donderdag 7 augustus 2014

Pelgrimeren van Bilbao naar Portugalete

Van Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostela
Camino del Norte > Irún – Santiago de Compostela

Van Bilbao naar Portugalete
Maandag 14 juli 2014 – 17,7 km.
Dag 8: 144,4 – 162,1 km



Stempels van de Santa Maria-basiliek in onze pelgrimspaspoorten

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Terug naar Bilbao
Om 7.45 uur verlaten Durkje en ik de nog stille camping in Castro-Urdiales. Met de auto rijden we naar Portugalete, waar we de auto parkeren in een parkeergarage in het stadscentrum. De receptioniste van de parkeergarage belt voor ons een taxi, die al na enkele minuten voorrijdt. We geven de taxichauffeur het bestemmingsadres op van een kleine woonstraat in Bilbao, de plek waar we afgelopen zaterdag eindigden. Hij maakt ook dankbaar gebruik van de stadsplattegrond die we van de vorige taxichauffeur afgelopen zaterdag kregen, waarop de straat Lezeagu staat, waarnaar we op weg gaan. Om 8.45 uur zet hij ons af bij het pelgrimscafé, vanwaar we direct vertrekken voor onze dagtocht van Bilbao naar Portugalete, over een afstand van 17,7 kilometer.

Vergane glorie van zware industrie
Om de stad uit te komen, moeten we direct flink bij een berghelling op klimmen. Maar dan krijg je ook direct een mooi uitzicht over de enorme stad ver beneden achter je, in het rivierdal van de Nervión.
Als we om de berg heen draaien via een asfaltweg, zien we beneden in de vallei de eerste tekenen van oude industriële gebouwen, die al vele jaren niet meer in gebruik zijn.
Onze routegids geeft aan dat we vandaag door een gebied zullen gaan dat zich kenmerkt door een concentratie van veel zware industrie, waaronder veel overblijfselen van de industriële glorie van weleer. Tussen de bomen van de beboste berghelling door zien we op een gegeven moment een autosnelwegennet liggen, met aan weerszijden grote fabrieksgebouwen.

Lelijk of mooi?
We gaan het diepe dal in over stille hellingpaadjes, waar we niemand anders zien. Als we bij de snelwegen zijn gearriveerd, vinden we de plek waar we onder een snelweg door moeten lopen, om daarna te arriveren in het plaatsje Kastrexana. Ook hier weer een clustering van bedrijfspanden. Je zou het een oude rommel kunnen noemen, maar als je het eens ziet als bewaard gebleven resten van industrieel erfgoed, en als je goed kijkt met hoeveel zorg en met hoeveel oog voor detail de architecten van toen deze gebouwen hebben geschetst, dan zou je aanvankelijke afwijzing van oude fabriekspanden kunnen veranderen in waardering voor de vormen en kleuren van dergelijk industrieel erfgoed. Je ziet het mooie dus pas als je het ook wilt zien.

Puente del Diablo
Verderop naderen we de woonkern van Kastrexena langs een hoger gelegen voetgangerspad langs de spoorlijn en het treinstation van Kastrexena. Het station lijkt niet meer in gebruik te zijn. Toch zit er een vrouw in een wachtruimte te wachten. Wellicht kan er elk moment een trein komen en hier stoppen. Het zou best zo kunnen zijn dat vroeger velen vanuit de stad Bilbao hier op hun werkdagen per trein naar de omliggende bedrijfsgebouwen kwamen voor hun dagelijkse arbeid in de industrie.
We gaan ter hoogte van het treinstation met een spoorbrug over het spoor, en verderop wandelen we de oude stenen rivierbrug van de Puente del Diablo over om in het dorp te arriveren.

Camino over de Calzada
Voorbij het dorp volgt een zware klim via een slingerende asfaltweg. Op een gegeven moment kunnen we een stuk asfaltweg afsnijden. De route voert ons dan door het hellingbos over een zogenoemde Calzada, een eeuwenoude Spaanse weg, geplaveid met platte en ronde stenen. Hier loopt de Camino dus nog over een stukje middeleeuwse Calzada; heel bijzonder om je te realiseren dat je over zo’n oud pad hier je weg vervolgt. Informatiepanelen aan het begin en aan het eind van de Calzada vertellen je over dit bijzondere, oude stenen pad.

Druiven bij de kapel
Via het vervolg van de asfaltweg komen we in een hooggelegen buurtschap, waar een – overigens gesloten – kapel staat.
Een blaffende hond begeleidt ons een eindje bergafwaarts, waar links van ons een wijngaard ligt. De druiventrossen vormen zich zo langzamerhand al behoorlijk aan de voor ons hoog overhangende wijnranken.

Tapas en koffie
Vanaf grote hoogte naderen we een conglomeraat van stedelijke bebouwing en bedrijfsterreinen, diep in de vallei. Eerst komen we aan in Cruces. We lopen het eerste café voorbij, in de hoop en verwachting dat er verderop nog wel andere zullen volgen. Een jong pelgrimsstel komt juist op dat moment uit die eerste bar naar buiten lopen om hun weg te vervolgen. Ze lopen achter ons aan. Iets verderop moeten we linksaf door een parkachtig terrein, maar hier is de camino afgesneden met grote bouwhekken; en met tijdelijke, aangeplakte  provisorische gele camino-pijlen wordt een alternatieve route aangeven op bomen, verkeersborden en lantaarnpalen.
Als we een eind verderop in Cruces al lange tijd geen vervangende pijlen meer hebben gezien, zien we wel een buurtcafé onder een woonblok. Eerst pauze, eerst koffie, dan zien we straks wel of we goed zitten op de alternatieve omleidingsroute. Ook hier op de cafébar staan prachtig gedecoreerde, forse tapas-hapjes. We zoeken er wat lekkers uit, bestellen er twee koppen Café Americano bij, en genieten van de rust en van het lekkers.

Luister naar Spaanse gidsen
Als we de cafébaas vertellen dat we hier in Cruces de omleidingsroute van de Camino del Norte lopen, begint hij al voordat we hem dat kunnen vragen te vertellen hoe we ons alternatieve pad moeten vervolgen. Zo karakteristiek is dat, Spanjaarden helpen je gevraagd en ongevraagd voortdurend om de juiste koers vast te houden of te krijgen.
Als we al weer een eindje op weg zijn, en al weer op de gemarkeerde Camino-route lopen, en even stil houden voor overleg, komt er direct weer een Spanjaard aanlopen. Hij vertelt dat we nu halverwege Cruces en Barakaldo zijn, welke kant we op moeten, en als we onze weg vervolgen, loopt hij nog lange tijd op enige afstand achter ons aan. Je hoeft maar om te kijken, of hij wijst je direct weer de weg linksaf, rechtdoor of rechtsaf. Spanjaarden laten ook door hun aanwijzingen en uitleg blijken dat ze het bijzonder waarderen dat je als buitenlanders en als pelgrims hun Camino loopt.

Barakaldo
We komen aan in Barakaldo, ook al weer een grote stad in de inham van de rivier de Nervión, ten noordwesten van Bilbao. Het is hier een drukte van belang, op de doorgaande wegen, op de trottoirs, in de parken en in de woonstraten. Het is geweldig hoe goed de route van de Camino hier in Barakaldo is bewegwijzerd. Feilloos vinden we onze weg door die wirwar van verkeer en straten.
Aan de rand van Barakaldo komen we langs een begraafplaats.
Langs deze begraafplaats loopt een lange muur parallel aan ons voetpad, waarop een tientallen meters lange muurschildering van een bos is aangebracht, overigens ook aan de overzijde op een andere muur.
Halverwege de langste muur zijn ook twee pelgrims geschilderd in het bos, die van ons af lopen. Een heel herkenbaar plaatje, zoals je dat op de Camino vaak voor je ziet: twee pelgrims, met ieder een rugzak op de rug.

Guardia Civil
We lopen de stad uit, komen langs lange rijen bedrijfsgebouwen, steken een rivier over en wandelen dan voort over een rommelig terrein, met een smal voetpaadje langs een golfplaten schutting, die vol staat met schreeuwerige graffity. Niet het mooiste deel van de route van vandaag, maar wel heel karakteristiek voor dit gebied van glorie van weleer.
Een eindje verderop zien we een bijzonder tafereel. Links onder ons zien we bij de uitgang van een viaduct enkele groene wagens van de Guardia Civil staan. Op de weg bij de uitgang van het viaduct zijn de rijbanen afgescheiden met wegbakens, en aan weerszijden van de rijbaan staat een agent. Auto’s worden staande gehouden. De ene agent praat met de bestuurder, de andere agent loopt met een karabijn om de auto heen en inspecteert zorgvuldig de inhoud van de auto. Achter het viaduct bij de politiewagens staat nog een agent met een karabijn, niet zichtbaar voor de automobilisten, en enige meters verder dan het stilstaande voorbijkomende verkeer staat een andere agent met twee lange spijkermatten in elke hand, klaar om die op de weg te gooien als een automobilist het stopteken van zijn collega negeert. Al met al een indrukwekkend plaatje, hier op zo’n gedateerd bedrijventerrein. We observeren van enige hoogte dit strak geprotocolleerd staande houden van automobilisten, en vervolgen dan onze weg.

Sestao
De volgende plaats die we naderen, is Sestao.
Het is al wéér zo’n verlopen industriestad, getuige de enorme fabriekscomplexen van zware staalindustrie, waarvan een deel verlaten, en een deel ook nog wel in gebruik, getuige de enorme aantallen metaalrollen, die na het walsproces op het grote bedrijventerrein in de buitenlucht worden opgeslagen.
We lopen door naar het centrum van Sestao, waar we op een omsloten plein met speeltoestellen voor kinderen in een winkelcentrumsetting een rust- en etenspauze nemen op een bankje op dit plein.

De Palaciobrug van Portugalete
Nog twee á drie kilometer, dan zijn we in Portugalete, onze bestemming voor vandaag. De plaatsen Sestao en Portugalete lopen vloeiend in elkaar over. Als je goed let op plaatsnaamborden, dan zie je waar die overgang van stad naar stad is. Om 12.40 uur lopen we Portugalete binnen.
Het ziet er hier allemaal wat vriendelijker uit. Zo krijg je bijvoorbeeld direct al een schitterend uitzicht over de riviermonding van de Nervión, die iets verderop in zee uitmondt. Daar zie je ook beroemde Palacio-brug van Portugalete, de metalen gondelbrug die op grote hoogte het hele rivierdal overstrekt van oever tot oever.
Een passagiersgondel schuift - hangende aan dikke stalen kabels - van de ene oever (Portugalete) naar de andere oever (Getxo). Al vele jaren worden passagiers zo van de ene oever naar de andere rivieroever vervoerd.
Onder ons, op de havenkade, staat een mooie geel-blauwgekleurd havengebouw. Van bovenaf zien we dat in elk geval ook de VVV in dit gebouw is gehuisvest.

Het Parochiestempel van de Santa María-basiliek
Opvallend is dat Portugalete heel mooie wegwijzers heeft geplaatst om duidelijk de richting van de Camino aan te geven.
We worden naar de Santa María-basiliek van Portugalete geleid, die we binnengaan. We zijn nog maar net op tijd, want – zo blijkt – de kerk gaat voor de middagpauze dicht. Direct bij binnenkomst worden we welkom geheten, en direct meegevoerd naar een zijkamertje van de basiliek, waar in hoog tempo twee mooie parochiestempels in onze pelgrimspaspoorten worden geplaatst. De man noteert in een uitgebreid register dat wij twee pelgrims uit Nederland zijn, en dan wordt ons gevraagd om de kerk te verlaten, omdat die dicht gaat. Wij doen onze spullen weer in de rugzak, en ondertussen drijft de man alle andere gasten – veel toeristen – uit de kerk, ook vanuit het kerkmuseum, dat een toegangsdeur heeft aan de zijkant in de basiliek. Binnen enkele minuten staat iedereen buiten.

Camino met loopbanden
Door de mooie binnenstad van Portugalete wandelen we verder in de richting van het stadscentrum.
Oud en nieuw zijn ook hier duidelijk zichtbaar. Voorbij het oudste deel van het stadscentrum komen we in een veel nieuwer deel, met zichtbaar nieuwere bedrijfspanden en woonblokken. In een sterk stijgende straat heeft men hier enkele loopbanden in het trottoir aangebracht, waardoor je heel ‘easy’ van het lagere deel naar het hoger gelegen deel van de straat kunt komen. Wij lopen over die rolband naar boven; puur gemak, en lekker snel.

Terug in de parkeergarage
In één van de winkelstraten die we door lopen, kopen we bij een warme bakker enkele broden, en dan zijn we al heel snel gearriveerd bij de parkeergarage – gelegen naast de Camino – waarin we vanmorgen onze auto hebben geparkeerd.
Met de auto rijden we terug naar de camping in Castro-Urdiales.
Na de warme rustdag van gisteren, hebben we vandaag weer heel mooi wandelweer gehad. Het was zwaar bewolkt, aanvankelijk wel een beetje benauwde atmosfeer, een heel klein beetje motregen, maar gedurende het grootste deel van de dag aangenaam fris wandelweer, dat ons wandelgenot zeker bevorderde.

Geen opmerkingen: