dinsdag 17 augustus 2010

Pelgrimeren van Saint-Léonard-de-Noblat naar Feytiat

Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Saint-Léonard-de-Noblat naar Feytiat
Maandag 9 augustus 2010 – 22 km.
Dag 86: 1808 -1830 km.


Tegen 7.30 uur verlaten Durkje en ik de camping van Saint-Léonard-de-Noblat. De mist hangt nog dik over de stad, maar in de verte zien we de helderblauwe lucht al verschijnen. Het is 12 graden Celsius en de temperatuur loopt vandaag op tot 26 graden Celsius. Omdat er een zachte, warme wind waait, is het de hele dag een tamelijk warme dag. We gaan naar de nieuwbouwwijk van Feytiat, een voorstad van Limoges. Daarna fietsen we in anderhalf uur terug naar Saint-Léonard-de-Noblat. We stallen de fietsen tegenover het Relais Saint Jacques, want het lijkt ons wel passend om hier vanmorgen onze dagelijkse kop koffie te drinken. Echter, het terras is nog niet geopend, men is nog bezig met de afwikkeling van de hotelgasten van de afgelopen nacht en er is op dit moment van de dag voor pelgrims in dit pelgrimshotel nota bene geen koffie verkrijgbaar. Dat hadden we niet verwacht, maar we nemen het maar zoals het is. Om 9.50 uur begint onze wandeltocht dus noodgedwongen zonder koffie bij dit Relais Saint Jacques.

We dalen bij het gemeentehuis af naar de Chemin de Pavé. Daar gaan we onder het hoge viaduct door. Het kerkje van Le-Pont-de-Noblat zien we verderop staan, tegen de steile heuvelhelling. We steken de D941 over en lopen achter de panden langs, die langs deze uitvalsweg staan. Daar ligt het dorpje Le-Pont-de-Noblat. We lopen in de richting van de rivier de Vienne en zullen hier via de Vieux Pont de rivier over steken. Vanaf het midden van de brug krijgen we een prachtig uitzicht stroomopwaarts en stroomafwaarts. Verderop zien we de brug van de D941 èn het veel hoger gelegen viaduct. Als we bij de D941 komen, gaan we eerst nog even over de brug van de Vienne om aan de overzijde van de rivier bij het café van de benzinepomp een kop koffie te drinken. Na deze koffiepauze gaan we langs de D941 en de Vienne weer op pad.

Bij de porceleinfabriek lopen we langs de asfaltweg in de richting van Rigoulène. Volgens de routegids moeten we deze asfaltweg volgen, maar de bewegwijzering geeft aan dat we achter de porseleinfabriek een stevige klim moeten maken naar de hoge heuvelrug die parallel aan die asfaltweg ligt. Via die mooie veldpaden komen we aan in Rigoulène. We wandelen door een open ruimte van Rigoulène en worden dan teruggeroepen door een oude man, die verderop in een tuin bezig is. Hij wijst ons erop dat we nog even in het ommuurde bloemenperkje moeten kijken, omdat we daar dan Sint Jacobus zullen aantreffen. We volgen zijn aanwijzingen op en vinden daar inderdaad het beeldje van Sint Jacobus. Het kleine beeldje van Saint Jacques staat in een ijzeren huisje, ingebouwd in een laag muurtje. Het beeldje staat achter glas en boven op het muurtje is een Jacobsschelp ingemetseld.

We bedanken de man nog voor zijn goede tip en hij wil vooral nog even van ons weten waar we vandaan komen. Hij wenst ons nog een goede reis. Omdat de routebeschrijving niet meer klopt, vervolgen we onze route naar Chigot - en nog ver daarna - zoveel mogelijk op de aanwijzingen van de routeborden en routesymbolen langs de weg. Met de routekaart erbij kom je er dan ook wel eens achter dat de ontbrekende en/of onzichtbare bewegwijzering resulteert in het lopen van een foute route, maar de routekaart maakt je dat dan wel snel duidelijk, zo ook vanmorgen in ons geval. We kunnen zo de route toch goed blijven volgen, ook als het door gebieden gaat waar bijna niemand meer langs komt, onder andere omdat oude en vervallen woningen daar al lang niet meer bewoond worden.

We arriveren in het gehucht Puy-la-Clède. Daar lopen we over een asfaltweg, die tussen twee bedrijfsterreinen van een steenmijn door loopt. Aan de linkerzijde passeren we eerst het terrein waar van de gedolven steen groot en fijn puin wordt gemaakt. Iets verderop kunnen we aan onze rechterhand het terrein van de steenmijn voor een groot deel overzien. En omdat we hoog lopen, kunnen we over de mijn heen ook ver - tot de horizon - zien. Op dit moment wordt er in de steenmijn niet gewerkt. Het is hier stil.

Via lange asfaltwegen wandelen we naar de D941, die we over steken. Door een nieuwbouwwijk komen we op een onverharde weg, in de richting van een bosperceel. Daar pauzeren we bij een veldkruis, met uitzicht op het veraf gelegen kasteel van Brignac.

Via een holle bosweg, een asfaltweg en een onverharde weg komen we in het gehucht Le Grand Colombier. Via een veldpad steken we dan over - door een klein dal - naar het gehucht Le Petit Colombier. Na een eind wandelen over een asfaltweg komen we vervolgens aan in het dorp Saint-Just-le-Martel. In het dorpscentrum bezichtigen we de openstaande kerk en daarna wandelen we naar de voormalige wasplaats van het dorp. Die is mooi gedecoreerd met bloemen èn we vinden daar een kilometragebord, waarop staat dat het vanaf dit dorp naar Santiago de Compostela nog 1631 kilometer lopen is.

Langs het kerkhof en een pad lopen we het dorp uit en het dal in. Daar steken we de beek van Les Vilettes over via een plankenbrug. Daarna volgt een behoorlijke klim over een onverharde weg. We gaan langs de glooiende velden en komen via een veldpad tussen twee woningen door in La Chêze. Links het geronk van een motormaaier, rechts het luide geblaf van twee grote honden. Oorverdovend. Via de D44 steken we de N141 over in de richting van Les Chabannes. Bij La Tuilerie komen we dan nogmaals bij de N141. Vanaf deze kruising wandelen we door een bosperceel naar Le Buisson.

Bij het ommuurde terrein van een landgoed gaan we linksaf langs de muur, om een enorme, buitengewoon oude eik heen. In het dal dat dan volgt, steken we de Auzette over en gaan we verder door een smalle eikenlaan en over een heel smal paadje langs een weiland. Via een boerenerf komen we dan weer op de asfaltweg naar La Grange. Halverwege deze weg zien we rechts van ons in de verte weer de stad Limoges liggen. Op het kruispunt bij La Grange zien we dan op een electriciteitspaal een ogenschijnlijk dubbelzinnige bewegwijzering. Het ene symbool wijst ons rechtsaf te gaan en het symbool dat er boven staat, geeft aan dat we hier linksaf moeten gaan. Dit kruispunt is nu de plek waar je kunt kiezen of je eerst de stad Limoges al dan niet wilt bezoeken, alvorens je de route van de GR654 vervolgt naar Santiago de Compostela. Wie dat wil, kan hier in 9 kilometer naar Limoges wandelen, en daarna weer terug om vanaf hier weer voort te gaan. Omdat wij enkele jaren geleden met de kinderen de stad Limoges al eens hebben bezocht, gaan wij hier verder op de doorgaande pelgrimsroute, linksaf dus.

We wandelen vanaf het kruispunt voorbij een boerenerf, waarop de strorollen momenteel vier etages hoog worden opgestapeld. Via een stenige weg en een eikenlaan met aan beide zijden dubbele eikenrijen lopen we naar de grote watertoren. Om te voorkomen dat er auto’s over deze eikenlaan gaan, zijn er twee rotsblokken midden op de onverharde weg gelegd, die de doorgang belemmeren. Wij pauzeren, zittend op die rotsblokken, aan de voet van de watertoren. Daarna lopen we nog enkele honderden meters over een breed bospad naar de nieuwbouwwijk van Feytiat, waar onze auto staat. Met de auto rijden we weer naar Saint-Léonard-de-Noblat. Daar halen we de fietsen op, halen er boodschappen en rijden weer terug naar de camping. Op deze warme dag hebben we 22 kilometer gewandeld.

Geen opmerkingen: