maandag 5 mei 2014

Pelgrimeren van Saint-Jean-Pied-de-Port naar Bidarray

Un Chemin de Saint-Jean-Pied-de-Port à Irún

Pelgrimeren van Saint-Jean-Pied-de-Port naar Bidarray
Zondag 27 april 2014 - 22 km.
Dag 1: 0 – 22 km.
Op de Col de Gastigar in de Franse Pyreneeën
 

















Wakker worden in Beilari
Rond 7.00 uur staat de eerste van de acht pelgrims in onze slaapzaal in de refugio Beilari in Saint-Jean-Pied-de-Port op, en begint zich stilletjes voor te bereiden op de komende pelgrimsdag in de Pyreneeën. Spoedig staan ook anderen – en ook Durkje en ik – op en dan is het binnen de kortste keren een heen en weer lopen van pelgrims in de slaapzaal, met knisperende plastic zakken als de in deze setting gebruikelijke bijgeluiden. De nacht zit er op, en de indrukwekkende trektocht door de Pyreneeën gaat vandaag voor iedereen beginnen. 
 
Pelgrimeren door de Franse Pyreneeën
Durkje en ik zullen vandaag in westelijke richting het pelgrimspad richting Irún door de noordelijke uitlopers van de Pyreneeën volgen, evenals Frans Beckers uit Sevenum, een andere Nederlandse pelgrim, een voormalige Limburgse basisschooldirecteur, die na twee weken hospitaleren in het noord-Spaanse Roncesvalles in de pelgrimsherberg van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob in de komende dagen dezelfde oost-west-route zal volgen, die wij ook lopen. Frans heeft onze routebeschrijving gisteren gekopieerd bij het toeristenburo in Saint-Jean-Pied-de-Port, dus ook hij kan vanmorgen de tocht goed geïnformeerd aanvangen.
Alle andere pelgrims hier in Beilari vertrekken vandaag in zuidelijke richting op weg naar de Camino Franchés in Spanje. Enkelen gaan vandaag niet verder dan het 8 kilometer verderop gelegen Orisson, maar anderen durven de hele oversteek over de Frans-Spaanse Pyreneeën naar Roncesvalles in noord-Spanje vandaag wel aan.
Tussen 7.00-8.00 uur schuiven alle pelgrims aan de twee lange ontbijttafels voor een goed ontbijt. Iedereen heeft zijn eigen tempo. Waar de één nog moet beginnen met het ontbijt, neemt een ander al afscheid voor de komende avontuurlijke tocht door de Pyreneeën. Frans is eerder klaar dan wij, dus hij vertrekt ongeveer een half uur eerder dan wij. Wellicht zullen we hem later vandaag nog wel ergens ontmoeten.
 
Vertrek uit Saint-Jean-Pied-de-Port
Letterlijk klokslag 8.00 uur staan Durkje en ik buiten bij de ingang van herberg Beilari. Onze gastheer heeft ons nog een stevig lunchpakket meegegeven voor onderweg en hij neemt enthousiast afscheid van alle gasten, alsof alle gasten voor één nacht zijn hechte vrienden zijn.
Buiten regent het licht, en de voorspelling is allesbehalve florissant, dus we besluiten bij de pelgrimswinkel verderop in de hoofdstraat voor ons beiden een lange regenjas te kopen, die zo groot is dat hij ook royaal over onze grote rugzakken kan worden gedaan. Iets na kwart over acht staan we op de brug over de rivier de Nive, die door Saint-Jean-Pied-de-Port stroomt. En dan is het zover dat we dit schitterende pelgrimsstadje in westelijke richting verlaten.
 
Uhart Cize en Nive
In het dorpje Uhart Cize gaan we over een stijgende weg naar en langs de kerk en het Jeu de Pelote-veld. We steken de Nive d’Arneguy over en komen dan eerst langs de dorpskerk van Nive. In de bergweiden links en rechts weiden verschillende schapenrassen, ezels, koeien en paarden. 
 
Lasse
Vanuit Nive lopen we naar Lasse. Als we in Lasse bij de dorpskerk arriveren, is het nagenoeg droog, dus de regenjassen kunnen uit, en die hoeven gelukkig de rest van de dag ook niet weer aan. Het weer is vandaag wel wisselvallig, met af en toe lichte regen, harde koude wind en toch ook nog aangename zonneschijn. Maar over het weer hebben we niets te klagen, want het is doorgaans prachtig wandelweer.
 
Einde bewegwijzering
Tot nu toe is het eenvoudig om de weg te vinden, want vanuit Uhart Cize volgen we een stukje van de wandelroute GR10, die prima bewegwijzerd is. Maar als we in een hoger gelegen klein bosperceel komen, is dat uit met de pret, want onze routebeschrijving geeft aan dat de GR10 hier links gaat en dat wij hier rechtdoor moeten. Dat het vanaf hier al moeilijker wordt om de goede weg te volgen, blijkt al direct, want Frans gaat hier rechtsaf (blijkt later vandaag), waar wij gelukkig rechtdoor het enigszins verscholen en goede pad rechtdoor volgen.
 
Anhaux en Urane
We volgen eerst de vage bordjes richting Madaria. We passeren mooie snelstromende bergbeekjes. Verderop staat een groep koeien in de bergweide, met alle een kalf erbij; kortom een gezellige weide. We komen dan enkele kilometers verderop in het dorpje Anhaux aan. Voorbij de paardenstallen van Urane nemen wij na een weg linksaf een afbuigend pad naar rechts, maar dat blijkt een toegangsweg van enkele huizen te zijn, en bovendien loopt het dood. We gaan dus terug en vervolgen ons eerstgenomen halfverharde pad. 
 
Koffie in Iroulégy
Dat blijkt goed te zijn, want we komen aan bij het dorp Iroulégy, gelegen aan de D-15. Daar hebben we geluk, want in het kleine dorpje Iroulégy is het moderne café-restaurant geopend, waar we op het buitenterras pauzeren met een heerlijke kop koffie. Tot nu toe hebben we regelmatig gestegen en gedaald, maar dat mag je zeker ook verwachten als je door de Pyreneeën loopt, dus helemaal prima zo.
Na onze koffiepauze bezoeken we de keurige dorpskerk van Irouléguy, en vlak buiten het dorp zien we verderop boven op een bergtopje de oude dorpskerk met het omliggende kerkhof. Buiten Irouléguy moeten we eerst een eind naar boven, en dan slaan we linksaf voor een half uurtje daling langs bos, bergweiden en hier en daar ook enkele wijngaarden. 
 
Otikoren en Eiheralde
Het eerste gehucht waar we dan doorheen komen, is Otikoren, waar we een bergbeek oversteken. Dan lopen we hoog langs een in het dal gelegen viskwekerij. Bij die viskwekerij steken we een hele oude stenen brug over, die hier over de Nive des Aldudes ligt. Als we bij de viskwekerij komen, kunnen we nog net even het voeren van de vissen in de grote betonnen bassins bijwonen. Heel even duurt het heftige gespartel in het bassin, en dan wordt het wateroppervlak weer vlak.
Bij de grote doorgaande weg lopen we het dorp Eiheralde binnen, en voorbij dit dorp gaan we linksaf verder over een smalle asfaltweg, die gevarieerd stijgt en daalt. 
 
Omhoog naar de Col de Gastigar
Voorbij hotel-restaurant Manechenea wordt het warmer door de volle zonneschijn. De jassen gaan uit, en we lopen in onze shirts verder. We hebben nog 8 à 9 kilometer te gaan, en dat zijn niet de gemakkelijkste kilometers, want we gaan kilometers lang over sterk stijgende wegen, met af en toe een kleine daling, maar direct daarna steeds weer flink omhoog. We komen op de Col de Gastigar, het hoogste punt van vandaag.
En dan gaat het weer even steil naar beneden. Als je net een zware stijging achter de rug hebt, zou het aangenaam zijn geweest om even betrekkelijk horizontaal verder te gaan. Maar dat is ons niet gegund, want het gaat direct steil naar beneden; en ook dat is na zo’n 19 kilometer bergwandelen een uitdaging, als het in de steile afdaling op je beenspieren aankomt.
Bij de afslag richting Bidarray zit Frans te pauzeren. Het begint dan hard te waaien en licht te regenen. Frans gaat door, en Durkje doet even een jas aan. Maar al heel snel schijnt de zon alweer, en kunnen we onder een aangenaam zonnetje de laatste kilometers lopen richting Bidarray.
 
Bidarray
Voordat we in Bidarray arriveren, moeten we nóg een top over, en dan zien we in de verte het kerkdorp liggen, met de welbekende Baskische witte huizen met rode accenten. We horen de kerkklokken de tijd van 14.00 uur slaan, dus we hebben ongeveer 5,5 uren over deze afstand gedaan. Frans komt net uit het eerste hotel naar buiten lopen, en vertelt dat een hotelkamer hier 70 euro kost. We besluiten nog even verderop te kijken in het dorp. Daar vinden we een kleiner hotel-restaurant, waar we gedrieën voor totaal 75 euro een hele grote hotelkamer krijgen, waarin slaapplaats is voor maar liefst zes personen.
 
Zonder diner vroeg naar bed
Het restaurant van ons hotel-restaurant Barberaenea is vanavond helaas gesloten, maar men meldt ons dat we terug kunnen lopen naar het eerste hotel-restaurant, en dat er ook verderop in het dorp nog een restaurant is. Om 18.30 uur lopen we Bidarray uit om tweemaal flink af te dalen naar de rivier de Nive. Daar zou een hotel-restaurant zijn bij de Pont de Noblia, waar we vanavond zouden kunnen eten. Als we daar binnenkomen, wordt ons verteld dat we pas na 20.00 uur kunnen komen voor een diner. Frans, Durkje en ik besluiten daarop niet te wachten, want we zouden dan pas laat klaar zijn met het diner, en dan nog de tocht naar boven terug moeten maken. We keren zonder warme maaltijd weer terug naar Bidarray. Daar blijkt dat àlle horeca vanavond gesloten zal zijn, dus we krijgen vanavond geen warme maaltijd. Gelukkig hebben we nog een klein restant van ons lunchpakket van Saint-Jean-Pied-de-Port over, dus we kunnen onze magen nog heel bescheiden een bodempje geven voor de nacht.
Verder is er binnen en buiten in dit dorpje niets te beleven, dus als we ons laatste beetje brood hebben verorberd, gaan we tussen 20.00-21.00 uur naar bed, voor een lange nacht. Buiten is het fris, het waait af en toe hard, en gedurende de nacht horen we vele liters water door de regenpijpen tegen de buitenmuur stromen.

Geen opmerkingen: