compostela. De ondertitel van dit reisverslag luidt dan ook niet voor niets: '2700 op 'e fyts fan 't Bildtse St.-Jabik naar 't Spaanse Santiago de Compostela'.

Foorôf
Voorin het boek dat ik heb gelezen heeft Klaas Dankert met de pen de volgende wens aan de lezer geschreven: "Ik hoop dat jou 'n bitsy fan 'e belevenis metkrije". 
Dat is al lezende wel het geval, omdat Durkje en ik deze pelgrimage wandelend hebben gedaan, met als gevolg dat veel van wat ik in dit boek lees, herkenbaar is voor onze pelgrimstocht, die twaalf jaar later aanving en zeven jaar later eindigde bij dezelfde kathedraal.
Het verhaal lezend en de foto's bekijkend wordt wel duidelijk dat veel nog gelijk is, maar er is in de 19 tussenliggende jaren toch ook wel heel veel veranderd.
In zijn 'woord vooraf' schrijft Dankert dat fietstochten het echtpaar aanspreken, omdat je het landschap heel intensief beleeft, het lekker opschiet, je altijd veel mensen ontmoet, en het elke dag weer een verrassing is waar je 's avonds aankomt.

Nederland - België
In Nederland fietst het echtpaar vanuit Sint-Jacobiparochie via Haarlem en Made naar België,
Voor Klaas & Truida speelt het religieuze aspect van deze pelgrimstocht geen rol. maar het gaat hen vooral om het avontuur en de uitdaging.
Als ze zich op de derde fietsdag afvragen waar ze de Nederlands-Belgische grens oversteken, zegt een vrouw onderweg tegen hen: "ge zijt al in België".
Door België gaat het dan verder via Tournai naar de Belgisch-Franse grens.

Frankrijk
In Frankrijk fietsen ze via Honnecourt-sur-Escaut, Compiègne, Epone, Chartres, Vendôme, St. Avertin, Dissay, Nanteuil-en-Vallée, Angoulême, Montpon,Saugnax-et-Muret, Seyresse naar het Franse stadje St. Jean-Pied-de-Port, aan de noordelijke voet van de Pyreneeën, van waaruit de tocht verder gaat over de Pyreneeën naar Spanje.
Onderweg schrijft Dankert onder andere over; spoorzoeken, kamperen, een lekke band, hellingen &  versnellingen, ontmoetingen, pelgrimsstempels, 'it suurtsy fan buurfrou Auky', kathedralen, beelden van St-Jabik, het landschap, lekker eten, de heerlijke 'súkkela', wijnvelden en over 'pypskoft met stokbôl en kees'.
Het is een vlot leesbaar reisverslag, met tussendoor de grappige zinsneden van reflectie, die je ten diepste begrijpt als de geschreven taal je eigen moedertaal is.

Bildts op 'e Spaanse camino
Aan de overzijde van de Pyreneeën ("'t útsicht onderweegs is niet te beskriven, soa mooi") gaat het door dorpen en steden als Zubiri, Estella, Logroño, Belorado, Burgos, Carrion de los Condos, Sahagun de Campos. León, Astorga, Ponferrada, O Cebreiro en Portomarin naar Santiago de Compostela.
Dankert:

  • 't Gaat lang soafeul niet omleeg as dat 't omhoog gong ...
  • je motte je na 's lâns gebrúken skikke.
  • 't eerste dat wy sien 'n lúkse kooi met twee hinnen,
  • Groate bewondering hè wy trouwens foor die mînsen, die't de roete lopend ôflêge.
  • Deuze dyk het wel 't nadeel dat-y ferskrikkelik hobbelig is, de ribben rammele je in 't liif.
  • spitig dat soa'n printsy later maar 'n slop ôftreksel fan de werklikhyd sien laat
  • 'n Puddinky na en 'n half flessy wyn d'r bij! 't Leven fan deuze pelgrims is nag niet soa min.


Geen opmerkingen: