woensdag 14 april 2010

Windesheim Onderwijslezing 2010 in Zwolle

Woensdag 14 april 2010

De Kenniseconomie en de Innovatieagenda van Nederland vereisen een steeds hoger opleidingspeil. Maar wie worden daar het slachtoffer van? En hoe verhoudt deze talentmaximalisatie zich tot de gedachte dat het onderwijs een maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft om iedereen een passende opleiding en vorming te geven?

Over deze kwestie organiseert VU-connected samen met Christelijke Hogeschool Windesheim dit jaar al weer voor de vijfde keer de Onderwijslezing. Dit jaar is het thema van de Windesheim Onderwijslezing 2010: "Nederland Kennisland: komen alle talenten tot hun recht?"

Bij aanvang van het symposium worden we welkom geheten door Harry Frantzen, directeur van de School of Education van Windesheim. Daarna volgt een introductie op het thema, verzorgd door de dagvoorzitter drs. Jan Doelman, hogeschoolhoofddocent van de School of Education van Windesheim. In het eerste deel van vanmiddag zullen twee deskundigen uit het onderwijswerkveld hun visie geven op het thema.

Eerste spreker is professor dr. Fons van Wieringen, inmiddels voor het tiende jaar voorzitter van de Onderwijsraad, dé denktank van het onderwijs in ons land. Daarnaast is hij hoogleraar Onderwijskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij pleit voor meer verbinding tussen het onderwijs en de samenleving.

Enkele uitspraken van Fons van Wieringen:
- Het deelnamepercentage van het hoger onderwijs is goed op koers, maar we zullen extra inspanningen moeten leveren om het nu nog te hoge uitvalpercentage te verlagen;
- Hogescholen zijn nog te weinig gericht op volwasseneneducatie;
- De Onderwijsraad verricht momenteel onderzoek over "Vorming in het onderwijs", over bijvoorbeeld vorming op het gebied van Kunst & Cultuur, Levensbeschouwing en Deugdenleer & Deugdethiek;
- Als onderwijs moet je niet altijd meegaan met de maatschappelijke ontwikkelingen, je moet ook je eigen gang gaan;
- Ouders willen tegenwoordig alle teleurstellingen voor hun kinderen op school voorkomen;
- We moeten ons niet langer laten beperken tot minimum en maximum urennormen, maar meer inzetten op "uitgebreid onderwijs", zoals verlengde schooldagen, weekendscholen, entreetoetsen en educatieve excursies;
- Leraren moeten hun maatschappelijk burgerschap (weer) op een eigen manier invullen;
- We moeten van het Onderwijs weer een "zelfbewuste sector" maken.

Tweede spreker is dr. Kars Veling, voorzitter van de Johan de Witt scholengroep Den Haag en voormalig Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie. Veling geeft leiding aan een groep scholen die onderwijs ‘op maat’ ontwikkelt voor kwetsbare èn voor ambitieuze groepen in de Randstad. Hij karakteriseert zijn school in de Haagse Schilderswijk in de drie slogans: "Omgaan met verschillen. Talent krijgt de kans. Presteren!"

Enkele uitspraken van Kars Veling:
- Ik sluit me aan bij het idee van "zelfbewust onderwijs" van Fons van Wieringen, maar ik doe dat kritischer, want ik vind dat dat nu niet in orde is;
- Het onderwijs heeft zich teveel speelbal laten zijn van maarschappelijke, politieke krachten;
- Onderwijs is steeds bezig om te bekijken hoe het onderwijs (als show) plezieriger kan worden;
- Klachten van het vervolgonderwijs zijn een voortdurende bron van veranderingen in het onderwijs van vooropleidingen;
- Moeten we altijd meegaan met de ouders die momenteel van alles voor hun kinderen op school willen?
- Waarom nemen we eigenlijk de (zogenoemde) "leerbiografie" van het kind in ons onderwijs niet mee?
- We zullen in het onderwijs meer moeten doen aan de volgende drie taken van het onderwijs: (1) in brede zin allerlei talenten van kinderen vinden en ontwikkelen, (2) de wereld van het kind steeds groter maken en (3) de roots van de herkomst van het kind verbinden aan de wereld waarin het kind opgroeit;
- Daartoe hebben we (a) beter opgeleide docenten nodig, (b) behoefte aan betere directieleden in het onderwijs en (c) moeten bestuurders in het onderwijs beter weten waar het echt om gaat in het onderwijs;
- In het onderwijs doen we het momenteel niet goed bij (1) selectie, instroom, voorsorteren van leerlingen, (2) leervorderingen (de leerbiografie), (3) verwachtingen en ambities, (4) relevante leeromstandigheden, (5) welke interventies we in leerprocessen plegen;
- Het negeren van de leerbiografie van de leerling leidt tot de zesjescultuur;
- Waarom zou onderwijs leuk moeten zijn? Het leuk zijn van onderwijs blijkt nauwelijks invloed te hebben op succesvol leren;
- Onderwijs wordt vanzelfsprekend leuk als je (samen) iets presteert;
- Ik pleit voor een volwassener onderwijs, waarin we kinderen volwassen behandelen.

Na de beide lezingen worden de bijna 150 aanwezigen in de gelegenheid gesteld om naar aanleiding van de deze twee lezingen vragen te stellen aan de beide sprekers. Daarna is het plenaire middagprogramma afgelopen en gaan we over naar het interactieve avondprogramma.

De aanwezigen kunnen plaatsnemen aan geprekstafels, waar onder het genot van een avondmaaltijd en onder leiding van een gespreksleider van Windeheim uitgebreid wordt gediscussieerd over de zes stellingen van de beide keynote speakers en over de korte drieminutenpresentaties die door verschillende sprekers tussen de dinergangen worden verzorgd.

Nu volgen geanimeerde groepsgesprekken over bijvoorbeeld de stand van zaken, de ambities en de kwaliteit van ons huidige onderwijs op grond van de betrokken inbreng van al onze disgenoten, die aan onze tafel afkomstig zijn van verschillende afdelingen van Windesheim, van de Vereniging VU-Windesheim en van de HBO-raad.

Geen opmerkingen: