zaterdag 12 mei 2012

Pelgrimeren van Obanos naar Estella

Villatuerta in zicht


















Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Camino Santiago > Roncesvalles – Santiago de Compostela
Van Obanos naar Estella
Donderdag 3 mei 2012 – 24,5 km.
Dag 122: 2581,5 – 2606 km.

Wakker worden!

Rond 5.30 uur beginnen de eerste pelgrims in onze slaapzaal op te staan en hun spullen in te pakken. Tegen 6.00 uur gaat in de verste helft van onze grote slaapzaal het licht aan. Om 6.00 uur horen we de grote kerkklok van Obanos het hele uur luiden. Bijna alle 36 bedden zijn vannacht in gebruik geweest. Om ongeveer 6.15 uur is nagenoeg iedereen bezig zich klaar te maken voor de volgende pelgrimsdag. Vanaf 6.30 uur zal ons ontbijt klaar staan in de eetzaal en we weten dat we om uiterlijk 8.00 uur allemaal de refugio uit moeten zijn. Er is geen pardon, iedereen moet eruit, want dan wordt de refugio schoongemaakt voor de groep pelgrims, die later vandaag hier intrek zal nemen.

Begin met ontbijt
Ongeveer de helft van de overnachtende pelgrims heeft gisteren bij aankomst al voor vanmorgen ontbijt gereserveerd, dus zo rond 6.45 uur zitten we met bijna twintig pelgrims uit verschillende landen aan het ontbijt, in de eetzaal van de refugio. De herbergier zet en serveert koffie, zoveel als nodig; de rest van de tafel met ontbijt-spullen staat al voor ons klaar op twee lange tafels. Direct na het ontbijt zullen we Obanos weer verlaten.

Obanos
Het gaat goed met ons wandelen. We hebben in de afgelopen vier dagen de wandelafstand langzaam opgevoerd, om voorzichtig te ervaren of de schaatsblessure van Durkje een steeds grotere inspanning kan verdragen. Dat ging tot nu toe heel goed, dus we hebben gisteren besloten dat we vandaag een wat grotere afstand zullen wandelen, over een lengte van 24,5 kilometer, van Obanos naar Estella. Om ongeveer 7.15 uur verlaten we de refugio en gaan we op pad. Het is mooi weer en nog behoorlijk fris zo vroeg in de ochtend. We lopen langs de neogotische dorpskerk en wandelen dan in zuidoostelijke richting onder de oude toegangspoort het dorp Obanos uit. Voorbij de kapel van San Salvador aan de Calle San Salvador staat een Cortex-stalen kunstwerk, waar je als pelgrim in de uitgespaarde vorm van een pelgrim doorheen kunt lopen.

Puente la Reina
Voorbij Obanos gaat een steenachtig pad naar beneden. We lopen langs volkstuinen richting Puente la Reina. De vroege ochtendzon kleurt het landschap schilderachtig, in zachte kleuren.
Na 2,5 kilometer arriveren we in Puente la Reina.
We gaan het eeuwenoude pelgrimsstadje binnen via de hoofdstraat. Omdat de zon recht en nog laag achter ons staat, worden onze lange schaduwen voor ons uitgeworpen over de straat.
Vóór èn achter ons lopen medepelgrims. De meesten kennen we inmiddels van gezicht; enkelen ook al van herkomst en naam. In een klein winkeltje kopen we enkele ansichtkaarten voor onze verzameling pelgrimsansichtkaarten. Vanuit een nis in de muur van een oud huis kijkt een beeldje van Sint Jacob vanaf grote hoogte achter glas op ons neer, als groet deze beschermheer van de pelgrims alle binnenkomende pelgrims die hier het stadje binnentreden.

Brug over Rio Arga
Aan het eind van de hoofdstraat – de Calle Major – komen we aan bij de rivier de Rio Arga. Hier ligt de zo beroemde middeleeuwse brug, waarmee Durkje en ik - in navolging van miljoenen voor(t)gaande pelgrims - deze brede rivier moeten oversteken.
Samen met enkele andere pelgrims steken we deze bijzondere en hoge stenen brug over.
Aan de overzijde van de brug bloeien de klaprozen, die het idyllische plaatje de welkome extra kleur geven.
Aan de overzijde gaan we langs de rivier verder, maar voordat we het stadje achter ons laten, gaan we nog even naar het midden van de moderne brug, die iets verderop ligt. Vanaf deze nieuwe verkeersbrug kun je prachtige foto’s maken van de eeuwenoude stenen brug. De zon schijnt deze ochtend mooi op de brug en zorgt ervoor dat de schaduw van de ronde bogen onder de brug gave grote cirkels op het wateroppervlakte van de rivier ‘tekenen’; een heel mooi gezicht is dat.

Mañeru
Vlak buiten Punte la Reine is het al zo warm geworden dat de jas uit kan. Als we verderop over een sterk stijgend pad verder moeten, krijgen we het tijdens de lange en steile klim toch nog zo warm, dat ook de trui uit gaat. Fris in onze wandelshirts gaan we verder bergopwaarts en bergafwaarts, genietend van de zon, de prima temperatuur en de gezelligheid van de medepelgrims die we onderweg regelmatig ontmoeten. Na bijna twee uren wandelen, arriveren we in het dorpje Mañeru, aan de kant waar wordt gewerkt aan de nieuwbouw van enkele woningen.

Volg de Caminopijlen
Voorbij Mañeru volgt een steenachtig pad. Al spoedig zien we in de verte het volgende dorp liggen. Het is Cirauqui.
Het wandelt hier schitterend tussen de akkers en velden door. De gele Caminopijlen wijzen onmiskenbaar de weg. De zon in de rug en een prachtige lucht en een buitengewoon mooi Cirauqui vóór ons; alle ingrediënten voor een hele mooie wandeldag.
Langs het wandelpad lopen we onder enkele amandelbomen door. De vruchten hangen al aan de boom.

Menhirs
Ter hoogte van de ommuurde begraafplaats van Cirauqui naderen we het dorp. Twee hele grote, hoge stenen rotsblokken (menhirs) zijn vóór de begraafplaats opgericht op een bergrug. Ze steken door de ochtendzonneschijn scherp af tegen de blauwe lucht.
Langs een wijngaard arriveren we bij Cirauqui. Links van het pad wordt een nieuw woonblok gebouwd. Het ontsiert de er tot op grote hoogte achterliggende veel oudere bebouwing, maar ook zo’n dorp moet natuurlijk mee in de vernieuwing, zoals dat hier in dit dorp toch ook al in vele eeuwen is gebeurd, getuige de verschillende bouwstijlen van boven naar beneden.

Cirauqui
In Cirauqui komen we langs een dorpswinkeltje, waar ze ook vers brood verkopen. Het is er een drukte van belang, want voor veel pelgrims is dit een mooie plek om hun brood voor vandaag te kopen. Vóór de winkel staan enkele stoelen, waarop de wandelaars plaats hebben genomen om te rusten en om wat te eten en te drinken. Ook wij kopen hier heerlijk vers brood met beleg en nemen plaats op de stoelen.
Het zijn op dit moment vooral Duitse pelgrims, die hier pauzeren. Ook enkele Aziatische pelgrims staan verderop om een Duitse pelgrims te helpen met een pijnstillende zalf; en verder passeren en staan en zitten hier enkele Britten, een Canadese, een Amerikaanse met een bagagewagentje dat ze aan de heup heeft bevestigd en verderop staan enkele van de Zweedse pelgrims met wie we afgelopen maandag in Larrasoaina ‘s avonds hebben gegeten. De wereld trekt hier in voorbijgaande mensen aan ons voorbij.
Iets verderop zien we een witte Jacobsschelp aan de muur bevestigd, gezet op het restant van een kleine oude zuil. Een blauwe achtergrond op een roodbruine muur en een frisgroene klimop eronder; het is een prachtig gezicht.

Naar Lorca
Even later hebben we Cirauqui al weer ver achter ons gelaten; op weg naar Lorca, het dorp dat vijf kwartier gaans verderop ligt.
We bewandelen een schitterend pad tussen de akkers door met aan onze rechterhand olijfboomgaarden.
Iets verderop gaat het pad langs een oud stenen muurtje, dat de afscheiding vormt tussen het pad en de achter het muurtje liggende olijfboomgaard.
We zijn inmiddels de N111 en de A12 al overgestoken en liepen over een oud muildierenpad.  Als het pad smaller wordt, gaan we over een houten bruggetje over een beek. We lopen onder het aquaduct van Canal de Alzo door en komen dan bij de oude stenen brug over de Rio Salado.

Pompeblêden op it pylgerpaad
Na enkele malen weer behoorlijk stijgen en dalen, zien we vóór ons een oudere vrouw wandelen met een Friese vlag achter op haar rugzak. Deze pelgrim halen we al spoedig in. Het is mevrouw Turkstra, die samen met haar echtgenoot enkele dagen geleden in Saint-Jean-Pied-de-Port hun pelgrimsweg is begonnen. Na een zware overtocht over de Pyreneeën zijn ze inmiddels met hun zware bepakking tot hier gekomen. Ze wonen in Noord-Holland, maar zij is indertijd in het Friese Gerkesklooster geboren. We wandelen fleurig Fries sprekend samen naar het volgende dorp: Lorca.

Lorca
Eén van de bewoners aan het begin van de toegangsweg van Lorca heeft een mooie pelgrimsdecoratie van bloemen, Jacobsschelpen en een pelgrimspoppetje gemaakt. Een leuke binnenkomer is dat in Lorca.
Bij de twee tegenover elkaar liggende dorpsherbergen pauzeren we even. Een mooi tegeltableau van Sint Jacob hangt hier aan de muur van één van de refugio’s.
We nemen afscheid van de Friese pelgrim en haar echtgenoot en gaan weer verder in de richting van Villatuerta, dat we al van ver zien liggen.

Villatuerta
We gaan via een voetgangerstunnel weer onder de A12 door en wandelen dan al vrij spoedig Villatuerta binnen. In het wegdek zijn hier als routewijzers grote, fel blauw- en  geelgekleurde tegels gelegd. Zo kun je al op grote afstand zien waar je langs moet lopen door Villatuerta.
We passeren een broodjeshuis, waar we op een klein terras aan de doorgaande weg een kop koffie drinken. Af en toe passeren andere pelgrims. De één gaat door, de ander stopt hier ook om te pauzeren. We zitten heerlijk op het terras in de zon. De temperatuur is vandaag opgelopen tot 25 graden Celsius en niet alleen de anderen, maar ook wij zijn ongemerkt al behoorlijk verbrand door deze felle voorjaarszon. Als we verder wandelen, passeren we de oude stenen brug van Villatuerta, waarmee we hier ter plekke de rivier de Riu Iranzu oversteken.

Rio Ega
Over een steenachtig pad na de dorpskerk en na de Calle Camino de Estella gaan we buiten de bebouwde kom van Villatuerta verder. Links in het veld en rechts in de berm staan prachtige rode klaprozen in bloei tussen de vele, overwegend gele, bloemen.
We passeren de afgelegen hermitage San Miguel, een gotisch bouwwerk dat zo’n honderd meter van het wandelpad af staat. Het pad daalt af naar de rivier de Rio Ega. Over een moderne stalen brug steken we deze rivier over. Dan volgt nog een lang stuk naar onze bestemming voor vandaag: Estella. Bij de wateroverloop van de rivier wandelen we vier kilometer voorbij Villatuerta het stadje Estella binnen.

Estella
Jacobsschelpen in het wegdek wijzen ons de weg.
We passeren een oude, gesloten kerk en een oud gebouw met een houten deur, die bijna helemaal vol zit met smeedijzeren deurbeslag, waaronder ook een Jacobsschelp.
We wandelen Estella binnen aan de kant waar vroeger het hospitaal voor voorbijtrekkende pelgrims was. Een mooi kunstwerk dat Sint Jacob voorstelt, hangt er aan de muur.

Plaza de Santiago
Bij het plaatselijke VVV-kantoor naast het voormalige koninklijk paleis van de koningen van Navarra vragen we naar een lijst met overnachtingsadressen in Estella. We zoeken en vinden een klein hotelletje in de binnenstad van Estella, gelegen aan het Plaza de Santiago. Een oude Spaanse vrouw verhuurt hier in haar grote woonhuis kamers, die zijn ingericht als hotelkamer.
Het verslag van deze dag zit ik te typen naast de openstaande balkondeuren, waardoor ik uitzicht heb op dit Plein van Sint Jacob. Mooier kun je het toch niet krijgen? En het was ook al zo’n mooie wandeldag.
Straks gaan we op zoek naar een gelegenheid waar we lekker kunnen eten. Dat hebben we wel weer verdiend na ruim 24 kilometers berg op, berg af.

Geen opmerkingen: