woensdag 6 januari 2010

Metadiscussie van start in het Landelijk Beraad van het NBG

Maandag 4 januari 2010

In het afgelopen jaar hebben we in het Landelijk Beraad van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) regelmatig gesproken over de nieuwe beleidsnotitie "Een Beweging in Beweging"; over het Vrijwilligerswerk van en binnen het NBG. Eén van de belangrijkste taken van ons Landelijk Beraad is het adviseren van de directeur van het NBG omtrent de efficiëntie en de effectiviteit van het vrijwilligerswerk binnen het Bijbelgenootschap. De hierboven genoemde beleidsnota is in dezen een belangrijk document, waaraan wij een bijdrage hebben geleverd.

Het Nederlands Bijbelgenootschap is een grote vereniging van mensen die het Bijbelwerk in en buiten Nederland een warm hart toedragen. Een flink deel van die vereniging - zo'n 2.500 leden - staan bij het NBG geregistreerd als vrijwilliger. Zij, en veel anderen, leveren allen op eigen wijze een essentiële bijdrage aan het verspreiden van Bijbels in binnen- en buitenland en zij dragen er ook in belangrijke mate toe bij dat de Bijbel steeds meer mensen gaat aanspreken.
Dat werk kunnen die vrijwilligers alleen goed doen als zij daartoe de juiste kaders en ondersteuning van de beroepskrachten van het NBG te Haarlem krijgen. Een goede samenwerking tussen de vrijwilligers en de betaalde medewerkers van het NBG is dan ook een succesbepalende factor.

Vooral vanwege het steeds prominenter geldende, uitdagende optimalisatievraagstuk van die samenwerking tussen vrijwilligers en medewerkers, hebben we afgelopen zomer besloten om daarover een zogenoemde metadiscussie te starten, waaraan ook ons Landelijke Beraad een essentiële bijdrage zal leveren. Om die interne discussie op gang te brengen, komen we vanavond als Landelijk Beraad van het NBG bijeen in Hotel De Witte Bergen te Eemnes.

We spreken over de kwalitatieve en kwantitatieve bijdrage die vrijwilligers leveren aan het realiseren van de NBG-doelen en over de strategieën die we daarbij (kunnen) hanteren om de vrijwilligersbeweging en de NBG-medewerkers zo efficiënt en effectief mogelijk tot optimale samenwerking te brengen. Daarbij maken we met name gebruik van de pull- en push-strategie, die we vanuit de marketing kennen. Als we in de volgende discussiesessies helder kunnen formuleren wat de bijdrage van de vrijwilligersbeweging en van het professionele apparaat kan zijn om die bijdrage van beide partijen te kunnen optimaliseren, zal de metadiscussie ons brengen tot de vraag welke aanpassingen in de NBG als beweging en organisatie gewenst zijn om die samenwerking naar een hoger nivo en naar een optimaal resultaat te brengen. Het is een boeiend vraagstuk en een uitdaging om daar in het komende halfjaar verstandige uitspraken over te doen die leiden tot verbetering van processen en resultaat.

Geen opmerkingen: