maandag 12 augustus 2013

Pelgrimeren van Saint-Chély-d’Aubrac naar Espalion

GR65 van Le Puy-en-Velay naar Montréal-du-Gers

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Le Puy
Pelgrimeren van Saint-Chély-d’Aubrac naar Espalion
Zaterdag 20 juli 2013 – 22 km.
Dag 7: 137 – 159 km.

Uitzicht over de stad Espalion en over de rivier de Lot


















Over de oude pelgrimsbrug van Saint-Chély-d’Aubrac
Onze zevende dagtocht begint vandaag in Saint-Chély-d’Aubrac. Durkje en ik gaan vandaag de zevende etappe van de Via Podiensis lopen; van Saint-Chély-d’Aubrac naar Espalion, over een afstand van 22 kilometer. Het thema van deze etappe is volgens onze wandelgids: ‘Een glimp van het zuiden’.
Onze auto met caravan laten we staan op de camping van Saint-Chély-d’Aubrac, waar we vannacht hebben overnacht. Om 7.30 uur verlaten we wandelend de camping, om zo’n halve kilometer verderop in het centrum van Saint-Chély-d’Aubrac vandaag onze wandelroute van de Via Podiensis te vervolgen.
We lopen naar het zuideind van de bebouwde kom van Saint-Chély-d’Aubrac om deze aangename plaats te verlaten. Via de mooie oude stenen pelgrimsbrug steken we daar de beek Boralde de Saint-Chély-d’Aubrac over. Direct daarna volgt een behoorlijke klim, zodat we al spoedig een prachtig uitzicht achter ons krijgen over Saint-Chély-d’Aubrac.

Le Recours en Les Cambrassats
Na enig klimmen en dalen bereiken we via een asfalweg het gehucht Le Recours.
Na dit gehucht volgt een mooie boswandeling door een berkenbos.
Het eerstvolgende gehucht waar we dan door komen, is Les Cambrassats.
Daarna gaat het weer klimmend en dalend omhoog, en krijgen we prachtige uitzichten over het berggebied waar we doorheen wandelen.
We passeren de oude en verlaten boerenhoeve Foit.

Verrassend koffie in Lestrade
Toen we Saint-Chély-d’Aubrac verlieten, ontmoetten we wel een wandelend stel, maar pelgrims ontmoetten we in het eerste anderhalf uur nog niet.
We wandelen het gehucht Lestrade binnen. Na in het afgelopen anderhalf uur eerst 111 meter geklommen en daarna 89 meter gedaald te hebben, zou een kop koffie in Lestrade prima smaken. Maar Lestrade is niet meer dan een agrarische geaarde nederzetting, dus koffie zal hier allicht niet verkrijgbaar zijn. Horeca is misschien in La Rosière, en zeker wel in Saint-Côme-d’Olt aanwezig, maar dat is respectievelijk nog zo’n anderhalf en 2,5 uur gaans.
Wat een verrassing als we dan bij de eerste boerderij van Lestrade binnen komen, en we direct rechts achter de eerste bocht een kleine schuur zien staan, waar kannen met koffie, thee en jus d’orange voor de hier passerende pelgrims op tafel klaar staan. Vier andere pelgrims hebben hier zojuist koffie gedronken en vullen nu – voordat ze verder gaan – met waarderende woorden het gastenboek van de gastvrije boerenfamilie in.
Zij vertrekken, en Durkje en ik blijven hier achter om een heerlijke kop koffie te drinken, inclusief biscuitjes, die in een blikken trommel voor ons klaar staan. Hulde voor dit vriendelijke aanbod!

Wilde kastanjes nog in bloei
We gaan verder over de hooggelegen wandelpaden tussen de beide dalen van de riviertjes de Boralde de Saint-Chély en de Ruisseau de Cancels. Daarbij lopen we door bospercelen met veel tamme kastanjes, die nu nog in bloei staan. Evenals in Nederland is ook hier de natuur veel later dan gewoonlijk. Zo bloeien hier bijvoorbeeld ook de bramenstruiken nog steeds. In voorgaande jaren konden we al lang rijpe bramen eten, onderweg langs de pelgrimspaden in Frankrijk.
Dalend en klimmend krijgen we hier en daar weer een prachtig uitzicht over de bergen en over de tussenliggende valleien.

Paddenstoelen zoeken in het bos
Door een bos gaan we weer verder. De temperatuur loopt vandaag al behoorlijk snel op. De atmosfeer is nogal drukkend en de zon schijnt volop. Het is dan heerlijk om lange stukken door dichte bossen te lopen.
Ondertussen zijn we de Franse pelgrim Joëlle al weer voorbij gelopen, en ook een andere pelgrim van het viertal dat we eerder ontmoetten bij het koffiepunt in Lestrade zijn we al gepasseerd in het bos. Als we een beboste helling afdalen, komen we ook voorbij de andere twee van de vier pelgrims. Zij staan te praten met twee Fransen, die hier tegen de steile hellingen van het bergbos paddenstoelen zoeken. Een hele grote paddenstoel ligt al in de emmer.
We dalen verder af en steken het bosriviertje de Ruisseau de Cancels over.

Klimmen naar La Rosière
We steken een asfaltweg over en gaan dan bij een wegwijzer met mooi houtsnijwerk voor pelgrims verder over een bospad.
Nu volgt een flinke klim door het bos naar het gehucht La Rosière. Af en toe pauzeren we even om onze ademhaling weer te reguleren en om te rusten, en vooral ook te drinken. Maar ook hier wint de aanhouder, want uiteindelijk wandelen we het gehucht La Rosiére binnen.

Via Cinqpeyres naar Saint-Côme-d’Olt
Vanaf hier is het ongeveer een uur wandelen naar de volgende grote plaats: Saint-Côme-d’Olt. Omdat we deze middeleeuwse stad van grote hoogte naderen, kunnen we het al spoedig diep in het dal zien liggen.
Maar voordat we daar arriveren, moeten we eerst nog door het gehucht Cinqpeyres.
Heel bemoedigend zijn de twee bordjes die onderweg naar beneden aan het toegangshek van een tuin zijn bevestigd: “Chemin de Compostelle’ – ‘Route du Paradis’, of als het zo wilt lezen: ‘Het pelgrimspad naar Santiago de Compostela is de Route naar het Paradijs’.

Softijs en thee
Als we dichter bij Saint-Côme-d’Olt komen, zien we dat de kerktorenspits van deze stad inderdaad een draaiing heeft naar rechts, alsof het een softijsje is, met een gedraaide punt boven op de ijshoorn.
Door de middeleeuwse straatjes en door de Porte Neuve gaan we naar de kerk van Saint-Côme-d’Olt. De kerk is gesloten, dus we wandelen door naar een stadsplein, waar we gaan theedrinken. Een bruidspaar zit op het terras als we daar arriveren. Zaterdag is de trouwdag bij uitstek in Frankrijk, dus je hoort en ziet dan ook nagenoeg altijd luid claxonnerende trouwstoeten rijden.
De cafébaas gooit een grote zak vol badeentjes met ring in de fonteinbak tegenover het café, zodat twee meisjes ze er weer uit kunnen hengelen. Hun ouders zitten bij ons op het terras en vragen geïnteresseerd naar onze pelgrimservaringen.

Via Combres, Coste Vieille en Puech de Vermus naar Maria
We verlaten de stad via de oude stenen boogbrug over de rivier Le Lot. Dan gaan we parallel aan de rivier over een asfaltweg verder. Op een gegeven moment buigt de route af naar links, waar we over een smal, maar heel lang en sterk stijgend bosbergpad verder gaan. Dit pad brengt ons op grote hoogte naar de boerenhoeve Combres.
Sterk stijgend en dalend gaan we verder naar Coste Vieille.
We hadden vandaag al veel hoogteverschillen overbrugd, maar we zijn er nog lang niet, want het blijft maar doorgaan met steile hellingen naar boven en naar beneden.
We komen langs Puech de Vermus. Daarbij lopen we halverwege een grote en ruige rotsformatie diep beneden ons en hoog boven ons.
Nog hoger klimmen we, totdat we eindelijk met veel inspanning uitkomen bij het Mariabeeld, dat boven op een hoge bergtop staat, met uitzicht over de stad Espalion, onze bestemming voor vandaag.

Eglise Saint-Hilarian de Perse
Vanaf hier dalen we finaal af naar Espalion. Dat gaat over een gevaarlijk rotsachtig pad, met veel losliggende grote en kleine stenen. Stapje voor stapje gaan we voorzichtig naar beneden.
We komen dan ook langs de kerk Saint–Hilarian in het plaatsje Perse. Deze kerk heeft een prachtig timpaan, en een sober interieur, maar wel prachtige fresco’s op het plafond geschilderd.

Rusten op de camping van Espalion
Dan wandelen we de laatste kilometers in de richting van de stad Espalion. We lopen langs de rivier de Lot en zien dan dat de camping van Espalion langs de rivier ligt. We beëindigen hier onze dagtocht en lopen naar de receptie van de camping. De receptioniste belt voor ons een taxi, waarmee we naar de camping van Saint-Chély-d’Aubrac rijden. Met de auto en caravan rijden we dan terug naar de camping van Espalion, waar we ons voor de komende twee nachten installeren.
We hebben een zware wandeldag achter de rug; veel en hoog klimmen en dalen bij een temperatuur van 31 graden Celsius.
We besluiten om hier na onze eerste zeven aaneensluitende wandeldagen morgen – zondag – een rustdag te houden. We boeken op de camping derhalve een kampeerplaats voor twee nachten.

Geen opmerkingen: