donderdag 4 februari 2016

Gastvrijheid en de regel van Benedictus

Woensdag 3 februari
Abt Gerard Mathijsen van de Benedictijner abdij St. Adelbert



















Van betekenis voor de pelgrim
Kloosters en broederschappen waren voor de pelgrim in vroegere tijden van grote betekenis: ze fungeerden onder andere als opvangvoorziening, als plek om op verhaal te komen, en als oord van zorg. Heden ten dage is hun aantal ver in de minderheid, vergeleken met de veel andere opvang- en overnachtingsmogelijkheden.
Zichtbaarheid en invloed van kloosterordes en broederschappen – in Spanje zijn ze er nog – zijn ontegenzeglijk minder geworden. Niettemin blijft hun aantrekkingskracht groot, vanwege hun historische betekenis, hun soms imposante gebouwen, en ook vanwege hun hedendaagse vormen van bezinning en spiritualiteit, in veel gevallen gebaseerd op een moderne interpretatie van de 'Regel van Benedictus'.

Kloosters, broederschappen en gastvrijheid in 5 lezingen
De 'Werkgroep Geschiedenis en Cultuur' van ons Nederlands (pelgrims)Genootschap van Sint Jacob organiseert in het eerste kwartaal van dit kalenderjaar een vijftal lezingen, waarin eminente sprekers hun licht laten schijnen over de betekenis van kloosters, van broederschappen en over het thema gastvrijheid, zowel in vroegere als in huidige tijden.
Het thema van deze lezingen serie is 'Kloosters, broederschappen en gastvrijheid', met als subthema 'Hun betekenis voor de pelgrim'. Deze lezingen worden aangeboden bij Institutio Cervantes te Utrecht.

Lezing 2 van abt Gerard Mathijsen
Vanavond woon ik samen met Sietske Visser uit hoofde van onze bestuursfunctie van Stifting Nijkleaster te Jorwert de tweede lezing bij, verzorgd door abt Gerard Mathijsen van de Benedictijner Sint-Adelbertabdij te Egmond-Binnen.
Gerard Mathijsen - in 1937 geboren te Weert - trad in 1958 in bij de Sint-Paulusabdij te Oosterhout. Na zijn monastieke vorming aldaar en een theologiestudie in Oosterhout, Egmond en Tilburg studeerde hij van 1967 tot 1970 aan het Orientale te Rome 'Theologie van het Christelijke Oosten' en aan de Vaticaanse bibliotheek 'Bibliotheekeconomie'. In 1978 kwam hij naar Egmond, waar hij vanaf 1981 Overste (abt) is.
De titel van zijn avondlezing is: 'Gastvrijheid bij Benedictus van Nursia en zijn Orde'.

Gastvrijheid en de Regel van Benedictus
Abt Gerard Mathijsen spreekt vanavond over de gastvrijheid volgens de 'Regel van Benedictus'. Deze levensregel kan een bron zijn van levensélan, levensoriëntatie en van levensstijl buiten de muren van het klooster. Zo kunnen de monastieke geloften worden toegepast in de hedendaagse samenleving zoals: orde en flexibiliteit, de kunst van het aandachtig luisteren, en het voortdurend werken aan het verbeteren van de levensstijl.
In zijn voordracht geeft hij in vogelvlucht een schets van de ontwikkeling van de Orde van de Benedictijnen, met name in Nederland. Daarna gaat Abt Mathijsen in op welke betekenis een abdij in de huidige tijd nog heeft.

Kloosterleven is gemeenschapsleven
Wetende dat hij vanavond voor tientallen leden van het Nederlands (pelgrims)Genootschap van Sint Jacob spreekt, begint abt Mathijsen zijn voordracht met het uitspreken van zijn waardering voor al die aanwezige pelgrims die ooit al eens als pelgrim naar Santiago de Compostela zijn gelopen.
Dan wil hij vervolgens eerst duidelijk stellen dat we als mens ook buiten de muren van een klooster een goed Christen kunnen zijn. Voor wie echter gehoor wil geven aan zijn roeping om voor de rest van zijn leven voortdurend op zoek te gaan naar God, is het intreden in een klooster een goede optie. Het is dan wel gewenst dat je een 'zoekend mens' bent, bijvoorbeeld ook zoekend naar de zin van het leven.
Het kloosterleven is 'gemeenschapsleven'. Iedere gemeenschap heeft een eigen 'regel'(maat) nodig. Je moet bijvoorbeeld bereid zijn om alles met elkaar en met de armen te delen.

De Orde van Benedictus
Benedictus van  Nursia (die leefde van circa 480-547) putte bij het formuleren van zijn 'Regel (van Benedictus)' ook uit de regels van andere abten. De Regel van Benedictus munt uit in duidelijkheid. De Regel is een voorschrift, maar de dienstdoende abt mag plaatselijke de Regel ook aanpassen, dus je kunt zeker wel leven volgens de Regel van Benedictus, zonder precies te doen als Benedictus.
Koning Lodewijk de Vrome (778-840) accepteerde alleen de Regel van Benedictus en vaardigde ook uit dat de kloosters in zijn territorium alleen de Regel van Benedictus mochten hanteren. Mede daardoor is deze Regel wijd verbreid. Tot de Middeleeuwen was de Regel van Benedictus erg belangrijk.
Kloosters waren vroeger de vaste punten van cultuur, religie en politiek.
Aan de hand van twee landkaarten van Nederland laat abt Mathijsen zien waar zich vroeger de abdijen van de Benedictijnen en Benedictinessen bevonden, en waar we vandaag de dag in Nederland nog Benedictijner abdijen vinden.

Leven en werken van de kloosterling
Een monnik blijft gedurende zijn hele leven een leerling. In een kloostergemeenschap is iedere monnik onmisbaar en belangrijk.
Van de monnik wordt gevraagd om aandacht te hebben voor alles wat hij doet. In de kloostergemeenschap moet orde zijn. Rust, ritme en regelmaat zorgen voor houvast in leven en werken. Kloosterleven vraagt om discipline.
De Benedictijn wil zich duurzaam verbinden aan de kloostergemeenschap. Een kloosterling gaat en staat voor Stabiliteit, Gehoorzaamheid en Armoede (inclusief het celibaat en het leven in gemeenschap van goederen, zonder privé-bezit).

Gastvrijheid van de Benedictijnen
Alhoewel de Benedictijner monniken binnen de muren van een abdij wonen, leven en werken, staat men als klooster wel open voor bezoekers. Gasten (vroeger bijvoorbeeld blinden, vrouwen met problemen, leprozen, soldaten, pelgrims, maar ook aanzienlijken; En tegenwoordig veelal monniken, pelgrims, reizigers) mogen in een Benedictijns klooster niet ontbreken; zij horen erbij. In een abdij met een gastenverblijf ontmoet je 'mooie mensen'.
Het 53e hoofdstuk van de 73 hoofdstukken van de Regel van Benedictus gaat over 'Gastvrijheid'.
Voor de Benedictijn moet God je grote Vriend worden in je leven; en dat zoek en vind je vooral ook in de stille afzondering.
Gasten ontvang je alsof je Christus zelf ontvangt. Gastvrijheid maakt deel uit van de eredienst. Je ontmoet de Heer in je gast, eigenlijk in iedereen. Benedictus vraagt dat je zorgt voor zieken en armen, en dat je eerbied hebt voor iedereen.
Tegenwoordig staan Stilte en Verdieping centraal, daarin je oriënterend op je bestaan. Er is veel aandacht voor persoonlijke vorming en voor godsdienstige beleving. Voor gasten en voor belangstellenden die zich oriënteren op een permanente intrede in de abdij gaat het ook om bijzondere ontmoetingen, die leiden tot verrijkende ervaringen. Daarin vind je rijkdom voor je geest.

De liefde gaat vóór de regel
Na de pauze toont abt Mathijsen op het grote beamerscherm een aantal foto's van beroemde Benedictijnse abdijen in Europa. Hij vertelt daarbij ook over de abdijen die hij in de afgelopen jaren heeft bezocht. Herkenbaar zijn bijvoorbeeld de mooie fotobeelden van beroemde pelgrimsplaatsen zoals Vézelay en Le Puy-en-Velay, die Durkje en ik tijdens onze twee pelgrimages op weg naar Santiago de Compostela gaandeweg ook hebben bezocht.
In een korte ronde is aansluitend nog gelegenheid om enkele vragen te stellen, die abt Gerard Mathijsen op vriendelijke en soms ook op humoristische wijze beantwoord.
Een mooi citaat uit zijn reacties op vragen:

De (Benedictijnse) Regel is mooi, 
maar de liefde gaat vóór, 
de liefde is belangrijker dan de regel.

En zo gastvrij als je van een Benedictijnse kloosterling mag verwachten, sluit deze wellevende abt van de Benedictijner abdij Sint-Adelbert van Egmond-Binnen af met de woorden:

Iedereen is van harte welkom in elke Benedictijnse abdij.

En ook vanavond wordt de hectiek van Europa en Nederland vandaag de dag in vraag en antwoord niet vergeten.
Abt Gerard Mathijsen leert ons, leert jou en mij:

We zitten met zijn allen met de handen in het haar,
maar we mogen/moeten de vluchtelingen niet buiten laten staan.

Geen opmerkingen: