maandag 3 augustus 2015

Pelgrimeren van San Román da Retorta naar Melide

Aankomst in Melide bij de Iglesia de San Pedro



















Van Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostela

Camino del Norte & Camino Primitivo > Irún – Santiago de Compostela

Camino Primitivo van San Román da Retorta naar Melide
Maandag 20 juli 2015 – 30,8 km.
Dag 35: 733,3 – 764,1 km

Eerste uitdaging voor chauffeur en passagiers
Iets vóór 6.30 uur gaat vanmorgen de wekker in het Spaanse Monterroso. Het is dan nog stil op de camping. Durkje en ik zijn de eerste gasten die opstaan, omdat we om 7.30 uur de camping al willen verlaten, om vroeg in de morgen van Monterroso naar Melide te rijden, vanwaar we een taxi willen nemen naar San Román da Retorta, waar we vandaag onze pelgrimsetappe zullen gaan starten. Als we onze auto in het centrum van Melide hebben geparkeerd, kunnen we direct met één van de drie gereedstaande taxi’s vertrekken naar ons startpunt. We moeten de taxichauffeur tweemaal uitleggen waar we naar toe willen, want dit kleine gehucht in ‘the middle of nowhere’ heeft hij (nog) niet (goed) op zijn geografisch netvlies. We leggen hem uit dat het richting Lugo is, en dan vertrekken we richting Palas de Rei. Daar stopt de chauffeur om in het café te vragen hoe hij het beste vanuit Palas de Rei naar ons startpunt kan rijden. Ook onderweg staan we nog enkele malen stil om hem zich te laten oriënteren hoe we door de Galicische binnenlanden in San Román da Retorta kunnen komen. Onderweg vraagt hij ook nog een tegemoetkomende automobilist naar de goede weg. Maar we komen heel goed aan in San Román da Retorta, en daar leggen we de chauffeur uit hoe hij ons bij de pelgrimsherberg kan brengen. De eerste uitdaging is dus geslaagd, ook tot zichtbare opluchting van de taxichauffeur. Dan staan wij enkele minuten vóór 9.00 uur klaar vóór de pelgrimsherberg O Cándido van San Román da Retorta, om van start te gaan met onze lange etappe van San Román da Retorta naar Melide, over een afstand van 30,8 kilometer.


Padvinden en Caminozoeken
Dan staat ons direct aan het begin van deze pelgrimsdag al een tweede uitdaging te wachten. De pelgrimsgids toont de originele route, en geeft aan dat je desondanks beter de variant kunt lopen vanaf de pelgrimsherberg. Die laatste raad volgen we op. Maar al spoedig komen we op een splitsing van een bospad links en een bospad rechts, waarvan de laatste aangeeft dat dát de Via Romana is. Dat laatste is de Romeinse variant op de originele camino, die we niet willen lopen. We nemen dus de andere afslag. Maar die blijkt in het geheel niet bewegwijzerd. In de wetenschap dat de reguliere route links van ons loopt, en door gebruik te maken van ons richtingsgevoel en voor de rest op goed geluk nemen we enkele malen een afslag, en dan volgt een heel lang pad door een natuurgebied, waar geen eind aan lijkt te komen, maar dat uiteindelijk wel bij een asfaltweg uitkomt. En laat op die plaats nu precies een caminowegwijzer staan, die aangeeft dat we de asfaltweg op moeten. We vermoeden – en dat wordt later bevestigd – dat we nu op de originele camino-route lopen.

Schakel van boerderijen en buurtschappen
De camino brengt ons al snel over mooie paden, langs velden en door bospercelen. We steken via een mooie natuurstenen vlakke loopbrug een snelstromend bosriviertje over.
Daarna komen we in Xende. En dan weten we zeker dat we goed zitten, want Xende staat in onze routegids als één van de dorpjes waar de originele Camino Primitivo doorheen gaat.
Verderop volgt een fraai akkerpad, waarbij we aan onze linkerzijde een prachtig uitzicht hebben over het heuvellandschap van Galicië.
Vlak vóór Senande steken we via een smal en gortdroog veldpad een weiland over.
Senande is niet veel meer dan een uitgebreide boerenhoeve. We groeten de boer als we over zijn erf ons pad vervolgen, en dan lopen we Senande al weer uit.
Over prachtige paadjes lopen we van boerderij naar boerderij en van buurtschap naar buurtschap. Hier en daar staat nog een oude hórreos op het boerenerf. Soms ook met een stenen kruis in top, als vroeg de boer middels het kruis om de door God geschonken oogst in de hórreos óók nog te beschermen.

Puente Romano
Vlak voordat we aankomen bij het riviertje Ferreira, komen we langs een Casa Rural, waar je kunt overnachten, dineren en ontbijten. Aan de man die op de binnenplaats staat, vragen we of we hier ook een koffiepauze kunnen houden. Dat kan, en binnen de kortste keren zitten we op het terras van Casa Rural Da Ponte met beiden een grote kop Café Americano.
Na de koffie lopen we naar de Ponte Ferreira.
Dat is een eenvoudige stenen boogbrug over de Ferreira, waaraan je kunt zien dat meer dan 2.000 jaar geleden de Romeinse weg hier over deze Romeinse brug – een Puente Romano – liep.
We steken de Ponte Ferreira over.
Een klein eindje verder lopen we door O Carballal, waar de mooie pelgrimsherberg van Ferreira is.

Eens gastarbeider in Nederland, nu boer in Leboreira
Na een stukje asfaltweg verruilen we die weer voor een onverharde weg binnendoor, die ons naar het dorpje Leboreira voert.
Enkele malen passeren we een affiche, met daarop de foto van een herdershond. Het affiche meldt dat deze hond de neiging heeft om een eind met pelgrims mee te lopen, maar dat moet je niet toestaan. En als de hond toch volhardt in zijn volggedrag, wordt gevraagd om het telefoonnummer in de halsband te bellen, want dan komt de eigenaar de hond terughalen. Dat honden soms kilometers met je meelopen, is een bekend fenomeen op de camino, dat weten we ook uit eigen ervaring. Sommige honden lopen dag in dag uit met pelgrims mee, om later – zo mogelijk - weer naar hun thuisbasis terug te keren. Wij hebben deze hond niet gezien.
In Leboreira moeten we om een tractor heen die de doorgaande dorpsweg nagenoeg verspert.
De boer heeft met de kiepkar zojuist hooi gelost. Bij de ingang van de boerenschuur raken we even in gesprek met de boer. Hij vertelt ons dat hij jaren geleden twee jaren in Nederland in een fabriek heeft gewerkt, maar dat dat op een gegeven moment niet meer kon vanwege een schouderblessure. Nu werkt hij hier dus op de boerderij.

Dorpjesroute
We komen door het dorpje Bouzacház.
Als we verderop een donkere schuur passeren, waarvan aan de wegzijde de schuurdeur open staat, zie ik een serie metalen kooien in de schuur staan, waarin een aantal konijnen verblijft.
In een bocht van de weg in San Xurxo de Agua Santas is enkele jaren geleden een soort Santiago-bron aangelegd. Door het hele bouwwerk stroomt van bovenaf het water vanuit de heuvel van verschillende kanten naar beneden, en in het bouwwerk staat een stenen beeld van een zittende Santiago (Sint Jacobus).
Daarna passeren we de kerk van San Xorxe.
En vanuit San Xorxe lopen we direct al Montecelo binnen. Slechts enkele meters staan de beide plaatsnaamborden van elkaar verwijderd.
Vervolgens komen we door het dorpje Merlán.

Afscheid in As Seixas
Als we in de buurt van As Seixas komen, zien we in de verte de Spaans-Nederlandse moeder Agata met haar Nederlands zoontje Felix weer wandelen. Nadat we hen hebben ingehaald, lopen we ongeveer een kilometer samen op naar As Seixas.
Naast Durkje wandelend showt Felix hoe hij zijn wandelstok al lopend kan balanceren op zijn hoofd en op zijn arm.
In As Seixas nemen we al weer afscheid van elkaar, want zij zullen hier vannacht overnachten in de betrekkelijk nieuwe pelgrimsherberg van As Seixas. Morgen lopen zij dan naar Melide. Wij lopen nu vandaag alvast door naar Melide, en zullen morgen een rustdag houden. Dan starten we overmorgen alle vier in Melide, richting Arzúa.
Verderop komen we langs een boerderij, waar ik in een hoek van een open schuur aan de wegzijde een stenen houtoven zie. Veel oude huizen in deze regio hebben zo’n stenen houtoven. Meestal ligt in de buurt van zo’n houtoven een kleine of een grote stapel brandhout, in de vorm van dunne takken, en zo ook hier.

Heuvelopwaarts ook in Galicië
Tot onze verrassing volgt later een stevige klim, enigszins – zij het in geringere mate – gelijkend op de bergbeklimmingen die we nog maar pas in Asturië achter de rug hebben. Er ligt een behoorlijk hoge heuvelrug vóór ons, die we gaan beklimmen. Op de veel hogere heuvelrug links van ons staat een serie windmolens.
De heuvel die wij beklimmen, wordt gekarakteriseerd door een aantal hoger uitstekende rotstoppen.
Ze zijn opvallend en kenmerkend voor deze streek. De heuvelhelling is voor een groot deel met paarsbloeiende heide begroeid.
We volgen het prachtige wandelpad over de flank van de heuvelhelling.
Links en rechts van ons zien we veel spinnenwebben, die door de dauw, nevel en hele dunne motregen van vanmorgen zijn beladen met hele fijne waterdruppeltjes. Het is een prachtig gezicht om die waterdruppels zo in het patroon van het spinnenweb laag te zien hangen tussen hemel en aarde.

Hospital das Seixas
In het eerste huis van het dorpje Hospital das Seixas woont waarschijnlijk iemand die van de regenboogkleuren houdt, want al vóór binnenkomst van dit dorp passeren we een zelf gefabriceerd plaatsnaambordje in kleur.
Enkele meters verderop is de stenen caminowegwijzer op mooie wijze met regenboogkleuren beschilderd. Bij het eerste huis waar op enkele plekken die regenboogkleuren terugkomen, liggen twee kittens over elkaar heen te slapen in de zon.
Als we Hospital das Seixas door zijn, komen we langs een grote schaduwrijke picknickplaats, waar zojuist een Spaans pelgrimerend stel heeft gepauzeerd. Zij volgen ons als we deze picknickplaats voorbij zijn.

Col met uitzicht op Melide
Het gaat nu verder heuvelopwaarts. We moeten alsmaar verder omhoog, totdat we boven op de col van deze heuvelrug zijn. Van bovenaf hebben we dan weer een prachtig uitzicht over het Galicische landschap.
Op het moment dat het aan de andere zijde van de col heuvelafwaarts gaat, krijgen we onze bestemmingsplaats voor vandaag – de stad Melide – in zicht. Alhoewel het door het prima zicht tamelijk dichtbij lijkt, weten we dat we zeker nog elf van de dertig kilometers hebben te gaan alvorens we in Melide zijn.
We gaan door, steeds maar weer door kleine buurtschappen.

Traditioneel boerenbedrijf
In boerenschuren zien we veel brandhout, en oude machines en tractoren. De agrarische sector is hier in deze regio tamelijk kleinschalig, en de boeren werken veelal met gedateerd materieel, tenminste als je het vergelijkt met de moderne machinerieën die Nederlandse boeren op de veel grootschaliger boerenbedrijven gebruiken.
We komen langs een boerenerf waar bij een stenen wasplaats enkele melkbussen staan. Op één van de melkbussen zie ik een teems. En een stapeltje was ligt er op het aflopende vlak van de oude stenen wasplaats tegen de gevel van het woonhuis. Hier wordt kennelijk nog met de hand gewassen op traditionele wijze bij de oude wasplaats van deze boerderij.

Bosbrand bij Vilouritz
In de plaats Vilouritz wijken we even van het doorgaande pad af om bij de kerk met de begraafplaats op een stenen muurtje te pauzeren.
De routegids schrijft dat deze etappe teveel asfalt onder de voeten geeft, maar als wij de hele route van vandaag beschouwen, vinden we juist dat we heel veel asfalt mijden. We komen grotendeels over schitterende paden, smalle bospaadjes, open veldpaden, onverharde boerenwegen, eeuwenoude karrensporen op veelal holle paden, en mooie heuvelpaden door bospercelen of in een heel open landschap. We genieten volop van die variatie aan paden, soms in de volle zon, maar heel vaak ook heerlijk koel over de door oude bomen geflankeerde paden. En ja, af en toe moeten we even over asfalt. Maar soms is dat ook wel nodig om van het ene naar het andere pad te kunnen lopen. Enkele kilometers voorbij Vilouritz lopen we over asfalt als we een bosperceel passeren waar nog maar kort geleden een bosbrandje is geweest. Het smeult nog en ruikt hier sterk naar de verschroeide aarde.

Gemeente, plaats en parochie
Onze laatste pauze – met ijs en thee - nemen we vandaag op het terras van een café in Villamor. Toen we vanmorgen vertrokken, was het al 18 graden Celsius. Het bleef lang aangenaam bewolkt en tamelijk koel, maar nu halverwege de midden breekt de bewolking open en wordt het warmer. De temperatuur is nu ongeveer 29 graden Celsius.
Vervolgens gaat het de laatste zeven kilometers tot Melide wel over asfalt. We passeren nog enkele kleine plaatsen, waar vooral het plaatsje Compostela onze volle aandacht krijgt. De plaatsnamen in deze streek geven boven de plaatsnaam aan in welke burgerlijke gemeente de plaats ligt, en onder de plaatsnaam  staat tot welke parochie de plaats behoort. Dit dorpje Compostela bijvoorbeeld behoort burgerlijk tot Melide en kerkelijk tot San Salvador.
Daarna komen we door Zaramil, ook van de parochie San Salvador.
En dan volgt het dorpje O Campiño, van de parochie Áncheles.
En als je dan denkt dat je Melide al in loopt, blijkt uit het plaatsnaambordje dat je eerst nog door O Forte Novo moet, dat tegen Melide aan is gebouwd.

Santiago in Melide
Na een lang en recht zonovergoten trottoir vanuit O Forte Novo lopen we uiteindelijk de stad Melide binnen. Dit is de plaats waar onze Camino Primitivo en de andere Camino Francés bij elkaar komen, en van hieruit de laatste 53,1 kilometer samen verder gaan als pelgrimsroute naar Santiago de Compostela. We komen Melide aan de noordzijde binnen, ter hoogte van de aan de discipel-apostel Petrus gewijde kerk, de Iglesia de San Pedro.
Drie jaar geleden – op de Camino Francés – bezochten we deze kerk ook al. Binnen vind je twee afbeeldingen van Sint Jacobus als apostel en pelgrim.
Vandaag is ook de zijkapel van deze kerk geopend, dus ook die ga ik even naar binnen, om die te bezichtigen.
Tegenover deze kerk is de kapel van San Antonio. Ook die bezoeken we. Hier staat in een nis een beeldje van een knielende pelgrim, wellicht Santiago.

Melide
Door de Rua Camiño-de-Ovedo wandelen we naar het stadscentrum.
We arriveren dan bij het drukke kruispunt waar de vier hoofdwegen bijeenkomen op een rotonde, ter hoogte van het centrale park en stadplein. Hier is veel verkeer, en hier en daar zie je de pelgrims die eerder vandaag al zijn gearriveerd in Melide; die hier vannacht waarschijnlijk zullen overnachten in één van de vele pelgrimsonderkomens die Melide heeft.
Nadat we enkele boodschappen hebben gehaald, lopen we terug naar onze auto, die we hier vanmorgen in het centrum van Melide hadden geparkeerd, en dan rijden we weer terug naar onze gezellige camping in Monterroso. Daar kamperen ook Peter & Cherrie, een Nederlands echtpaar, waarvan Peter eergisteren zijn fietspelgrimage van Dordrecht naar Santiago de Compostela heeft voltooid.

Geen opmerkingen: