donderdag 10 mei 2012

Pelgrimeren van Biskarreta naar Larrasoaina


Camino clinic voor jongedames bij Zubiri


















Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Camino Santiago > Roncesvalles – Santiago de Compostela
Van Biskarreta naar Larrasoaina
Maandag 30 april 2012 – 16 km.
Dag 119: 2528 - 2544 km.

Ontbijt voor vijf
Durkje ik hebben onze gastvrouw gisteravond gevraagd om te kunnen ontbijten om 7.00 uur. Ook de andere gasten – het Ierse echtpaar Frank & Ann waarmee we gisteravond heerlijk en gezellig hebben gedineerd – schuiven om 7.00 uur met ons aan, aan het ontbijt. Onze gastvrouw zorgt evenals gisteravond weer goed voor ons, zodat we vanmorgen met een prima ontbijt kunnen vertrekken. Tegen half acht schuift ook de Nederlandse pelgrim nog aan, die gisteravond hier de warme maaltijd kreeg en die vannacht enkele huizen verderop alleen in een heel groot gastenhuis sliep. Na het ontbijt betalen we onze gastvrouw en krijgen we een stempel in onze pelgrimspassen.

Ochtendregen
Toen we vanmorgen om 6.30 uur opstonden, regende het al. Als we buiten komen, regent het nog, zij het licht, maar nog hard genoeg om toch maar in compleet regenpak te gaan wandelen, met regenbroek en regenponcho. We lopen het dorp Biskarreta uit en gaan dan over een met natuursteen in beton aangelegd wandelpad. Tussen de weilanden en enkele bossages door gaan we verderop over de N135 heen. Via een onverhard weggetje lopen we naar Linzóain.

Beboste bergrug
We wandelen langs de noordkant van het dorp en gaan dan verder over een oud muilezelweggetje tussen de rotsrichels door. Het pad loopt omhoog naar een onverharde weg. Ondertussen ontmoeten we de Nederlandse pelgrim die vanmorgen met ons ontbeet, en als we even met hem staan te praten, komt er ook nog andere jonge Nederlandse pelgrim bij. Daarna gaat het verder over een bergpad, over een beboste bergrug. Het uitzicht is hier prachtig.
Daarna komen we weer op een bospad door een bos met dennen, zomereiken, jeneverbessen en buxus. Als we over het hoogste punt heen zijn, gaat het bospad stijgend en dalend verder. De ondergrond heeft hier veel leem en is hier vanwege de regenval van de afgelopen dagen en van vandaag bijzonder drassig en veelal in het midden uitgesleten door het neerwaarts stromende regenwater. Het is een geploeter om hier over het glibberige pad zonder vallen voorwaarts te gaan.

Pasos de Roldàn
De rotsformatie wordt ter plekke ook wel Pasos de Roldàn genoemd, ofwel: de voetstappen van Roeland. Af en toe worden we ingehaald door sneller over dit modderige pad lopende pelgrims. Langs het pad staan veel oude bomen. De meeste bomen zijn bedekt met een dikke laag mos.
We passeren twee grote zendmasten en gaan verder over een rotsachtig pad. De toestand van het pad wordt hier door de steenachtige ondergrond al veel beter begaanbaar.

Passo Erro
Na een afdaling komen we aan op de kruising van ons pad met de doorgaande N135. We zijn hier gearriveerd op Passo Erro. Aan de overzijde van de weg staat een Duitse camper. Voorbij de camper staat een Spaanse pelgrim met een boswachter te praten. De deur van de auto van de boswachter staat open en vanuit die auto klinkt keiharde muziek; over stilte in de natuur gesproken. We gaan verder over het ook hier weer glibberige bospad. Daarbij passeren we een oud natuurstenen gebouw, de zogenoemde Venta del Puerto. Van de in de lengte gestapelde houten binten hebben pelgrims op de grond zitbanken gemaakt om daar onderweg op zittend te pauzeren. Vroeger was dit een belangrijke herberg aan de Sint-Jacobsroute. Het bospad wordt nu weer steiler. Het pad is door het vele gebruik uitgesleten en door de drassige ondergrond zijn links en rechts kleine zijpaadjes gemaakt door pelgrims die droge voeten wilden houden op dit natte pad. Omdat dit pad door het vele water slecht begaanbaar is, doen we er een uur over om van Passo Erro naar Zubiri te wandelen. Inmiddels is het droog geworden.

Zubiri
Over de eeuwenoude stenen brug van Zubiri over de Rio Arga steken we deze rivier over.
Aan de overzijde van de brug zit de Nederlandse pelgrim, die met ons ontbeet, te rusten en te eten. In Zubiri zoeken we een café om een heerlijk bakje koffie te gaan drinken. Op de bar staat een grote platte aardappelschotel, die in grote punten is gesneden. We bestellen voor beiden een portie. De warme punt van de aardappelschotel met ham, ei en kaas smaakt ons overheerlijk.
Ook de grote kop koffie smaakt ons goed en doet ons goed na onze eerste 10,5 kilometer van vandaag.

Camino clinic voor jongedames
Na deze koffie- en eten-stop gaan we weer terug naar de oude stenen brug van Zubiri, om daar weer terug te lopen over de Rio Arga. We gaan dan rechtsaf om links van de Rio Arga verder te wandelen in de richting van het enorme fabrieksterrein van de lokale magnesietfabriek. Vlakbij, vóór een oversteek over enkele stapstenen over een snel stromend beekje, horen we enkele meisjes triomfantelijk roepen. Ze zijn zojuist met hun begeleidsters heelhuids en droog het beekje overgestoken. Verderop halen we de meisjes met hun begeleidsters in. De meisjes zingen luidkeels hun vrolijke liederen en als we hen meeswingend voorbij wandelen, nodigt hen dat uit om nog uitbundiger te zingen. Ze zijn uitgerust met wandelstokken als waren het jonge pelgrims. Jong geleerd, oud gedaan; een mooie introductie voor deze jongedames in het pelgrimeren op dit beroemde Europese pelgrimspad, de Spaanse camino.

Illaratz
We lopen voort over het grote fabrieksterrein en zien in de verte de N135 liggen met een dorpje aan de overzijde van de verkeersweg.
Op het dalende pad is hier een natuurstenen pad met beton aangelegd. Prachtige trappen met houten dwarsbalken; bijna te mooi om hier op zo’n ruig fabrieksterrein waar te zijn. We gaan naar een laagte in het terrein waar ook weer een snel stromende beek stroomt. Het water komt hoog vanaf de rotsen en valt links van ons als een snelle, lawaaierige waterval in de beek, om met een sterke stroom onder de brug door te stromen waarmee wij de beek over steken.
Het natuurpad gaat sterk stijgend omhoog en voert ons naar een schilderachtig gehucht, genaamd Illaratz. Het plaatsje heeft een klein pleintje aan de voet van een hoger gelegen overdekte rustplaats voor pelgrims, waarin je ook drinkbaar water kunt tappen.

Eskirotz
We wandelen Illaratz uit over een asfaltweggetje en passeren al vrij snel de oude, vervallen hermitage Santa Lucía. Het oude gebouw is momenteel in gebruik als boerenbedrijf.
We nemen een zijweggetje linksaf en komen dan in een volgend gehucht, genaamd Eskirotz.
Voorbij Eskirotz gaan we verder over een bospad. Verderop passeren we enkele lange schuren. Het is een verlaten en vervallen boerenbedrijf, maar gezien de grootte van het hele complex met alle lange stallen erbij moet dit vroeger toch een respectabel groot boerenbedrijf zijn geweest. Het pad gaat verder als steenachtig pad, tussen weilanden door. Bij een verhard weggetje gaan we rechtsaf naar het dal van de rivier de Arre. In de verte zien we iets lager aan de overzijde van de Arre inmiddels onze bestemming Larrasoaine liggen. Onze huurauto, die we hier gistermiddag achter lieten, zien we in de verte staan op het pleintje vóór de oude dorpskerk.

Larrasoaine
Bij de rivier de Arre aangekomen, steken we de oude stenen brug over, om dan het dorp Larrasoaine binnen te wandelen. Het is nu ongeveer 13.00 uur, dus we hebben zo’n vijf uren gewandeld over deze 16 kilometers. Met de ene auto in Larrasoaine halen we eerst de andere auto weer op uit Biskarreta. Daarna rijden we terug naar Larrasoaine, waar we onderdak vinden voor de nacht in een pelgrimspension aan de rand van het dorp. Bij de ingang hangen twee verschillende muurtegeltjes met daarop pelgrims afgebeeld.

Pensión El Peregrino
Als onze gastheer ons beneden in het souterrain de beide slaapzalen toont, moeten we ons tussen de lange wasdraden met grote stukken linnengoed doorwurmen. Het ruikt hier heerlijk fris; het is hier beneden wel erg koud, maar de gastheer wijst ons op de straalkacheltjes, die het aangenaam warm stoken in de koude slaapkelder. Als we arriveren, zit de Duitse pelgrim Mike, afkomstig uit Chemnitz, al aan de keukentafel. Later komt ook een andere Duitse pelgrim Silvia, uit Hamburg, ons nog gezelschap houden. De gastheer wil dat we direct betalen voor de nacht en voor het ontbijt dat we reserveren, maar in ruil daarvoor krijgen we ook direct een mooi stempel in onze pelgrimspassen. Even later brengt onze gastheer ons in de keuken nog een fles wijn voor gezamenlijk gebruik.

Perutxena Taberna
We zijn weer een dagtocht verder en hebben een geschikt onderkomen voor de nacht gevonden. Vanavond dineren we in het pelgrimsrestaurant naast de dorpskerk van Larrasoaine. Mike had nog net op tijd het avondeten van 19.00 uur gereserveerd. Ook Frank & Ann uit Ierland – die gisteren met ons dineerden – schuiven aan om 19.00 uur. Als Durkje en ik met Silvia binnenkomen, is de tafelronde van 19.00 uur vol, dus wij reserveren de avondmaaltijd met als aanvangstijd 20.30 uur. Met zijn drieën drinken we in het pelgrimscafé eerst enkele glazen wijn, waarna we om 20.30 uur genieten van een overdadige en heerlijke pelgrimsmaaltijd. Een pelgrimsmenu kost hier € 11,- per persoon: keus uit drie soorten voorgerecht, twee soorten hoofdgerecht, wijn en brood erbij en drie soorten nagerecht.

Menu del dia
Met 16 pelgrims zitten we aan een lange tafel. Vóór en links van Durkje drie Duitsers,vóór en rechts van mij drie Zweden en verder naar rechts nog acht Spanjaarden. De Spanjaarden hebben dit jaar rond de 1e mei vier vrije dagen. Met een talencombinatie van Duits, Fries, Nederlands, Zweeds en Spaans zal het voor een buitenstaander wellicht lijken op een Babylonische spraakverwarring, maar toch lukt het bijzonder goed om met gebruik van al die talen aangename tafelgesprekken te voeren, waarbij we elkaar prima verstaan. Tijdens het diner blijkt dan ook nog dat de Zweden die naast mij zitten in dezelfde pelgrimsherberg overnachten als Durkje, Mike, Silvia en ik. Zij zijn binnengekomen op het moment dat wij al genoten van onze tafelwijn als starter van dit pelgrimsmenu. De andere drie Zweden waren niet meer in de gelegenheid om met ons te eten, want zij slapen in de gemeentelijke refugio, die al om 21.00 uur op slot gaat. Zij gaan dus helaas zonder warme pelgrimsmaaltijd naar bed.

Geen opmerkingen: