dinsdag 30 september 2014

Een Bijbel in Gewone Taal voor de Koning

Dinsdag 30 september 2014
Onze koning is de beschermheer van het NBG

Bijbel in Gewone Taal
Er is een nieuwe vertaling van de hele Bijbel, gemaakt door het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG). Dat is de 'Bijbel in Gewone Taal' (BGT).
Het is een vertaling uit het Hebreeuws en Grieks, in gewone taal, de taal die we allemaal dagelijks gebruiken. Die gewone taal brengt de Bijbel dichtbij. Zo kan iedereen ervaren wat de Bijbel de mensen van nu te zeggen heeft.

Wat is gewone taal?
Gewone taal is de taal die we allemaal gebruiken als we iets vertellen of uitleggen aan anderen.
Het gaat om woorden die iedereen kent.
De zinnen zijn niet te lang en lopen goed. 
De tekst is duidelijk opgebouwd.
Je begrijpt wat de zinnen met elkaar te maken hebben en over wie of wat het gaat. 
Beeldspraak die moeilijk te begrijpen is, wordt verduidelijkt. 
De lay-out is overzichtelijk, met korte stukken tekst waar een kopje boven staat.

Overhandiging aan Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander
Morgen - woensdagmiddag 1 oktober 2014 - presenteert het Nederlands Bijbelgenootschap de Bijbel in Gewone Taal tijdens een bijzondere bijeenkomst in het World Forum in Den Haag.
Er wordt dan onder andere voorgelezen uit de nieuwe Bijbelvertaling; en enkele bijbelteksten worden muzikaal ten gehore gebracht door de formatie Adlicious.
Theatergroep Aluin voert dan een stuk op, speciaal gemaakt voor deze gelegenheid, waarin enkele bekende bijbelverhalen uit de Bijbel in Gewone Taal met elkaar zijn verweven.
Dr. Matthijs de Jong, bijbelwetenschapper bij het NBG en één van de vertalers van de Bijbel in Gewone Taal, zal spreken over de kracht van gewone taal.
En het hoogtepunt van het programma is de overhandiging van het eerste exemplaar van de nieuwe Bijbel aan Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander, de beschermheer van het Nederlands Bijbelgenootschap.

Presentatie op Televisie en Radio
Het programma in het World Forum te Den Haag wordt gepresenteerd door Jacobine Geel.
Radio & Televisie en schrijvende pers zullen ruim aandacht besteden aan deze feestelijke presentatie van de Bijbel in Gewone Taal, want iedereen die graag een duidelijke Bijbel leest, mag weten dat die er vanaf morgen is.
  • De overhandiging van de Bijbel in Gewone Taal wordt woensdagmiddag 1 oktober 2014 live op televisie uitgezonden op NPO 2 tijdens het programma 'Tijd voor Max'. Deze tv-uitzending - die begint om 17.35 uur - is een speciale coproductie van Omroep MAX en de NCRV.
  • Om 18.00 uur zal de uitzending van NCRV’s 'Schepper & Co' op NPO Radio 5 volledig in het teken staan van de Bijbel in Gewone Taal.
  • Daarnaast wijdt de NCRV op vrijdag 3 oktober 2014 een speciale tv-uitzending aan de BGT-presentatie, vanaf 18.30 uur op NPO 2. 
Na deze presentatie is de Bijbel in Gewone Taal te koop in de boekhandels, op internet en bij het Nederlands Bijbelgenootschap.

 

maandag 29 september 2014

Hans ontmoet Johannes


Maandag 29 september 2014
Hans vertelt na zijn ontmoeting met Johannes in de Bijbel in Gewone Taal























Bijbel in Gewone Taal
Er is een nieuwe vertaling van de hele Bijbel, gemaakt door het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG). Dat is de 'Bijbel in Gewone Taal' (BGT).
Het is een vertaling uit het Hebreeuws en Grieks, in gewone taal, de taal die we allemaal dagelijks gebruiken. Die gewone taal brengt de Bijbel dichtbij. Zo kan iedereen ervaren wat de Bijbel de mensen van nu te zeggen heeft.

Wat is gewone taal?
Gewone taal is de taal die we allemaal gebruiken als we iets vertellen of uitleggen aan anderen.
Het gaat om woorden die iedereen kent.
De zinnen zijn niet te lang en lopen goed. 
De tekst is duidelijk opgebouwd.
Je begrijpt wat de zinnen met elkaar te maken hebben en over wie of wat het gaat. 
Beeldspraak die moeilijk te begrijpen is, wordt verduidelijkt. 
De lay-out is overzichtelijk, met korte stukken tekst waar een kopje boven staat.

Voor wie is de BGT?
De Bijbel in Gewone Taal is voor iedereen die graag een duidelijke bijbel leest.
Voor sommige lezers is de Bijbel in Gewone Taal precies de vertaling die ze graag gebruiken. 
Voor andere lezers is het een waardevolle aanvulling.
De Bijbel in Gewone Taal is geschikt om kennis te maken met de bijbelse verhalen én om je te verdiepen in moeilijke teksten. 
Je kunt er zelf in lezen, of samen met anderen; en thuis of in de kerk, op school en in het pastoraat.


Overhandiging aan Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander
Op woensdag 1 oktober 2014 presenteert het Nederlands Bijbelgenootschap de Bijbel in Gewone Taal. 
Tijdens de presentatie wordt het eerste exemplaar van deze nieuwe Bijbel overhandigd aan Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander.
Deze overhandiging vormt het hoogtepunt van een gevarieerd programma, met sprekers, muziek en theater.
Het programma wordt gepresenteerd door Jacobine Geel in het World Forum in Den Haag.
Radio & Televisie en schrijvende pers zullen ruim aandacht besteden aan deze feestelijke presentatie van de Bijbel in Gewone Taal, want iedereen die graag een duidelijke Bijbel leest, mag weten dat die er nu is.
Na deze presentatie is de Bijbel in Gewone Taal te koop in de boekhandels, op internet en bij het Nederlands Bijbelgenootschap.

Lezen wordt ontmoeten
Hans en Josan hebben als één van de eerste lezers van de Bijbel in Gewone Taal de bijbelverhalen van Johannes en van Ester al gelezen.
Hans beleefde het lezen van dit mooie verhaal als een ware ontmoeting met Johannes.
Hans vertelt hieronder over zijn ontmoeting met Johannes:

HANS VERTELT HIER

zondag 28 september 2014

Het verhaal gaat door op De Ferdjipping

Zondag 28 september 2014
Geert Mak spreekt in Nijkleaster over God en Jorwert

De Ferdjipping
Nijkleaster in het Friese Jorwert is volop in beweging. Sinds de opening van dit nieuwe Friese protestantse klooster is er veel gedaan en gebeurd. Het aantal bezoekers is overweldigend; zo groot zelfs, dat we de Sint-Radboudkerk in Jorwert moesten aanpassen om onze (groepen) gasten op een goede manier te kunnen ontvangen. We hadden daarom dringend behoefte aan een tweede verdieping in de Voorkerk. In het Fries noemen we die extra bovenruimte nu: 'De Ferdjipping'.

It ferhaal giet fierder
Om het bouwen van deze nieuwe verdiepingsvloer mogelijk te maken, hadden we nog veel geld nodig. Meer dan tweederde van het benodigde geld was aanvang 2014 binnen, dankzij een aantal schenkingen, waaronder de toegezegde subsidie van de provincie Fryslân. Dat was alvast goed nieuws.
Om het resterende bedrag op korte termijn bij elkaar te krijgen, hebben we in maart 2014 een fondswervingsactie gestart met als titel 'Het verhaal gaat door' (Fries: It ferhaal giet fierder). Als we in het afgelopen voorjaar de laatste gelden binnen zouden krijgen, kon ons bouwproject al in de zomer van 2014 met voldoende financiële middelen van start gaan, zo dachten en hoopten we als bestuur.
Architect Romke Lemstra maakte een mooie animatie over de 'nieuwe’ Voorkerk, zoals die na de verbouwing er uit zou komen te zien. En toen begon onze actie.

Fotogeschenk van Han Reeder
Als bestuur van de Stifting Nijkleaster boden wij onze (bestaande en nieuwe) vrienden een unieke kans, namelijk: meebouwen aan de toekomst van Nijkleaster èn lid te zijn van een bijzonder gezelschap. Wie aan Nijkleaster in de afgelopen maanden € 1.000,- (of vijf jaar lang 200 euro) schonk voor deze verbouwing, krijgt vandaag als dank een bijzonder geschenk: een prachtige, ingelijste foto van de beroemde kunstenaar-fotograaf Han Reeder.
Fotograaf Reeder was onder de indruk van de kerk. Reeder fotografeerde in de kerk van Jorwert een Bijbel uit 1912: precies 100 jaar vóór de start van Nijkleaster.
Het inspireerde onze Nijkleaster-pionierspredikant Hinne Wagenaar tot de actietitel van het afgelopen voorjaar en in de zomer: ‘Het verhaal gaat door’.

Besloten bijeenkomst voor wie schenkt
Dit unieke foto-kunstwerk van Han Reeder wordt vanmiddag met een getekend certificaat (er waren maximaal 100 beschikbaar) uitgereikt op een besloten bijeenkomst in de kerk van Jorwert, waar onder andere architect Romke Lemstra, fotograaf Han Reeder, bestuursvoorzitter Henk Kroes, auteur Geert Mak en pionierspredikant Hinne Wagenaar aan meewerken. Iedereen die inmiddels een bijdrage van € 1.000,- heeft overmaakt - of heeft toegezegd - is persoonlijk voor deze bijzondere bijeenkomst uitgenodigd.
Voorts hebben we als bestuur ook al onze vrijwilligers uitgenodigd, om onze gasten (nader) kennis te laten maken met elkaar; (èn) met al die betrokken mensen die Nijkleaster een warm hart toedragen. We krijgen een prachtig middagprogramma gepresenteerd, onder leiding van Hinne Wagenaar. De opkomst is zo groot, dat we er nog twee rijen stoelen bij moeten plaatsen om iedereen in de bomvolle kerkzaal van Nijkleaster een zitplaats te geven.

In oarde dêr't de himel iepenteart
Onze pionierspredikant van Nijkleaster dominee Hinne Wagenaar heet alle aanwezigen van harte welkom, en vertelt over de voorspoedige start van Nijkleaster in Jorwert, en over succesvolle financiële actie die voorafging aan de bouw van de nieuwe verdiepingsvloer en de inrichting van de bovenzaal in de Voorkerk, die iedereen vandaag voor het eerst kan bekijken.
Daarna zingen we onder muzikale begeleiding van pianist Hindrik van der Meer - in het Nederlands en/of in het Fries - het mooie lied:
De freugde liedt ús nei dit hûs, hjir komt ús 't Wurd benei........
....... Wurdt dit in hûs, in oarde, dêr't de himel iepenteart,
dêr't ingels tsjûgje fan jo treast, dêr't elk Jo kennen leart?
(uit: Liedboek 280)

Het ritme van de houten balken
Tweede spreker is Romke Lemstra, de architect van Nijkleaster. Hij vertelt over de grote status en de monumentale waarde van deze oude kerk (1100) van Jorwert. De nieuwe 'Ferdjipping' is volgens Romke 'een intiem verscholen, bijna onzichtbare plek' geworden, maar vanuit de kerkzaal vanwege de transparantie ook weer zo zichtbaar, waarbij je het ritme van de dragende houten balken ziet doorlopen tot achter in de kerk, tot in 'De Ferdjipping'.
Fotograaf Han Reeder vertelt over zijn foto, waar de donateurs straks een gewaarmerkte en ingelijste afdruk van mee krijgen. Han Reeder: "Licht is alles. Fotograferen is schrijven met licht".

Extra verdiepingsvloeren in oude Friese kerken
Vierde spreker is Henk Kroes, de voorzitter van ons stichtingsbestuur van Nijkleaster. Henk biedt vanmiddag het eerst exemplaar van de ingelijste foto van Han Reeder aan aan de directeur van de Stichting Alde Fryske Tsjerken, de verhuurder van deze kerk van Nijkleaster. Henk Kroes roemt de positieve wijze waarop Gerhard Bakker zijn medewerking verleende om De Ferdjipping mede mogelijk te maken.
Na de aanbieding van het eerste fotogeschenk volgt een korte toespraak van Gerhard Bakker, waarin hij de analogie benoemt van de bouw en inrichting van nieuwe verdiepingsvloeren voor het Pelgrimsinformatiecentrum Sint Jacob in De Groate Kerk van Sint-Jacobiparochie en deze nieuwe verdiepingsvloer met De Ferdjipping, die hier nu vandaag worden gepresenteerd aan de aanwezige gasten. In het komende najaar volgt nog de restauratie van het kerkdak aan de zuidzijde en in 2015 zal ook het kerkorgel worden gerestaureerd. Zo werkt iedereen samen om de Sint-Radboudkerk van Jorwert voor de kerkelijke gemeente Westerwert en voor Nijkleaster zo optimaal mogelijk te kunnen gebruiken.
Dit deel van het middagprogramma wordt afgesloten met muziek van de Duitse componist Robert Schumann, op prachtige wijze op piano vertolkt door Hindrik van der Meer.

Jo prate as in dûmny
Daarna komt de keynote speaker van vanmiddag aan het woord: Geert Mak, de in Jorwert alom bekende oud-inwoner, en auteur van het boek 'Hoe God verdween uit Jorwerd'.
Hij vertelt dat de inwoners en vele anderen verheugd zijn met de komst van dit nieuwe klooster (Nijkleaster) in Jorwert, en dat de oprichting van Nijkleaster geheel los staat van de titel van zijn reeds genoemde boek. Zijn advies aan de Nijkleasterlingen: "Laat de Jorwerters in hun waarde; Jorwert is immers eeuwen lang al een blij en vrijdenkend dorp."
Dan gaat hij achtereenvolgens nader in op de woorden 'verdween', 'God' en 'Jorwerd', zoals die staan vermeld in de titel van zijn boek.
Ook alle bezoekers van Nijkleaster en Jorwert adviseert Geert Mak als volgt: "Nijkleaster is een groot project in dit uitgebalanceerde dorp. Respecteer die dorpsgemeenschap van Jorwert".
Daarna volgt een degelijke verhandeling over de verschraling van ons waardensysteem, zoals in hoofdstuk 6 van zijn boek geschreven, en geeft hij aan dat de tijd van de markteconomie als scheidsrechter van alles wat goed en kwaad is voorbij is in West-Europa.
Ook bekritiseert hij dat bijvoorbeeld de politiek en de samenleving zich niet moeten verschuilen achter de schijnzekerheid van al die cijfertjes, zoals bijvoorbeeld die verfoeide CITO-scores van bijvoorbeeld de nog steeds zo veilige dorpsschooltjes in de provincie Fryslân.

Religie verbindt
En over participatiemaatschappij en mantelzorg hoef je in dorpen als Jorwert helemaal niet te praten, want dat doen de Jorwerters al lang, en vrijwillig, en als volstrekt vanzelfsprekend!
En een politiek die zich loskoppelt van spiritualiteit moet zich realiseren dat ze eerder verdeelt dan verenigt. Geert Mak:
  • Religieuze spirituele waarden hebben we heel hard nodig om de 21e eeuw goed door te komen;
  • De oude en ook de nieuwe (Nijkleaster-)kloostertraditie is daarin zeker interessant, maar vooral ook onvermijdelijk.
  • Religie is een verbindende kracht, die verder gaat dan elk instituut.
  • Religie verbindt.
Aan het eind van zijn toespraak memoreert Geert Mak nog het dodelijke auto-ongeluk nabij Jorwert, waar een jongeman uit Jorwert onlangs bij om het leven kwam. Geert Mak daarover: "Die indrukwekkende manier waarop de mensen hier in Jorwert met dat ongeluk omgingen, dat is óók religie!".
Nadat de mensen in de volle kerkzaal deze indrukwekkende slotwoorden van zijn toespraak hebben beantwoord met een lang applaus, pakt dagvoorzitter dominee Hinne Wagenaar de draad van ons middagprogramma weer met een kwinkslag op, met de uitroep: "Man, jo prate as in dûmny!"

Until we meet again
Dan krijgt stichtingsvoorzitter Henk Kroes de gelegenheid om allen te bedanken, die in de afgelopen weken en maanden hun zo waardevolle bijdrage hebben geleverd aan de realisatie van deze prachtige Ferdjipping hier in de Voorkerk van Nijkleaster.
En dan komen Petra Ottema & Adrie Kaspers naar voren, om onder begeleiding van pianist Hindrik van der Meer tweetalig 'An Irish Blessing' voor ons te zingen, waarna wij allen eerst in de Friese vertaling van Hindrik van der Meer en dan in de oorspronkelijke Engelse versie deze mooie zegenbede van Saint Patrick diep uit het hart en gedragen zingen. De hoge kerkzaal wordt met de luide klanken tot in het hoge tongewelf gevuld, als wij afsluitend allen naar hartenlust zingen:
Dat it paad op dy takomt
en de wyn de goede kant útwaait,
dat de sinne blier dyn antlit beskynt,
de rein dyn lânnen myld bedript.
En oan't wy elkoar wer moetsje,
meist burgen wêze yn de palm fan Gods hân.

zaterdag 27 september 2014

Josan ontmoet Ester

Zaterdag 27 september 2014
Josan vertelt na haar ontmoeting met Ester in de Bijbel in Gewone Taal 
























Bijbel in Gewone Taal
Er is een nieuwe vertaling van de hele Bijbel, gemaakt door het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG). Dat is de 'Bijbel in Gewone Taal' (BGT).
Het is een vertaling uit het Hebreeuws en Grieks, in gewone taal, de taal die we allemaal dagelijks gebruiken. Die gewone taal brengt de Bijbel dichtbij. Zo kan iedereen ervaren wat de Bijbel de mensen van nu te zeggen heeft.

Wat is gewone taal?
Gewone taal is de taal die we allemaal gebruiken als we iets vertellen of uitleggen aan anderen.
Het gaat om woorden die iedereen kent.
De zinnen zijn niet te lang en lopen goed. 
De tekst is duidelijk opgebouwd.
Je begrijpt wat de zinnen met elkaar te maken hebben en over wie of wat het gaat. 
Beeldspraak die moeilijk te begrijpen is, wordt verduidelijkt. 
De lay-out is overzichtelijk, met korte stukken tekst waar een kopje boven staat.

De BGT
De Bijbel in Gewone Taal in het kort:
  • een betrouwbare vertaling uit de bronteksten
  • met bekende woorden
  • in korte zinnen
  • met heldere zinsconstructies
  • met duidelijke verbanden
  • in begrijpelijke beeldspraak
  • een overzichtelijke tekstindeling
  • met uitleg van bijbelse termen in een woordenlijst
Overhandiging aan Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander
Op woensdag 1 oktober 2014 presenteert het Nederlands Bijbelgenootschap de Bijbel in Gewone Taal. 
Tijdens de presentatie wordt het eerste exemplaar van deze nieuwe Bijbel overhandigd aan Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander.
Deze overhandiging vormt het hoogtepunt van een gevarieerd programma, met sprekers, muziek en theater.
Het programma wordt gepresenteerd door Jacobine Geel in het World Forum in Den Haag.
Radio & Televisie en schrijvende pers zullen ruim aandacht besteden aan deze feestelijke presentatie van de Bijbel in Gewone Taal, want iedereen die graag een duidelijke Bijbel leest, mag weten dat die er nu is.
Na deze presentatie is de Bijbel in Gewone Taal te koop in de boekhandels, op internet en bij het Nederlands Bijbelgenootschap.

Lezen wordt ontmoeten
Josan heeft als één van de eerste lezers van de Bijbel in Gewone Taal het bijbelverhaal van Ester al gelezen.
Josan beleefde het lezen van dit mooie verhaal als een ware ontmoeting met Ester.
Josan vertelt hieronder over haar ontmoeting met Ester:

JOSAN VERTELT HIER



vrijdag 26 september 2014

Ik ben op weg gegaan

Vrijdag 26 september 2014
Cover van de bundel pelgrimspoëzie

Camino de Santiago
Als zij mij vragen zou
wat ik het mooiste vond
dan zou ik antwoorden:
de weg die we samen liepen.
En of dit nu liefde heet?
Misschien wel,
maar niets is sterker dan
de stilte van de sterren.
(Thomas Rubico)

Pelgrimspoëzie
Het Vlaams Compostelagenootschap is de Belgische zusterorganisatie van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob. Beide zijn verenigingen waar (toekomstige) pelgrims bij andere pelgrims terecht kunnen voor de praktische en inhoudelijke voorbereiding van hun pelgrimstocht naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela.
Het Vlaams Compostelagenootschap gaf in het jaar 2012 een pelgrimspoëziebundel uit, met als titel 'Ik ben op weg gegaan'.

Poëzie is adem voor de ziel
Deze gedichtenbundel vertrok vanuit de pelgrimservaring. Voor deze poëziebundel werden 80 favoriete gedichten geselecteerd uit een groot aantal gedichten die leden van het Vlaamse en het Nederlandse pelgrimsgenootschap uit Vlaanderen, Nederland en uit Zuid-Afrika inzonden over de thema’s 'pelgrimeren' en 'de weg'. Daarbij was eigen dichtwerk van pelgrims, en ook poëzie van (niet) bekende dichters.
Een grote variatie aan auteurs en van allerlei aspecten van een pelgrimstocht komen in dit boek aan bod.
Hugo Visser - de voorzitter van de Leescommissie, die de selectie maakte - schrijft in zijn inleiding in deze dichtbundel:
  • Laat een gedicht telkens even bezinken, als het kan.
  • Gebruik de teksten als 'vitaminen', dus niet te veel ineens.
  • Af en toe een gedicht doornemen, kan deugddoend, verrijkend en rustgevend zijn.
  • Poëzie geeft alleszins diepgang, reflectie en richting.
  • Poëzie is adem voor de ziel, leeftocht voor onderweg ...
Woorden van de weg
Enkele citaten - met 'woorden van de weg' - uit deze bonte verzameling pelgrimsgedichten:
  • de camino blijft roepen (Herman Jansen)
  • ik schaar me in een lange rij van schrijders over grenzen (Thomas Rubico)
  • Geluk en genade volgen mij (Psalm 23)
  • Pelgrim zijn is leven zonder zekerheden (Manu Verhulst)
  • Laten wij ons houden bij de plaats waar we zijn. Er is schoonheid genoeg in hier zijn en niet ergens anders (Fernando Pessoa, in de vertaling van August Willemsem)
  • Ga op weg! Je hoofd weet niet waar je voeten je hart brengen. Ga! God gaat allang met je mee (auteur onbekend)
  • Onderweg leer je vergeten. Haast u, uiterst langzaam, want het einddoel is bekend (Willem Vermandere)
  • niet teveel omzien, en niet te veel ook vooruit (auteur onbekend)
  • je mag groeien in wie je bent, met de gaven die God je gegeven heeft (auteur onbekend)
  • De keuze is dus niet de weg, want die koos jou. De keuze is de wijze hoe die weg te gaan (Hans Stolp)
  • "Deel lief en leed, ga door zonder versagen" (Tijs Dorenbosch)
  • Beminde ik ooit zo diep, zo van alles ontbonden? (Herman Andriessen)
Goede God
Wijs mij de weg
naar stilte in mijn hoofd
en rust in mijn lijf.
Geef licht op mijn pad,
naar vrede in mijn hart
en liefde in mijn ziel.
(Aalt van de Glind)
 

donderdag 25 september 2014

Sjirk Brouwer exposeert in Stiens

Donderdag 25 september 2014
Expositie van Sjirk Brouwer in het gemeentehuis in Stiens















Fotografie als passie
Tot en met deze maand september 2014 exposeert de Friese fotograaf Sjirk Brouwer een selectie van zijn foto’s in het Gemeentehuis van de gemeente Leeuwarderadeel te Stiens.
Sjirk Brouwer (1980) groeide op in ons dorp Stiens, maar hij woont inmiddels al weer jaren in het iets noordelijker gelegen Hallum.
Sjirk Brouwer: "Op zeker moment kreeg ik belangstelling voor fotografie. In 1995 kocht ik mijn eerste analoge spiegelreflexcamera. Daarmee groeide mijn belangstelling voor fotograferen uit tot een ware passie. Toen het digitale tijdperk aanbrak, maakte ik de overstap naar de digitale fotografie. Na de aanschaf van mijn eerste digitale spiegelreflexcamera volgde ik een aantal cursussen portret- en modellenfotografie, om zo het fotograferen in de studio onder de knie te krijgen."
 
Fotografie is veelzijdig
Tot voor kort hield Sjirk Brouwer zich voornamelijk bezig met landschaps- en natuurfotografie, maar door het volgen van fotografiecursussen ontdekte hij toch ook het bijzondere van de  portret- en modellenfotografie.
Sjirk Brouwer: "Fotografie is oneindig; je leert elke dag, en je mooiste foto maak je morgen!"
 

woensdag 24 september 2014

Proefvisitatie voor MILTS & MISM

Woensdag 24 september 2014
De Proefvisitatiekamer is klaar voor de komst van de Proefvisitatiecommissie


















Audit
Prachtig is de Boardroom van Stenden Hogeschool in Leeuwarden ingericht met het oog op de Proefvisitatie van de twee Stenden-HBO-masteropleidingen 'Master of International Leisure and Tourism Studies' (MILTS) en 'Master of International Service Management' (MISM).
Twee dagen lang komt een Proefvisitatiecommissie op bezoek om te beoordelen of deze opleidingen qua documenten, deelnemers en organisatie klaar zijn voor de naderende visitatie. Het auditteam dat gisteren en vandaag de Proefvisitatie uitvoert, is samengesteld uit panelleden van binnen en buiten Stenden Hogeschool, waaronder de Manager Quality Assurance, een onderwijskundige, een student van een collega-masteropleiding, een collega-Head of School en twee vertegenwoordigers van de werkvelden waarvoor deze twee opleidingen de studenten opleiden.

Proefvisitatie
Gisteren en vandaag ben ik aanwezig bij briefings en bij de debriefings die deel uitmaken van het uitgebreide programma, waarin de onderzoekscommissie documenten bestudeert en spreekt met alle stakeholders van deze opleidingen.
De Proefvisitatie is een soort generale repetitie voor de echte visitatie, die in december van dit jaar zal plaatsvinden. Deze tweedaagse begint met een zogenoemde Showcase en een rondleiding langs de diverse onderwijsvoorzieningen in ons Leeuwarder hogeschoolgebouw. Daarna voert het audit team een groot aantal gesprekken met werkveldvertegenwoordigers, studenten, afgestudeerden, managementteamleden, docenten en studenten & medewerkers die lid zijn van de diverse onderwijscommissies die zorg dragen voor het ontwerp, de ontwikkeling, het aanbieden, het evalueren en verbeteren van en het afstuderen binnen een goed onderwijsprogramma.

Terugkoppeling in de Boardroom van Stenden
Voorlopige bevindingen
Aan het eind van deze tweedaagse komt een grote groep studenten, docenten en andere hogeschoolmedewerkers bijeen in de volle Boardroom, waar de Proefvisitatiecommissie een presentatie verzorgt over haar eerste bevindingen van deze twee auditdagen. Binnenkort publiceren zij nog hun Proefvisitatierapport, op grond waarvan de opleidingen zich verder voorbereiden op de Visitatie van december 2014.

Pleidooi voor vakmanschap

Dinsdag 23 september 2014 
Prof. dr. Govert Buijs

Vierluik over vakmanschap
Tegenwoordig maken velen zich zorgen om de ontwikkeling van vakmanschap; ongeacht of het nu gaat om de zorg, het onderwijs, de techniek of in de sturing door de overheid. 
Ons werk richten we tegenwoordig veelal in rond modellen, systemen en protocollen; en voor de factor 'mens' lijkt daarin steeds minder ruimte te zijn. 
Daarnaast wijkt praktische wijsheid tegenwoordig vaak voor afrekenbare maatstaven. 

Bezieling op de werkvloer
In samenwerking met het Friesch Dagblad en Tresoar organiseert het Regiocomité Fryslân van de VU-Vereniging in de periode van september 2014 t/m januari 2015 een lezingenserie (van vier avonden) over dit thema. Het gaat daarin zowel om de verdieping van het vraagstuk, als het aanreiken van oplossingsrichtingen. Gaan we bijvoorbeeld weer Gilden inrichten?

Deskundig en expert
Deze eerste avond in Tresoar te Leeuwarden wordt geopend door Siem Jansen (directeur van de Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij), die vanavond als gespreksleider het programma in goede banen zal leiden.
Regiocomitélid Govert Geldof verzorgt na deze opening een korte inleiding, waarin hij als het ware de theoretische draad door het gespreksonderwerp van vanavond weeft. Dat doet hij aan de hand van de zogenoemde 'Skills Acquisition' van Hubert & Stuart Dreyfus, die voor wat betreft 'vakmanschap' de volgende (oplopende) fasen onderscheidt: Beginner, Gevorderde beginner, Competente, Deskundige, Expert.
Govert Geldof geeft daarbij aan dat deskundigheid en expertise in diverse verbanden vaak moeilijk kan worden ingebracht. Naar de deskundige en naar de expert wordt in veel organisaties vaak niet geluisterd. Deskundigen en experts wordt veelal buitenspel gezet, want - zo wordt dan gezegd - zij zijn maatschappelijk niet inpasbaar.

Ontzieling & Bezieling
Vanavond bijt prof. dr. Govert Buijs (bijzonder hoogleraar Politieke Filosofie en Levensbeschouwing aan de Vrije Universiteit) het spits af. Hij richt zich vooral op de overheid en op het maatschappelijk middenveld, waarbij ook de historische rol die de religie speelde in het ontstaan van dit middenveld een rol speelt.
De titel van zijn lezing is 'Pleidooi voor vakmanschap - ontzieling & bezieling'. Hij begint direct maar met de vraag waarom je ooit bijvoorbeeld verpleger of lerares bent geworden. En voel je nu bijvoorbeeld onbehagen, omdat je nu misschien in een systeem (beroep/organisatie) zit waar die passie verdwenen is? 

Geschiedenis van de arbeid
Daarna volgt een historisch overzicht van de wijze waarop arbeid en beroep werden gewaardeerd. In de Oudheid bijvoorbeeld was werk van geen betekenis, maar de kloostertraditie gaf waarde aan werk (ora et labora), en het protestantisme bracht het beroep naar een soort 'roeping', tot de plek waar je tot je bestemming komt als mens.
Vervolgens passeren enkele culturele onderstromen vanaf de zestiger jaren, zoals: individualisering, ontzuiling, secularisering, pluralisering, rationalisering en politisering.

Pleidooi voor erkend vakmanschap
Gelukkig gloort er wel weer hoop, en zie je bijvoorbeeld in de dienstverlening dat er zo langzamerhand weer meer aandacht is voor de mens (in plaats van cijfers en systemen).
Buys somt een tiental elementen op die ons richting en doel zouden kunnen geven in een toekomst met weer meer aandacht voor de werkende mens, als een pleidooi voor vakmanschap, bestaande uit items als: samenlevingsbesef, roeping, gemeenschap, verantwoordelijkheid, bezieling, professie (transparante kwaliteit), metgezellen (gedeelde belangen), vertrouwen, ereloon en caritas/agapè (mijn bronnen aanboren, wat drijft mij ten diepste). 
 
Govert Buijs pleit voor een transitie naar een nieuw, coöperatief model: 
"We moeten nieuwe morele oefenplaatsen (waaronder ook maatschappelijke stages!) inrichten".

maandag 22 september 2014

Het Jacobspad

Maandag 22 september 2014
Cover van de routegids van het Jacobspad

I. Jabikspaad door Fryslân en Overijssel
Wie vanuit Nederland de pelgrimsreis naar het Spaanse Santiago de Compostela wil ondernemen, en fietsend of lopend van het Friese Sint Jacob (Sint-Jacobiparochie) naar het Spaanse Sint Jacob (Santiago de Compostela) wil gaan, kan diens pelgrimage beginnen op het Fries-Overijsselse Jabikspaad, dat van Sint-Jacobiparochie naar het Overijsselse Hasselt voert. In dat geval kun je ook nog van zee naar zee gaan, van de Waddenzee (ten noorden van Sint-Jacobiparochie) naar de Atlantische Oceaan (ten westen van Santiago de Compostela).

II. Jacobspad door Groningen, Drenthe en Overijssel
Maar wie bijvoorbeeld in de provincie Groningen woont en wie niet zozeer hecht aan bovenstaande symbolische start- en routeplaatsen, kan ook heel goed vanuit het Groningse Uithuizen door de provincies Groningen en Drenthe naar het Overijsselse Hasselt lopen of fietsen.
Beide Jacobus-paden vormen dus een onderdeel van de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela. Vanuit Hasselt fietsen en lopen de pelgrims van beide Sint-Jacobspaden zuidwaarts door Nederland, België, Frankrijk en Spanje naar Santiago de Compostela, waar volgens een eeuwenoude legende zich het graf van Jezus' apostel Jacobus bevindt.

Van Uithuizen naar Hasselt
Nadat Durkje en ik onze pelgrimage naar Santiago de Compostela via het Friese Jabikspaad hebben volbracht, vonden we het een goed idee om ook de Groningse aanlooproute eens te gaan bewandelen.
Zo gezegd, zo gedaan. We kochten de routegids van het Jacobspad en zijn op 26 mei 2013 vanuit Uithuizen op stap gegaan richting Hasselt. Aan het eind van onze achtste wandeldag - op 20 mei 2014 - wandelden we 212,5 kilometer zuidelijker de Overijsselse bedevaartsplaats Hasselt binnen. Als bewijs van aankomst kregen we in het Toeristisch InformatiePunt van Hasselt het stadsstempel in onze routegids, en was daarmee deze mooie langeafstandswandeling volbracht.

Klei, zand en water
Het eerste deel van het traject van bijna 45 kilometer voert je langs wierden (terpen) en mooie middeleeuwse kerken en oude molens over de vette Groningse klei naar de stad Groningen.
Ten zuiden van Groningen ga je door het Noord-Drentse esdorpenlandschap en door het Drentse Aa-gebied naar Rolde. En daarna ga je via het uitgestrekte Dwingelderveld en het Zuid-Drentse hoevenlandschap naar de oude Noordwest-Overijsselse Hanzestad Hasselt, gelegen in waterrijk gebied.
In de routegids is de route in beide richtingen beschreven. Durkje en ik hebben de route langs historische handelswegen, kerkpaden en langs wegen over oude zandruggen in zuidelijke richting bewandeld.

Acht etappes
Hieronder staat een overzicht van onze acht etappes, waarbij de onderstaande acht weblinks doorverwijzen naar onze verslagen van deze acht mooie wandeldagen:

zondag 21 september 2014

Startzondag 2014 gaat linksom

Zondag 21 september 2014
Welkom op Startzondag 2014 in De Hege Stins van Stiens















Welkom
'Heer u bent welkom, welkom. U bent welkom, grote Koning.
Wij heffen onze handen op.  Naar de God van alle eeuwen.
Heer u bent welkom, welkom.  U bent welkom, zoon van God.
Wij richten heel ons hart op U.  U bent welkom in ons midden.'

Met deze woorden worden we vanmorgen allen welkom geheten bij aanvang van de kerkdienst op deze Startzondag 2014 in De Hege Stins van Stiens.

Links
Het drietal bestaande uit onze kerkelijk werker Tine de Vries en het predikantenechtpaar dominee Desirée Scholtens en dominee Jaap Overeem verzorgen dit jaar samen met de huisband United de Startzondag-kerkdienst.
Het thema van deze kerkdienst is 'Links?!'
Veel dingen gaan zoals ze gaan, of zijn zoals ze altijd zijn geweest. Maar hoe ziet geloof eruit als het eens ánders gaat, en hoe ziet de kerk eruit als dingen opeens niet meer vanzelfsprekend zijn?; als we op zeker moment alle mensen met één of twee linker handen hard nodig blijken te hebben? Daarover wordt vanmorgen tijdens een trio-preek van de drie voorgangers nagedacht aan de hand van het bijbelverhaal van de linkshandige Ehud.
 
Lees het liturgisch centrum
Het liturgisch centrum verwijst naar het vele dat in deze startdienst allemaal staat te gebeuren.
De huisband heet iedereen muzikaal welkom, de oude en grondig gerestaureerde kanselbijbel is weer terug op de preekstoel, de legpuzzel verwijst naar de succesvolle 24-uurs puzzelmarathon van Yvonne van Meeuwen van gisteren en vannacht, de nieuwe knielbank wacht op hen die gaan knielen voor belofte, zegen, dienst en trouw; de lichtjes staan klaar voor de kindernevendienst van de basisschoolgroepen 1 en 2, de nieuwste kanselbijbel ligt klaar om gelezen te worden, een lelie vertelt ons dat één van onze gemeenteleden in de afgelopen week is overleden, en de wijnfles met de wijnglazen zijn een voorteken van de toost op het nieuwe kerkelijke seizoen.
 
't Zal om ons zelve gaan
Eigenlijk is heel veel van deze startzondag wel gezegd met het tweede couplet van Lied 971, als we samen zingen:
 
'God wil aan ons telkens weer tonen dat Hij genadig is en trouw.
Dat Hij met ons samen wil wonen, geeft ons moed voor dit gebouw.
Maar niet met steen en hout alleen is't goede werk gedaan.
't Zal om onszelve gaan.'
 

zaterdag 20 september 2014

Regional Projects of the Caribbean

Zaterdag 20 september 2014
Cover van het projectenboek 'Regional projects of the Caribbean'














International Biblework
Toen het echtpaar Patty & Erle Deira eind juni 2014 bij ons in Stiens op bezoek was, kreeg ik van de heer Deira (Managing Director voor internationaal bijbelwerk van het Amerikaanse Bijbelgenootschap) het projectenboek 'Regional Projects of the Caribbean'.
Dit is een gezamenlijke publicatie van zeven bijbelgenootschappen, waarvan vijf Caribische bijbelgenootschappen die het Caribisch gebied als hun primaire werkgebied beschouwen. Dat zijn de vijf Caribische bijbelgenootschappen van Oost-Cariben, Haïti, Nederlandse Antillen, Suriname en West-Indië. De andere twee zijn het Amerikaans en het Canadees bijbelgenootschap. Deze organisaties hebben afgesproken dat ze hun schaarse middelen zo efficiënt en effectief mogelijk inzetten bij de uitvoering van diverse bijbelwerkprojecten. Deze nieuwe vorm van samenwerking hebben ze in juni 2014 onder andere met dit projectboekje gepresenteerd tijdens de Rondetafelconferentie van de United Bible Societies (UBS), die dit jaar in Egmond aan Zee werd georganiseerd door het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG).

Affinity Group
Dit projectenboek begint met een inleiding van deze Caribische en Noord-Amerikaanse bijbelgenootschappen. Daarin worden de vier hoofddoelen opgesomd, staan de namen van de zeven samenwerkende bijbelgenootschappen, en wordt afgesloten met enkele uitspraken van de eerste vertegenwoordigers van deze bijbelgenootschappen.
  • It will help us synergize and optimize the use of our resources.
  • The ultimate change to become more self-sustaining through colaboration.
  • Together they can raise a mighty chorus.
  • It means a sense of unity, of enthousiasm for common interest and responsibility.
Stop Domestic Violence in the Caribbean
In veel landen in het Caribisch gebied zijn kinderen slachtoffer van huiselijk geweld. Het eerste project dat in dit projectboek staat beschreven, wil Kerken ondersteunen om slachtoffers en daders van huiselijk geweld te helpen. Centraal daarbij staan bewustwording, onderwijs & vorming, preventie en verspreiding van bijbelgeoriënteerd werkmateriaal dat daarbij preventief en curatief een goede dienst zou kunnen bewijzen.
Aan het eind van de projectbeschrijving wordt gevraagd om te bidden voor slachtoffers & daders en voor kerken die met huiselijk geweld te maken krijgen.

National Bible Quiz
Dit project wil leerlingen uit het basisonderwijs en uit het voortgezet onderwijs stimuleren om de Bijbel te gaan lezen, om hen te laten ervaren dat de Bijbel ook voor hen relevant en actueel is. Geprobeerd wordt om scholen, jeugdclubs en zondagscholen met elkaar te laten samenwerken, om zo de jeugd te stimuleren de Bijbel te lezen. Bijbellezen wordt zo aantrekkelijk mogelijk gemaakt, onder andere door op de nationale televisie een nationale bijbelquiz uit te zenden. In dit project staan centraal: positief gedrag, persoonlijke leiderschapsvaardigheden en bijbelse waarden.

Kids at Risk in the Caribbean
In het Caribisch gebied lijden veel kinderen aan armoede, geweld, verwaarlozing en aan ander asociaal gedrag. In Haïti komen daar bijvoorbeeld ook nog eens de nadelige gevolgen bij van de aardbeving die het land teisterde in het jaar 2012. Veel van deze risicokinderen eindigen helaas aan de verkeerde kant van de samenleving. Door begeleiding, onderwijs & vorming, liefde en hulp wil dit derde project deze risicojeugd weer hoop geven, en hen tijdig redden, alvorens zij ten prooi vallen aan misdaad, geweld, drugs en aan andere kwade invloeden.
De hierin samenwerkende bijbelgenootschappen vragen ons ook te bidden voor deze kinderen; dat ze gered zullen worden, dat ze op de goede weg blijven of komen en dat hun persoonlijke band met God hen laat ervaren dat zij zich bij God geborgen mogen voelen.

Bible movies by Caribbean youth
Dit laatste project beoogt dat jonge mensen in de Cariben een levenshouding aannemen die in overeenstemming is met Gods Woord, met de Bijbel. Daartoe probeert men de onbekendheid met de Bijbel weg te nemen, met behulp van creativiteit, innovatie, moderne technologie en het verwerven van Bijbelkennis. Daarbij wil men in de Cariben onder andere gebruik maken van de filmindustrie, want op de Bijbel georiënteerde films kunnen wellicht de jongeren erop wijze dat misdaad en goddeloosheid niet de goede weg zijn, en dat de Bijbel van belang is voor een goed leven.
Dit projectenboek bevat veel foto's van de diverse bijbelwerkprojecten in de Cariben. Eén van die foto's toont de filmopname van een jeugdgroep in Suriname, die een op de Bijbel geïnspireerde film opneemt over het Bijbelverhaal van Simson & Delila.

200e verjaardag met gebak voor het NBG

Vrijdag 19 september 2014
NBG-voorzitster Marleen de Pater snijdt het verjaardagsgebak aan












Feesttaart voor 200 jaar NBG
Bij een verjaardag hoort gebak, om de feestvreugde enige passende luister bij te zetten. De bestuursvergadering van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) begint vandaag in het NBG-kantoor te Haarlem met gebak, om het 200-jarig bestaan van het NBG als bestuur en directie met elkaar in kleine kring te vieren. Margo Koopmans draagt een mooie slagroomtaart - met daarop een karakteristieke foto van het Bijbelfestival - naar binnen, waarna onze NBG-bestuursvoorzitter Marleen de Pater de eer heeft om deze feesttaart aan te snijden, om daarna alle aanwezigen in deze vergaderkamer te trakteren op dit jubileumgebak. Het is het begin van de bestuursvergadering, waarin het tweede eeuwfeest van het NBG een prominente plaats heeft in onze gespreksagenda. Met koffie en dit gebak is in elk geval de vrolijke toon van deze bijeenkomst gezet.

Feestelijk deel
In het eerste deel van deze bestuursvergadering krijgen we drie presentaties.
  • De eerste presentatie wordt verzorgd door NBG-directeur Rieuwerd Buitenwerf. Aan de hand van teksten met foto's en korte filmbeelden blikken we samen terug op het geslaagde Bijbelfestival van 28 juni 2014 in DeFabrique te Maarssen, met als hoogtepunt de aanwezigheid van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix, de voormalige beschermvrouw van het NBG. Ruim tweeduizend gasten hebben genoten van een prachtig en gevarieerd jubileumfestival voor jong en oud. 
  • NBG-medewerkster Arjanne van Dorp verzorgt de tweede presentatie als projectleider van de Introductiecampagne van de Bijbel in Gewone Taal (BGT), die op 1 oktober 2014 in Den Haag zal worden gepresenteerd in aanwezigheid van Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander, onze huidige beschermheer van het NBG. Haar presentatie gaat over het campagneconcept, over de introductiecampagne en over de eerste reacties op de introductie van de Bijbel in Gewone Taal.
  • De laatste presentatie gaat over de voortgang van de introductie van de nieuwe NBG-website debijbel.nl en over het nieuwe lidmaatschapsmodel van de NBG ,dat deze maand wordt gepresenteerd. NBG-projectleider Lydia van der Meer laat ons tijdens haar presentatie ook deze buitengewoon mooie nieuwe website zien.
Zakelijk deel
In het tweede deel van deze bestuursbijeenkomst passeert een groot aantal overige onderwerpen de revue. Nadat de notulen en de schriftelijke en mondelinge mededelingen aan de orde zijn geweest, bespreken we de status en de plannen met betrekking tot enkele samenwerkingspartners, zoals Royal Jongbloed, het Vlaams Bijbelgenootschap en de Nederlandse Kerken, die in de afgelopen maanden door ons alle zijn bezocht met een delegatie van directie en bestuur.
In onze vorige vergadering bespraken we het accountantsverslag van het NBG, en vandaag ligt het actieplan van het NBG ter bespreking ter tafel, waarin de actiepunten worden genoemd, waarmee de werkorganisatie uitvoering geeft aan de adviezen van ons accountantskantoor.
Voordat rondvraag en sluiting aan de orde zijn, stellen we de data van de bestuursvergaderingen in het jaar 2015 vast en bespreken we welke bestuurders deel uit zullen maken van de NBG-delegatie die in november en december van dit jaar aanwezig zullen zijn bij de presentatie van de twee nieuwe Bijbels in Burkina Faso en Togo. Dankbaar zijn we dat de leden en de donateurs van het NBG het financieel mogelijk hebben gemaakt dat de inwoners van deze twee Westafrikaanse landen voortaan de Bijbel kunnen lezen in hun eigen taal, namelijk in de Moore-vertaling en in de Mina-vertaling. Wij een bijbel, zij een Bijbel.

donderdag 18 september 2014

Agnes Grishkov exposeert in Stenden Hogeschool

Donderdag 18 september 2014
Een deel van de schilderijen van Agnes Grishkov in de Stenden Art Galery













Schilderijententoonstelling
Tot en met 3 november 2014 exposeert Agnes Grishkov in de Stenden Art Gallery van Stenden Hogeschool te Leeuwarden.
Deze publiek toegankelijke expositieruimte bevindt zich op de begane grond achter het Auditorium van ons Leeuwarder hogeschoolgebouw aan de Rengerslaan.
Stenden Hogeschool organiseert deze expositie in samenwerking met het Leeuwarder Kunstbureau Art Connection.

Kleurrijk

Na jaren van workshops in Frankrijk, van reizen door Europa en met inspiratie-ideeën van Pascal Magis, begon Agnes Grishkov steeds meer met abstracten een fel-kleurrijke richting op te gaan.
Agnes: "Ik ben pas redelijk tevreden als mijn werk kleurrijk is, een juiste compositie en veel diepte en stijl heeft. Spanning en toch harmonie zijn voor mij sleutelwoorden. Ik probeer iets te maken dat het oog streelt".
Het resultaat van haar creativiteit is in de komende weken te bezichtigen bij Stenden Hogeschool in Leeuwarden.

maandag 15 september 2014

Good Education in an Age of Measurement

Maandag 15 september 2014
Cover van 'Goed onderwijs en de cultuur van het meten'

Goed onderwijs en de cultuur van het meten
In veel landen heeft de zorg om de kwaliteit van het onderwijs geleid tot een cultuur van meten & vergelijken. In dit boek van Gert Biesta wordt deze ontwikkeling kritisch bevraagd vanuit de veronderstelling dat de cultuur van het meten het risico in zich draagt de aandacht af te leiden van waar het in het onderwijs echt om zou moeten gaan.
Enerzijds wordt verkend waarom het zo veel moeilijker is geworden om de vraag ‘Wat is goed onderwijs?’ expliciet aan de orde te stellen, en welke gevolgen dit heeft gehad voor de kwaliteit van en de democratische zeggenschap over het onderwijs.
Anderzijds biedt de Nederlandstalige versie van dit boek ‘Goed onderwijs en de cultuur van het meten’ concrete handreikingen om de discussie over de doelen van het onderwijs op een nieuwe, meer precieze en meeromvattende manier aan de orde te stellen. Daarbij is er expliciet aandacht voor de ethische, politieke en democratische dimensies van onderwijs en onderwijzen.

Doelgroep
Dit boek is bedoeld voor onderwijsprofessionals: voor leraren en hun opleiders, voor politici en voor onderwijsbeleidsmedewerkers, die het er over eens zijn dat de vraag naar goed onderwijs en naar de zin van onderwijs een centrale en voortdurende zorg zou moeten zijn in de onderwijspraktijk, in het onderwijsbeleid en in het onderwijsonderzoek.
Wouter Pols schreef het voorwoord van dit boek.
Gert Biesta
Gert Biesta studeerde in de 80-er jaren Pedagogiek & Filosofie, en hij is momenteel als hoogleraar ‘Theorie en Beleid van Onderwijs & Opvoeding’ en als hoofd van het ‘Institute of Education and Society’ verbonden aan de Universiteit van Luxemburg. Zijn onderzoek richt zich vooral op de theorie en filosofie van opvoeding en onderwijs, op de relatie tussen opvoeding, onderwijs en democratie, op de methodologie van pedagogisch en sociaal-wetenschappelijk onderzoek, op beroepsonderwijs, volwasseneneducatie op de opleiding van leraren.
De pedagogiek hervonden
Bij Onderwijzen (dat is iets anders dan leren) draag je op een systematische manier kennis en kunde over, volgens aangenomen beginselen, waarbij altijd je waarden in het spel zijn.
De Pedagogiek (en ook dit boek) reikt daartoe principes en waardengeladen concepten en werkwijzen aan, en geeft zo richting aan het denken en handelen van de leraar.

Helaas is de pedagogiek in ons land gemarginaliseerd, en heeft de leertheorie de rol van de pedagogiek overgenomen, en kwam het leren steeds meer centraal te staan, ten koste van de pedagogiek.

Onderwijseconomie kwam in de plaats van onderwijspedagogiek, en daardoor gingen economische (in plaats van pedagogische) waarden domineren. Het leerproces werd aangestuurd, de kwaliteit van het onderwijs werd afgemeten aan de leerresultaten, en het gaat dan steeds meer om leeropbrengsten.
In dit boek presenteert Gert Biesta een uitgebalanceerde onderwijspedagogiek, die – naast Kwalificatie (kennis & vaardigheden & begrip; economisch, politiek & cultureel) - meer gericht is op Socialisatie (sociaal, cultureel en politiek verbinden), op Subjectwording (persoonsvorming: autonoom en onafhankelijk zijn in denken & handelen). Dan komen naast Effectiviteit, Efficiëntie en Klantgerichtheid andere waarden meer prominent in beeld, zoals: Subjectiviteit, Pluriformiteit en Verantwoordelijkheid voor leerling/cursist/student & wereld. Biesta is als het ware ook op zoek naar wat het betekent om mens te zijn, en/of mens te worden.

De taal van het onderwijs
Gert Biesta stelt in zijn voorwoord dat het veel onderwijspersoneel aan een taal ontbreekt om vragen te stellen over de doelen en bedoelingen van het onderwijs;   en dat ze vaak niet eens de mogelijkheid hebben om zulke vragen te stellen. Biesta wil met dit boek voorstellen bieden voor zo’n taal, om de vraag naar het doel van onderwijs een meer prominente plaats te geven in de onderwijspraktijk.

De zin van het onderwijs
Dit boek is bedoeld om een bijdrage te leveren aan de discussie over de vraag wat goed onderwijs nu precies is, èn over hoe we onze ideeën over goed onderwijs kunnen bespreken en (door)ontwikkelen.
Biesta schreef dit boek onder andere omdat hij vindt dat de vraag over wat goed onderwijs precies behelst, vrijwel volledig uit de discussie en uit de literatuur over onderwijs is verdwenen. Stellingname over onderwijs is veelal wel bepaald, en zo langzamerhand is de normatieve vraag naar goed onderwijs (over bedoelingen, doelen en waarden) helaas vervangen door allerlei technische en organisatorische vragen over efficiëntie en effectiviteit van processen. Biesta wil de lezer van dit boek (een nieuwe) taal geven om de juiste vragen te formuleren over het doel van onderwijs. Daarvoor is nodig dat alle bij het onderwijs betrokkenen voldoende tijd beschikbaar hebben - en in de gelegenheid zijn - en de vrijheid genieten (openheid en democratie) om te kunnen nadenken, te spreken en te oordelen over het doel en de zin van het onderwijs.


Hoofdstuk 1 – Waar is het onderwijs voor?
In dit eerste hoofdstuk schetst Gert Biesta een analytisch èn programmatisch kader (kwalificatie, socialisatie, subjectwording), om te werken met ‘de vraag naar goed onderwijs’. Hij doet dat door de samengestelde vraag te stellen over goed onderwijs tegen de achtergrond van de opkomst van de cultuur van het meten in het onderwijs (in beleid & praktijk). “Meten van onderwijsopbrengsten kan nooit de vraag naar de zin van onderwijs vervangen”, aldus Biesta. De taal van het ‘leren’ maakt het heel lastig om om te gaan met vragen over de zin en het doel van onderwijs, en met vragen over inhoud en relaties.
We zouden ons bezig moeten houden met het meten van wat we waarde(n)vol vinden, en we moeten ons bewust zijn van de verschillende rollen en van de aan elkaar verbonden functies (kwalificatie, socialisatie, subjectwording) van onderwijs, die elkaar deels overlappen (synergie) en soms ook conflicterend zijn aan elkaar. Biesta roept ons op om ons bewust te zijn van de complexiteit van deze materie, en om daar expliciet mee bezig te zijn.

Biesta: ‘De verhoging van de participatiegraad in het hoger onderwijs kan uiteindelijk het positionele voordeel van een hoger onderwijs-diploma teniet doen.’


Hoofdstuk 2 – Evidence-based onderwijs tussen wetenschap en democratie
In de hoofdstukken 2 en 3 analyseert Gert Biesta welke recente ontwikkelingen in het onderwijs hebben bijgedragen aan het verdringen van de vraag van het doel van het onderwijs.
Hij laat zien wat problematisch is aan de heersende ideeën over ‘evidence-based onderwijs’, maar geeft daar tegenover ook alternatieven om de verhoudingen tussen onderzoek, beleid en de onderwijspraktijk beter te begrijpen en te verbeteren: kies een aanpak waarin technische vragen over onderwijs in nauwe samenhang met normatieve, onderwijskundige en politieke vragen over wat onderwijspedagogisch wenselijk is, aan de orde worden gesteld.

Ook laat hij zien waarom, hoe en op welke manieren het moeilijker is geworden om vragen over goed onderwijs op een democratische wijze te stellen.
  1. Onderwijs kan niet worden opgevat als een interventie of als een behandeling.
  2. Evidence-based onderwijs is zich onvoldoende bewust van de normatieve dimensies van onderwijsbeslissingen; het beperkt de onderwijsprofessional in zijn/haar oordeel over wat onderwijspedagogisch wenselijk is.
  3. Aan de hand van Dewey’s praktische, transactionele (actie & gevolg) kentheorie laat Biesta zien dat onderzoek ons geen handelingsvoorschriften kan verschaffen, maar dat onderzoek alleen hypotheses kan bieden om problemen op een meer doordachte manier tegemoet te treden. Onderzoek kan ons wel vertellen wat in een bepaalde situatie heeft gewerkt, maar niet wat in toekomstige situaties zal werken. Onderzoeksresultaten moet je gebruiken om het probleemoplossen meer doordacht te maken. Oordeel niet alleen over de (onderwijspedagogische kwaliteit van de) middelen en over de technieken van onderwijs, maar ook continue over de (wenselijkheid van de) doelen van het onderwijs.
  4. Onderwijs is in essentie meer een morele praktijk, dan een technologische aangelegenheid.
  5. Als lesgeven enig effect heeft op leren, dan is dat omdat leerlingen datgene wat hen onderwezen wordt, proberen te interpreteren.

Hoofdstuk 3 – Onderwijs tussen verantwoording en verantwoordelijkheid

In dit derde hoofdstuk laat Biesta zien dat de vragen over de doelen en de bedoeling van het onderwijs in de afgelopen jaren zijn verschoven naar vragen over de efficiëntie en effectiviteit van onderwijsprocessen.
Gert Biesta maakt het volgende onderscheid tussen Democratisch en Bureaucratisch Verantwoorden:

  • Democratisch Verantwoorden: stelt normatieve vragen om te onderzoeken wat onderwijspedagogisch gezien wenselijk is. Het gaat uit van ouders/leerlingen/studenten als deelnemer in het onderwijsproces, met nadruk op normen en waarden. Hier spelen het publiek belang èn de publieke strijd over het algemeen belang, en over een rechtvaardige verdeling een belangrijke rol.
  • Bureaucratisch Verantwoorden: stelt procedurele vragen op grond van een financieel-economische context, met auditing en controle als doel. Resultaat is dat de onderwijspraktijk zich gaat aanpassen aan de principes van het verantwoorden, en van de controle, en van het auditing-proces. Het gaat uit van de overheid als leverancier en als geldverstrekker, die onderzoek doet naar de efficiëntie van de bestede overheidsmiddelen. De afrekencultuur richt zich op klantgerichtheid (op de belastingbetalende burger), op efficiëntie, op kosteneffectiviteit en op concurrentie. Het is een ‘managerialism’ van kwaliteitsbeheersing en verantwoording. Het doel is het bevredigen van individuele behoeftes. Dit model leidt vaak tot een reeks van verschillende en inconsistente vormen van centrale controle, met meetbare en controleerbare prestatie-indicatoren.
Biesta wijst erop dat we het Democratisch model helaas hebben losgelaten, en nu veel meer nadruk leggen op het Bureaucratisch model. In het heersende Bureaucratische model moet de ‘lat steeds hoger’, in plaats van dat wordt gediscussieerd over welke criteria en welke uitkomsten wenselijk zijn. We zouden meer aandacht moeten besteden aan het Democratische model, dus minder verantwoorden, en meer spreken over wat in het onderwijs wenselijk is. We zouden minder moeten hebben van een indirect (overheid vs scholen)  ‘vermarkt individualisme’ en meer moeten hebben van een directe verantwoordingsrelatie tussen ouders/leerlingen/studenten en scholen.
We zijn terecht gekomen in een bedreigende verantwoordingscultuur, in plaats van dat we de scholen stimuleren tot professioneel en verantwoord gedrag in het onderwijs. We hebben ‘kwaliteit’ beperkt tot ‘processen en procedures’, in plaats van dat we het bij kwaliteit hebben over ‘doelen en inhoud’.
Scholen en leraren vinden het inmiddels moeilijk om naar hun eigen professioneel oordeel te luisteren, omdat die schijnbaar tegen de behoeftes van de ouders/leerlingen/studenten ingaat. Ouders/leerlingen/studenten zijn daarentegen in een consumentenpositie gemanoeuvreerd, wat het voor hen lastig maakt om te vertrouwen op de professionaliteit van leraren/scholen. Partijen zijn dus in een patstelling terecht gekomen. De school is in een netelige positie tussen overheid enerzijds en ouders/leerlingen/studenten anderzijds terecht gekomen.
De verantwoordingscultuur heeft het erg moeilijk gemaakt om de relaties tussen enerzijds ouders/leerlingen/studenten en anderzijds leraren/scholen om te vormen tot verhoudingen die zijn gebaseerd op een gedeelde zorg voor het algemene onderwijsbelang.
Wellicht moeten we naar een verantwoordingsrelatie tussen enerzijds Overheid&School als producent en anderzijds Ouders&Leerlingen/Studenten als consument. Dáár moeten we op zoek naar het op valide wijze meten van de kwaliteit van het onderwijs, van de prestatie(s).
Vervolgens wordt in dit derde hoofdstuk aan de hand van het werk van Zygmunt Baumans beschreven op welke hoogte ‘verantwoording’ en ‘verantwoordelijkheid’ met elkaar verbonden kunnen worden. Gesteld wordt dat het volgen van regels en wetten ons nooit ontslaat van verantwoordelijkheid. Mijn verantwoordelijkheid voor de ander is altijd aanwezig. Alhoewel de moraliteit in onze moderne samenleving steeds moeilijker is geworden, hebben we geen andere keus dan te gokken/vertrouwen op ons geweten, dat ons de verantwoordelijkheid kan bijbrengen om niet te gehoorzamen aan het (bevel van het) kwaad.

Hoofdstuk 4 – Een pedagogiek van de onderbreking
Gert Biesta maakt in hoofdstuk vier duidelijk òf èn waarom het mogelijk is om betekenisvol onderscheid te maken tussen Socialisatie en Subjectwording, en dat het belangrijk is om hierbij te zorgen voor een pedagogische taal. Biesta vindt dat ‘subjectwording’ (het realiseren van onafhankelijkheid van de socioculturele en politieke orde) een intrinsiek onderdeel van al het onderwijs (met interesse in menselijke vrijheid) zou moeten zijn. Eerst geeft hij een korte reconstructie van de wortels van het moderne denken over onderwijs & opvoeding, dat is gestoeld op een specifieke opvatting over de bestemming van de mens. Daartoe begint Gert Biesta bij een representant van de Verlichting: Immanuel Kant (autonomie – vrijheid & onafhankelijkheid -, rationaliteit, kritisch), die een verband legt tussen opvoeding & onderwijs en menselijke vrijheid. Daarna bespreekt hij de vorm van humanisme, die een norm van ‘menselijkheid’ formuleert, op een manier die iedereen buitensluit die niet voldoet of niet kan voldoen aan die norm.
In zijn ‘pedagogiek van de onderbreking’ gaat Biesta (in tegenstelling tot dat normatief humanisme) uit van de vraag hoe we als unieke individuen (uniciteit) in onze wereld van pluraliteit en verschil ‘verschijnen’. Daarbij gebruikt hij het gedachtegoed van Hanna Arendt, over de modaliteiten van het actieve leven: arbeid (biologische levensprocessen in het lichaam), werk (een wereld creëren) en handelen (initiatief nemen met vrijheid – iets nieuws te beginnen - als bepalende kwaliteit). Pluraliteit is volgens Hanna Arendt de voorwaarde voor menselijk handelen, in een (pluriforme, diverse) wereld waar iedereen de kans heeft om te handelen, om te verschijnen en om vrij te zijn. Uniciteit kun je – in de ogen van Arendt - alleen laten zien als je het risico wilt lopen dat je initiatieven anders worden opgevat dan zoals je ze had bedoeld.

Emmanuel Levinas stelt een andere vraag over uniciteit, namelijk wanneer het ertoe doet dat je uniek bent. Dat ben je als jouw uniciteit ertoe doet, in die situaties waarin je niet door iemand anders vervangen kunt worden. In rationele gemeenschappen (zoals in een school-klas) spreek je als lid van die gemeenschap, maar je uniciteit komt pas in beeld als je met je eigen stem spreekt buiten de grenzen van de rationele gemeenschap (zoals bij een stervende, of bij een kind dat nog niet spreekt), waar we in een verantwoordelijkheid (in een essentiële, primaire en fundamentele structuur van de subjectiviteit) zijn gekomen, waar we niet kunnen (en niet mogen) ontsnappen. Het zijn de gemeenschappen die slechts sporadisch bestaan. Altijd en overal bestaat de mogelijkheid dat zo’n samenzijn zich voordoet, op die momenten waarop we ons blootgesteld zien aan de ander, of aan een ‘gebod’.

Als we – volgens Gert Biesta – de pedagogische verantwoordelijkheid zien als een verantwoordelijkheid voor het ‘verschijnen’ van unieke individuele wezens, dan mogen we leerlingen en studenten nooit beletten om in aanraking te komen met vormen van anders zijn, met vormen van diversiteit. Je zou dan je leerlingen/studenten immuun maken voor wat hen zou kunnen raken, voor wat hen zou onderbreken en/of verontrusten. We moeten jongeren dus de ontmoetingen niet beletten die onderbrekingen zouden kunnen zijn van hun ‘normale’ manieren van zijn, die een verantwoordelijke reactie van hen zou kunnen uitlokken. De ‘Pedagogiek van de Onderbreking’ (Biesta) wil derhalve de mogelijkheid van de onderbreking van de normale orde open houden.

Biesta: “We kunnen geen oordeel vellen over de kwaliteit van onderwijs als we niet helder hebben wat we er eigenlijk precies van verwachten”.
Hoofdstuk 5 – Democratie en onderwijs na Dewey
Hier behandelt Gert Biesta hoe het mogelijk is om in het onderwijs zowel volgens democratische principes te handelen (de wijze waarop democratisch onderwijs de principes van democratie implementeert), als aan de eisen (de kwaliteitsstandaarden) van het onderwijs te voldoen.
Bij het democratisch principe (burgers zijn betrokken bij de agendering en bij de beslissingen) bedient het onderwijs bepaalde (meerdere) principes, waarbij in de praktijk blijkt dat bepaalde belangen van sommigen altijd beter worden bediend dan die van anderen. Verschillende groepen willen ‘hun deel’ van het curriculum opeisen (claimen), maar als je toegeeft aan die specifieke belangen/interesses, dan is het resultaat dat je niet meer kunt garanderen dat onderwijs nog steeds de democratische zaak dient. We leven momenteel in een tijd waarin mensen het bestaan van een algemeen belang ontkennen (het verval van het publiek domein), waarin veel organisaties in het publieke domein steeds meer gericht zijn op afzonderlijke kwesties (belangengroeperingen), in plaats van op het algemeen belang.
Als je met dergelijke claims een beroep doet op de democratie, oriënteer je je niet op het algemeen belang, want jouw claims zijn immers gebaseerd op jouw individuele belangen. De belangrijkste functie en uitdaging van het publieke domein (het onderwijs) bestaat uit het definiëren van het algemeen belang en het produceren van publieke goederen (algemeen onderwijs). De kunst is dus hoe je algemeen onderwijs (niet-particularistisch, dat niet één visie vertegenwoordigt) ontwikkelt in een democratische setting.
Als onze samenleving alleen bestaat uit de som van individuen (het individu met eigen belang in het private domein, in plaats van de burger met algemeen belang in het publieke domein) die onder marktvoorwaarden (marktdomein) met elkaar handelen om hun individuele behoeften te bevredigen, vertegenwoordigt de staat (het publieke domein) niet langer het algemeen belang, maar rest voor de staat nog slechts een toezichthoudende functie.
Vraag: Als dat voor een samenleving geldt, zou je dat dan óók zo kunnen zien voor het onderwijs (een school, een opleiding) aan de ene kant, en de overheid (de Kamer, het ministerie, de NVAO, de Onderwijsinspectie) aan de andere kant?
‘Democratische’ eisen zijn niet de optelsom van particuliere verwachtingen, maar zijn altijd de (door collectief overleg) vertaalde eisen, die het resultaat zijn van de vertaling van ‘private zorgen’ in ‘collectieve kwesties’ (het algemeen belang).
In het onderwijs moeten we ons volgens Gert Biesta ook richten op de vraag hoe verschillende kennisgebieden mogelijkheden bieden voor de wijze waarop unieke individuen in de wereld komen. Daartoe moeten we de inhouden van het onderwijs echt serieus nemen. Inhoud-gerelateerd leren wordt pas pedagogisch relevant wanneer het een plaats kan bieden aan subjectwording.

Hoofdstuk 6 – Onderwijs, democratie en het vraagstuk van de inclusie
In het slothoofdstuk introduceert Gert Biesta een nieuwe manier van denken over democratie (iets sporadisch) en democratisering, waarin democratisering draait om het onderbreken van de bestaande democratische orde, in naam van de idee van gelijkheid.
Eerst behandelt Gert Biesta de vraag welke rol ‘inclusie’ (betrekken/insluiten) speelt in het denken over democratie, over het als betrokkene bij democratische overleg- en besluitvormingsprocessen mogen en kunnen beïnvloeden van de uitkomst. Daarbij onderscheiden we twee modellen:
  • Het aggregatieve model, dat democratie ziet als een optelsom van de (bijvoorbeeld op privébelangen gebaseerde) voorkeuren van individuen (meerderheidsmodel);
  • Het deliberatieve model, waarin beslissingen worden genomen op basis van het (in overleg) geven en nemen van argumenten door de (vrije, gelijke, rationele, redelijke, competente) deelnemers. Dit model heeft een veel sterker pedagogisch potentieel (educatiever en democratischer); hier ga je immers open en aandachtig met elkaar aan de slag. Deelnemers moeten hun voorstellen en claims rechtvaardigen, teneinde ze acceptabel te maken voor de anderen. Je oriënteert je als deelnemers dan ook vooral op wat in het openbaar gebracht kan worden, en gedragen zal worden. Aan dit proces mag je meedoen als je je committeert aan bepaalde waarden en als je democratisch gedrag vertoont.
Daar tegenover staat het begrip uitsluiting. Externe uitsluiting gaat over hóe èn dàt mensen buiten het proces van discussie en besluitvorming worden gehouden. Bij interne uitsluiting worden van de (begroete en publiek erkende) deelnemers hun claims en voorstellen niet serieus genomen, en worden zij niet met gelijk respect behandeld.
Bij inclusieve democratische communicatie ga je er van uit dat alle deelnemers beperkte kennis hebben en dat zij een kwestie benaderen met vooringenomenheid, vooroordelen, blinde vlekken en stereotypes. Deelnemers vragen dan om elkaars redenen en evalueren die samen en kritisch.
Aan het eind van dit hoofdstuk gaat Gert Biesta nader in op de denkbeelden die Rancière formuleert met betrekking tot ‘democratie’. Rancière onderscheidt:

  • Politie en Politieorde: iedereen heeft een specifieke plaats, rol of positie in een allesomvattende orde, hetgeen niet wil zeggen dat iedereen wordt betrokken bij het besturen van die orde, maar het bedoelt wel dat niemand wordt buitengesloten van die orde.
  • Politiek: de verstoring van de Politieorde in naam van de idee van de gelijkheid (dus versus plaats/rol/positie). Politiek is een conflict over het bestaan van een gedeeld podium, en over het bestaan en de status van de mensen óp dat podium.
  • Democratie: iets sporadisch als onderbreking van de politieke orde, vanuit het principe van gelijkheid, wat slechts af en toe in zeer specifieke situaties plaatsvindt.
  • Democratisering: een proces dat de bestaande orde onderbreekt vanuit een plaats die niet benoemd of geformuleerd kan worden in die orde. Het is daarentegen (door een impuls van buiten) een transformatie van die orde uit naam van gelijkheid. Door dit proces worden zij die nog geen deel uitmaken van het democratisch speelveld (door hen die er al wel in zitten) op grond van hun eigen handelen erin opgenomen.
Democratisering kan al snel worden beschouwd als imperialistische expansie, als een koloniale manier om meer mensen in (alleen) je eigen democratische orde op te nemen. Democratisch onderwijs kan veronderstellen dat je kinderen / leerlingen / studenten / cursisten opneemt in je eigen democratische orde, als ze voldoen aan jouw toegangseisen voor hun toekomstige deelname aan de democratie.
Gert Biesta pleit ervoor om geen onderwijs te ontwikkelen dat gebaseerd is op die koloniale mindset. Zo kàn democratisch onderwijs een rol spelen in de Politieorde, maar het kan zeker óók aansluiten bij democratiseringspraktijken die van buiten komen, die de bestaande democratische (Politie-)orde onderbreken, in naam van het principe van gelijkheid. Docenten zouden bijvoorbeeld leerkansen kunnen benutten en ondersteunen, die juist ook in die onberekenbare momenten (onderbrekingen) plaatsvinden, waar dan (de gewenste) democratisering plaatsvindt.

Het (doel)einde van het leren
Volgens Biesta moeten we meer gaan praten over de doelen van leren. Onderwijs vereist de vertaling van wat gewenst wordt in wat terecht als wenselijk kan worden beschouwd.
We moeten er rekening mee houden dat onderwijs onverenigbare rollen of functies vervult. Onderwijs moet ook altijd zijn gericht op de verwerkelijking van jouw en mijn en onze vrijheid, om jouw en mijn en onze initiatieven in de wereld te brengen. Deze subjectwording kan alleen in relatie met anderen plaatsvinden.

De cruciale vraag in dit boek is hoe die oriëntatie op vrijheid geformuleerd en gerechtvaardigd zou kunnen worden en in de praktijk kan worden gebracht. Daarover het gesprek gaan voeren, en daarmee aan de slag te gaan, betekent volgens Gert Biesta dat we aan het begin staan van goed onderwijs.

Gert Biesta:
“Leraren moeten aan de slag kunnen gaan
met de vraag ‘wat is goed onderwijs’,
zodat die vraag weer centraal kan komen te staan
in al onze onderwijsinspanningen”.