dinsdag 17 augustus 2010

Pelgrimeren van Saint-Etienne-de-Fursac naar Bénévent-l'Abbaye

Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Saint-Etienne-de-Fursac naar Bénévent-l’Abbaye
Vrijdag 6 augustus 2010 – 20 km.
Dag 83: 1738,5 – 1758,5 km.

De dag begint met een heldere lucht: geen wolk te zien. Het is vandaag kouder dan gebruikelijk: slechts 8 graden Celsius. Na het ontbijt rijden Durkje en ik vanaf de camping in Saint-Léonard-de-Noblat met de auto en de fietsen naar Bénévent-l’Abbaye. De auto parkeren we op het kerkplein diagonaal tegenover de grote abdijkerk. Daarna fietsen we vanaf hier naar Saint-Etienne-de-Fursac. Nadat we de fietsen hebben gestald achter de kerk bij de rivier de Gartempe, drinken we in het centrum eerst onze – zo mogelijk - dagelijkse “grand café noir”; deze maal ook met recht “grand” te noemen, want het zijn twee forse koffiekoppen waarin de koffie aan ons op het terras wordt geserveerd. Om 9.45 uur steken we met de D1 de Gartemp over.

We wandelen door de nieuwbouw van Le Peyroux en passeren daar een kilometragebord, waarop staat dat het vanaf hier nog 1564 kilometer is naar Santiago de Compostela. We draaien de D74 op ter hoogte van het kruispunt, dat momenteel is opgebroken wegens wegwerkzaamheden. Het “Rue Barrée” negeren we, want we kunnen zonder al teveel ongemak gewoon doorlopen. We komen dan door het gehucht Servaillannes. Op het erf bij de eerste woning van deze plaats staat de bakkersauto met een broodverkoopster. Een oude vrouw staat bij de verkoopster om brood te kopen. Beide dames groeten ons hartelijk als we voorbij wandelen.

We steken een beekje over en komen aan in het gehucht l’Oeil. Een hoog, vervallen en overwoekerd schuurtje staat in het midden van het gehucht op de plaats waar we scherp linksaf naar boven verder gaan. Na een klein stukje D4 komen we in het gehucht Lacour. Daarna volgt een steile weg omhoog en vervolgens een stenige weg. We krijgen hier een prachtig uitzicht over de omgeving. De stenige weg voert ons naar het gehucht Puybeaumas. Bij één van de boerderijen ligt een jongensfiets naast een wigwam. De wigwam is kunstig gemaakt van een aantal lange rechte takken, bedekt met allerlei kleden, waarschijnlijk van oude gordijnen en tafelkleden. Het is een vrolijk, veelkleurig geheel geworden. Dan volgt een lang traject tussen velden door, langs bosranden, over de D10, langs een begraafplaats en over de D4, waarna we arriveren in het dorp Chamborand.

We hebben nu 8 kilometer gelopen, dus het is tijd voor een pauze. In het centrum zijn wegwerkers bezig om kleine reparaties aan het asfalt te verrichten. Als de gaten in het wegdek zijn gevuld met asfalt, rijden ze een aantal keren met de banden van het vrachtwagentje er over heen en dan is dat stuk gerepareerd. De dorpskerk staat open. Die bezichtigen we eerst. Daarna is het tijd om op het bankje naast de ingang van de kerk in de schaduw iets te eten en te drinken. Na de pauze verlaten we het dorp en dan draaien we bij de ruïne van de 15e eeuwse donjon op een asfaltweg linksaf.

We laten het gehucht La Chaise rechts liggen en wandelen door naar het gehucht La Petite-Faye. Vervolgens lopen we door naar het gehucht Taulisse. Na een stukje D10 volgt een mooi stuk over een holle weg door een bos met Berken en Beuken. Voorbij het bos volgt een onverharde veldweg. Vóór ons zien we op een verhoging in het landschap verspreid enkele bomen staan. Gezien de ondergrond lijkt het erop dat het hier gaat om een oorspronkelijk dichtbebost bosperceel, waar men een groot aantal bomen tussen de nog resterende bomen heeft gerooid. Wat nog resteert, maakt het eigenlijk tot een armoedig bosje hoge bomen. Daarna wandelen we door het gehucht Le Chiron.

Via een asfaltweg komen we dan in het gehucht Le Mas. Daar lopen we om een hoge, kleine schuur heen die nagenoeg helemaal is begroeid met een dikke laag klimop. Een bijzonder gezicht is het om zo’n massief blok klimop te zien. Vanuit Le Mas lopen we een dal in. Eén huis staat op een laag punt van dit dal in een bocht van de weg. Dat huis vormt het gehucht La Loge du Mas. In de tuin staan veel speeltoestellen en een jongetje staat op de veranda van het huis naar ons te kijken als we voorbij wandelen. We gaan verder en komen dan in het gehucht Besse. Daar staan 14 konijnenhokken op een erf langs de kant van de weg. In bijna elk hok zit een fors konijn.

Voorbij Besse gaan we verder over de D48. Links van ons zien we dan een hele grote vijver, de Etang de la Toueille. Bij de oude watermolen met het restant van een waterrad lopen we het gehucht Toueille in. Dan volgt een hooggelegen weg over de vijverdijk, langs de lange vijver. We draaien op een gegeven moment van de vijver af en gaan in de richting van het gehucht La Bourâle. Vlak vóór dit gehucht gaan we links een onverharde weg in, tussen de weilanden door. Aan het eind van deze 2 kilometer lange akkerweg komen we uit in het gehucht Le Sauzet.

Voorin dit gehucht draaien we linksaf een stenige weg in. Dit is een prachtig oud en smal karrenspoor, slingerend tussen de ommuurde weilanden door en door het dal van Les Tanchons. Na veel bochten, enig dalen en stijgen zien we voorbij een bocht in de verte de hooggelegen abdijkerk van Bénévent-l’Abbaye. Twee donkere torens tegen een halfbewolkte lucht; een mooi gezicht. We lopen over dit mooie veldpad en komen steeds dichter bij het dorp. Een oude ploeg ligt naast het pad aan de kant van een weiland. Nog eenmaal moeten we dalen en dan is het zover dat we de beklimming over het veldpad kunnen aanvangen om uit te komen aan de voet van de grote kerk en abdij van Bénévent-l’Abbaye. Langs een links hoger gelegen tuin vol kippen en ganzen wandelen we het dorp binnen.

Eerst bekijken we om 14.20 uur het exterieur en het interieur van deze grote 12e eeuwse Romaanse dorpskerk. Daarna zoeken we een plekje op het abdijterrein om daar tussen de bomenrijen een schaduwrijk bankje te vinden, waar we ons laatste deel van het lunchpakket nuttigen. Onze auto staat bij deze kerk. Bij de plaatselijke bakker kopen we nog snel een brood voor morgen. Even na 15.00 uur rijden we naar Saint-Etienne-de-Fursac, waar we onze fietsen weer afhalen. Daarna rijden we terug naar de camping in Saint-Léonard-de-Noblat. De temperatuur is vandaag opgelopen naar 22 graden Celsius. In de combinatie met het halfbewolkte weer met de vele zonnige perioden, kregen we een mooi weertype voor zo’n wandeldag. We hebben vandaag 20 kilometer gewandeld.

Geen opmerkingen: