donderdag 7 augustus 2014

Pelgrimeren van Santillana del Mar naar Comillas

Van Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostela
Camino del Norte > Irún – Santiago de Compostela

Van Santillana del Mar naar Comillas
Donderdag 24 juli 2014 – 22,5 km.
Dag 17: 320,3 – 342,8 km


De San Pedro Advincula, gezien door de pelgrim uit cortex staal

Arroyo
Om 8.00 uur begint onze volgende wandeldag op de Camino del Norte. Vandaag vertrekken we vanaf onze Camping Santillana, vanuit Santillana del Mar.
Over een afstand van 22,5 kilometer wandelen Durkje en ik vandaag naar Comillas, nog steeds in Cantabrië.
We zijn nog niet zolang Santillana del Mar uit, als we al de eerste twee andere pelgrims passeren.
Het eerste buurtschap waar we doorheen komen, is Arroyo.

Oreña
Het is bewolkt. De temperatuur is aangenaam en er waait een zachte bries, die net voldoende verkoelt als we een heuvel op lopen. In de verte zien we in het dal de plaats Oreña liggen.
Links en rechts zijn weilanden, met hier en daar koeien, ezels en paarden.
Bij een vele meters hoge, bloeiende cactus verlaten we de doorgaande weg.
We gaan dan weer heuvelopwaarts naar de 16e eeuwse kerk van San Pedro de Oreña, hoog boven op de heuvel.

Caborredondo
Dan zetten we de afdaling in naar het gehucht Caborredondo.
We bezoeken de pre-romaanse Ermita San Bartolomé, een kapel uit nota bene de 9e eeuw.
De kapel is gesloten, maar aan de zijkant vinden we in een nis nog wel een grote gevelsteen met een combi-afbeelding van Jezus aan het kruis, een boom en een vis.
Voorbij deze kapel wandelen we Caborredondo, en daarmee ook Oreña, uit.

Warme hap met koffie van de boerin
De volgende plaats op de route is een bijzondere. We gaan naar San Martín de Cigüenza, waar we van plan zijn een kop koffie te drinken, indien dat daar tenminste mogelijk is. Als we het dorpje binnenwandelen, lopen we recht op een boerderij af met een binnenhof. In de opening van de poort staat een tafel met koffiekannen, brood, allerlei soorten broodbeleg, frisdrankblikjes en koffiekopjes. Daarvóór staat een tafel met stoelen er omheen. Duidelijk een particulier die hier iets probeert te verdienen aan de passerende pelgrims. Het ziet er keurig uit en als we maar even bij de tafel staan te kijken, komt de boerin in jurk en schort naar buiten. We bestellen voor beiden koffie en een broodje tortilla de patata, een heerlijk gerecht van gebakken aardappel, ei en ui. Ze belegt het stokbrood met een dikke laag, en dan genieten we van een heerlijke warme hap met een kop koffie erbij. Verderop in het dorp blijkt nergens iets te koop te zijn, dus we hebben als ware pelgrims op de juiste plaats en op het juiste moment, direct als de gelegenheid zich voordoet, besloten om onderweg iets te consumeren.

Peruaanse kerk met herenhuis
Na een korte pauze gaan we verder, want we willen vooral ook de bijzondere kerk van San Martín de Tours van dit dorp aanschouwen. Deze kerk heeft een Zuid-Amerikaans koloniaal aanzien, want hij werd hier in de 18e eeuw gebouwd in opdracht van een emigrant uit dit dorpje, die als kind naar Peru was geëmigreerd, daar een hoge ambtenaar werd, en met het geld dat hij in Peru had verdiend iets terug wilde doen voor zijn Spaanse geboortedorp. Daarom liet hij de kerk van de Kapucijnen van het Peruaanse Lima natekenen, en zorgde ervoor dat met die schetsen en met zijn geld hier in dit kleine Spaanse dorpje een enorme kopie van die Peruaanse kerk werd gebouwd.
Het is een omvangrijk gebouw geworden, met hier en daar - met oog voor detail - ook prachtig geconstrueerde elementen in steen gevormd.
Tegenover de kerk staat een groot herenhuis, dat aan dezelfde familie toebehoorde. Helaas staat het huis leeg, en is inmiddels al aan verval onderhevig. Jammer dat zo’n bijzondere plek over jaren getekend zal zijn met de ruïne van wat voorheen een buitengewoon voornaam herenhuis is geweest.

San Martín de Cigúenza
Naast de kerk staat nog een luxe landhuis, waarvan de tuin reikt tot aan de kerk. We lopen langs de ommuurde tuin van dit landhuis.
Daarna volgen we een smal asfaltweggetje met bermmuurtjes aan beide zijden.
Die voert ons naar een oud stenen bruggetje over een beek.
Aan de overzijde van dit beekje, wandelen we de rest van het dorp in. We passeren enkele tuinen met bomen waarin al rijpe citroenen hangen.
Er staat ook een oude kapel.
De kapel heeft een voorportaal met een ijzeren hek, waar je doorheen kunt kijken naar het interieur van de kapel. In de hoek van het voorportaal hangt een wit natuurstenen beeldje van een meisje met een grote schelp in de armen.

Zee weer in zicht
Via het smalle asfaltweggetje klimmen we over de beboste heuvelhelling naar de doorgaande weg. Als je daar achteromkijkt, zie je helemaal niets van dit verscholen unieke Spaanse dorpje. 
We gaan weer verder, en zien dan - na een de klim - vanaf de heuvel waarop we lopen tot onze verrassing ineens weer de kust en de Cantabrische Zee.

Cóbreces
Onze pelgrimsgids geeft aan dat we nu wederom op weg zijn naar een dorp – Cóbreces - met bijzondere bouwwerken. Al vanaf grote afstand zien we de opvallende kerk van San Pedro Advincula en de naastliggende trappistenabdij Santa María de Viaceli.
We moeten na een afdaling vanuit het dal een eind stevig klimmen in de richting van deze bijzondere gebouwen.
Als we boven zijn gearriveerd bij de doorgaande verkeersweg staan we aan de voet van deze bijzondere, rode kerk met haar witte accenten.
Als we dichterbij komen, zien we dat de kerk op afstand ogenschijnlijk in betere conditie is dan zij in werkelijkheid is. Iets verderop staat de trappistenabdij, met ertussenin een complex dat op dit moment in gebruik is als vakantieverblijf voor jongerengroepen.
Achter de kerk staat een pelgrimskunstwerk, gemaakt van cortex-staal. Uit de staalplaat is een meters grote pelgrim gesneden, die naast de staalplaat als het ware wegwandelt.
In het betonnen voetstuk is een pijl uitgebeiteld, met daarbij de momenteel veelgebruikte Spaanse pelgrimsgroet “Buen Camino”.
Aan de rand van Cóbreces verlaten we het dorp ter hoogte van de oude wasplaats.

Barga
We vervolgen onze weg over een slingerend pad door de beboste heuvels. Dit pad is een zogenoemde ‘barga’, een typisch oud Cantabrisch bergweggetje, waarover sinds mensenheugenis het vee en de reizigers liepen.
En ook nu weer komen we op zeker moment op een hoge plaats, vanwaar we de kust en de zee kunnen zien.
We passeren een richtingbord met daarop uitsluitend aangegeven dat je rechts naar Santillana del Mar en links naar Comillas kunt; precies de route die we vandaag wandelen.

Oog in oog met een hagedis
De asfaltweg waarover we lopen, komt ter hoogte van een kleine kapel uit bij een drukke verkeersweg, met aan de overzijde café-restaurant Venta de Tramalón. Dat lijkt gesloten, maar we zien een openstaand raam, èn er brandt binnen een lamp. Op goed geluk gaan we naar de ingang aan de achterzijde. De deur staat open, en dan komen we binnen in de grote gelagkamer, die vol hangt met tientallen grote en kleine koeienbellen en een assortiment houten wandelstokken.
We bestellen thee, sjouwen een paar stoelen naar buiten naar een tafeltje naast het café, en pauzeren hier heerlijk in de schaduw. Als we al een tijdje rustig zitten te eten en te theedrinken, komt heel schichtig een hagedis vanuit het struikgewas omhoog, en gaat precies voor onze ogen spiedend om zich heen zitten kijken. Omdat we bewegingloos zitten te kijken, blijft de hagedis minutenlang op geringe afstand om zich heen kijken; een prachtig gezicht, zo dichtbij.

Eloy Uranga Galan Tivo in La Iglesia
Via smalle binnenweggetjes wandelen we dan naar La Iglesia, het dorp met de kerk – de Iglesia de la Asuncíon - met een opvallende dubbele kerktoren.
Naast de kerk staat de deur open van een lager gelegen expositieruimte van een tekenaar-schilder. In de smalle ruimte hangt het propvol schilderijen en pentekeningen. Ik loop door naar achteren, naar het atelier, waar ik word ontvangen door de Spaanse kunstenaar Eloy Uranga Galan Tivo.
Als hij weet dat we uit Nederland komen, en dat we ook Duits spreken, begint hij in prima Duits druk te verhalen over zijn 26 reizen naar Duitsland. Hij toont een groot aantal schilderijen van Duitse steden aan de Moezel, zoals Koblenz en Cochem, en vertelt over zijn schilderijen van zijn geboortestreek, hier dichtbij. En we moeten vooral ook mee naar buiten, waar hij laat zien dat hij alle muren rondom zijn domein heeft beschilderd met fresco’s met Spaanse en Duitse voorstellingen.
Maar er is nog meer te zien. Hij gaat ons vóór door een donkere schuur waarin een verzameling afgedekte oude motorfietsen en fietsen staat, bij een trapje naar boven, dat uitkomt op een hoger gelegen deel van zijn tuin. Ook hier is een stuk buitenmuur dat hij uiteraard geheel heeft beschilderd met buitenfresco’s. Nadat we dit alles hebben bekeken en aangehoord, wijst hij ons de weg, om onze Camino te vervolgen. We bedanken hem voor zijn enthousiaste rondleiding en nemen afscheid van deze bijzondere man.

Pando
Na een warme klim – want intussen is het vandaag toch nog weer warm geworden – komen we in het kleine dorpje Pando. Langs de weg staat bij een kapel een houten bord, waarin met houtsnijwerk is aangegeven dat we in de kapel een stempel kunnen krijgen in onze pelgrimspaspoorten.
Wij dus naar binnen. Eerst maar even afkoelen in de koele, donkere kapel. Eindelijk ook eens weer een kapel langs de pelgrimsroute die open is. Durkje zet de pelgrimsstempels in onze paspoorten, en ik ga ondertussen even rond om enkele foto’s te maken van het interieur, waaronder een foto van een prachtig kleurrijk glas-in-lood-raam van een duif met brood en wijn.
Verderop in het dorp zien we ook weer grote huizen in de ons inmiddels welbekende ‘Indiano architectuur’ van de vroeger naar hier teruggekeerde Zuid-Amerikaanse emigranten.
En ook nu krijgen we op enige hoogte aan de rand van de bebouwde kom van Pando de kust en de zee weer te zien.
Bij de uitgang van het dorp is de toegangsweg van het Karmelietenklooster van San José.
In de bocht van de weg laten we ook Pando achter ons.
In de verte zien we hoog op de kust nog een kerkgebouw met een spits torentje hoog boven het heuvelachtige kustlandschap uit torenen.

Concha
Het is vandaag een wel heel bijzondere pelgrimsdag, want van vanmorgen vroeg tot aan het eind van de dag vallen we van de ene verbazing in de andere verrassing, ziende op het landschap, dorpstaferelen, bewoners, gebouwen, architectuur, natuur, en wat we allemaal nog meer te zien krijgen. We maken vandaag van al dat bijzondere en mooie onderweg zoveel foto’s, dat we vanmiddag al onze derde accu van de fotocamera moeten aanspreken om al dat moois te fotograferen. Vandaag hebben we bijna honderd foto’s gemaakt.
En zo komen we in het volgende verrassende dorpje: Concha.
Zo op het eerste gezicht niets bijzonders. Maar als we linksaf moeten, staan we voor een heel bijzonder straatje, de Calle Mayor, smal, met stenen geplaveid, en met een aaneenschakeling van diverse traditionele Cantabrische herenhuizen, compleet met de hier welbekende overhangende houten balkons.

Comillas
En dan begint het laatste deel van ons dagtraject. We lopen rond de helling van een heuvel en krijgen dan een breed zeezicht, met rechts de hoog opgaande kustrotsen.
Links zien we voor het eerst in de verte onze bestemming aan zee liggen: Comillas.
Via het steenachtige pad lopen we afdalend in de richting van Comillas.
Het eerste dat we prominent in beeld krijgen, is de kustcamping van Comillas, boven op de kustrots.
We steken de kustweg over, om daarna via een brug naar Comillas te lopen.
Tegen 14.00 uur wandelen we de bebouwde kom van Comillas binnen.
We gaan eerst hoog langs de camping en het strand naar de haven van Comillas.
Vanaf het haventerrein lopen we met een grote boog naar het oude centrum van deze mooie Spaanse kustplaats. Onderweg ontmoeten we nog de Duitse jongeman, die eergisteren zijn pelgrimage in Santander begon, die we tijdens zijn eerste wandeldag enkele malen ontmoetten en spraken. Hij heeft nu zijn derde wandeldag achter de rug, is nu even ver als wij, maar heeft ondertussen wel heupklachten opgelopen tijdens zijn eerste drie wandeldagen. Morgen wil hij niet al te ver lopen, om zijn heup enige rust te gunnen. Hij zal nu overnachten in de pelgrimsherberg, die hier in de oude gevangenis is gehuisvest. Wij nemen afscheid van hem en we wandelen dan door naar het stadsplein, waar ook de lokale taxi-standplaats is.
Een taxi-chauffeuse vertelt dat we niet met haar mee kunnen rijden, maar ze regelt voor ons wel een andere taxi. We nemen vanaf het stadsplein nog een oude Spaanse man mee, die slecht ter been is, die we verderop op een hooggelegen plaats bij een woonhuis afzetten, en dan rijdt de chauffeur ons met de taxi terug naar onze camping in Santillana del Mar.

Geen opmerkingen: