zaterdag 1 maart 2014

Het goede leven is ... te weinig groen

Zaterdag 1 maart 2014
Cover van de lustrumuitgave van Jan J. Boersema

Te weinig groen
Toen het Blaise Pascal Instituut van de Vrije Universiteit te Amsterdam in het jaar 2004 haar 25-jarig bestaan vierde, publiceerde dit jubilerende instituut van de VU een Lustrumcassette, met daarin vijf lustrumuitgaven.
De titel van deze Lustrumcassette luidt: 'Het goede leven is ...'.
Eén van de lustrumuitgaven in deze cassette is geschreven door Jan J. Boersema, en kreeg als titel: 'Het goede leven is ... te weinig groen'.
 
Vijfdelige jubileumserie
Deze jubileumserie van vijf publicaties bestaat uit de volgende delen: 
  1. 1. Het goede leven is geluk(t) - van - Bert Musschenga;
  2. 2. Het goede leven is ... zonde? - van - Anton van Harskamp; 
  3. 3. Het goede leven is te weinig groen - van - Jan J. Boersema;
  4. 4. Het goede leven tegenover het kwaad - van - Bettine Siertsema;
  5. 5. Het goede leven is oninvoelbaar - van - Wim Haan.
Godsdienstfilosofie
Professor dr. Jan J. Boersema is als (emeritus) hoogleraar Milieukunde (Culturele en levensbeschouwelijke dimensies van de relatie mens en natuur) verbonden aan de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen van de Vrije Universiteit.
In de afgelopen jaren heeft Boersema zich vooral gericht op vraagstukken die te maken hebben met duurzaamheid, ethiek en geloof.
 
Natuur betrekken in de zoektocht naar het goede leven
Volgens Boersema draagt rijkdom weinig bij aan het goede leven, opgevat als levensgeluk. Werk en democratie daarentegen blijken wel belangrijk. In deze publicatie gaat Jan Boersema in op de argumenten om de natuur te betrekken in de zoektocht naar het goede leven.
'Het goede leven' zou een relatief en relationeel begrip zijn, met een enorme bandbreedte. Klassieke filosofen - zoals bijvoorbeeld Aristoteles - zochten verder dan het eigen ik, want zij betrokken ook anderen en de wereld om ons heen bij deze zoektocht.
 
Gelukkig in je land?
In het begin werkt een toename van het Bruto Nationaal Product (BNP) van een land enorm positief op het welbevinden van de burgers, maar daarbij is wel sprake van een afnemende meeropbrengst. Geld maakt dus wel degelijk gelukkiger, en het werkt bovendien erg snel, maar op een gegeven moment houdt dat op.
Arm zijn, betekent niet dat je per definitie erg ongelukkig bent. Zo toont onderzoek bijvoorbeeld aan dat bijvoorbeeld Colombianen gemiddeld zo'n 2,5 keer zo gelukkig zijn als Witrussen, terwijl hun beider BNP nagenoeg gelijk is. Het is overduidelijk dat veel meer andere factoren (zoals staatsvorm en religie) een rol spelen bij geluksbeleving.
Onderzoeksresultaten tonen onder andere een negatieve werking aan van voormalige communistische ideologieën, maar daarentegen een positieve werking van klimaat, warmte en een gemeenschappelijke godsdienstige achtergrond.
 'Good Governance' werkt ook positief op het geluksgevoel.
 
Ecologische begrenzingen aan welvaartsgroei
Bestrijding van armoede, en een betere mondiale verdeling van de welvaart, brengen het goede leven voor grote groepen mensen daadwerkelijk dichterbij. Het welbevinden van de arme wereldburgers is gebaat bij verhoging van de welvaart.
Rijkdom en veerkracht van het natuurlijk milieu bepalen de randvoorwaarden van economische ontwikkeling. De welvaartsgroei lijkt mondiaal tegen haar ecologische grenzen aan te lopen.
 
Van emissiereductie naar transitiemanagement
De Club van Rome heeft indertijd met succes aandacht gevraagd voor de negatieve effecten van exponentiële groei, maar de innovatie en mogelijkheden tot aanwending van alternatieve grondstoffen hebben ze indertijd onderschat. Gevolg van de waarschuwingen van de Club van Rome was wel dat er aandacht kwam voor selectieve groei en duurzame ontwikkeling.
Het gebrek aan serieuze aandacht voor ecologische modernisering en transitiemanagement is dat zaken als menselijke beïnvloeding van het mondiale klimaat en van de natuurlijke biodiversiteit onvoldoende worden aangepakt.
Milieuproblemen blijven nog teveel in de hoek van de kosten, in plaats van dat ze worden gezien als een stimulans voor maatschappelijke en technologische innovatie.
 
Het goede leven is te weinig groen
Natuur en milieukwaliteit zijn nauwelijks van invloed op de perceptie van het goede leven.
Het is een 'normaal' verschijnsel dat dingen dichtbij voor ons zwaarder wegen, daarom spelen mensen elders, ons verre nageslacht en de natuur geen bepalende invloed als het gaat om ons eigen welbevinden. Zolang het wel en wee van die ander ons goede leven niet echt raakt, blijft onze aandacht daartoe beperkt.
Verandering van de economische politiek en van de ecologische modernisering zijn de aangewezen weg voor de aanpak van milieuproblemen.
 
Culturele omwenteling door opvoeding en onderwijs
Er zal een culturele omwenteling plaats moeten vinden om de natuur in brede zin tot een wezenlijk onderdeel van óns goede leven te maken.
In opvoeding en onderwijs zal de natuur een grotere plaats dienen te krijgen, en dat zal ook moeten leiden tot blijvende, positieve, zingevende ervaringen met die natuur.
 
Enkele uitspraken van Boersema:
  • Zelfrapportage van mensen over hun gezondheid is in het algemeen erg betrouwbaar, ook al kunnen ze zichzelf en anderen gruwelijk voor de gek houden.
  • Zelfs in de Verenigde Staten maakt meer geld kennelijk niet gelukkiger, maar de mensen aan de onderkant van de inkomensladder zijn - zoals verwacht - minder vaak heel gelukkig en veel vaker minder gelukkig.
  • Ziekte, echtscheiding en werkloosheid hebben een (sterk) negatief effect op de geluksbeleving.
  • (Toename van) ongelijkheid blijkt een bron van onvrede te zijn.

Geen opmerkingen: